maandag 14 januari 2013

over de rooie ?

oververhit
B kijkt me vertwijfeld aan. Zijn klachten: knallende hoofdpijn, boos en verdrietig tegelijkertijd, concentratieproblemen én bijzonder emotioneel. Diagnose ‘acute overspanning’: een overkokende automotor. Vanochtend belde hij voor een zo snel mogelijke afspraak. Ik had wat tijd over aan het eind van de middag, dus dat kon.

bordjes in de lucht houden
In een niet te stoppen woordenstroom deed hij zijn verhaal: het laatste jaar liep op de dienst eigenlijk niets meer goed. Dus met pappen en nathouden alle bordjes in de lucht zien te houden. Hij was oververmoeid op vakantie gegaan.

moed in de schoenen
Bij terugkomst was B de moed volledig in de schoenen gezakt. Hij werkte in een klein team op locatie voor een grote klant. Zijn secretaresse had zich ziek gemeld (de zesde keer dit jaar), zijn enige collega had ontslag genomen (die zag het niet meer zitten), zijn regiodirecteur was door het management huiswaarts gestuurd (de derde in twee jaar) en de klant had het contract met ingang van 1 januari opgezegd.

aanpakken
B had zich echter vermand: niet lullen maar poetsen, was tenslotte zijn devies.
De druppel die de emmer deed overlopen, was het gesprek van gisteren met zijn nieuwe interimmanager. Dit was een verloren zaak, het hoofdkantoor wenste geen verdere ondersteuning meer te geven. Of hij het even aan de klant wilde vertellen en als laatste het ‘licht wilde uitdoen’.

zwaar gelag
Dit was dus het eindresultaat van vier jaar keihard werken. Een welwillende klant, die graag meer wilde dan alleen standaard. Een team dat er in het begin zin en lol in had gehad. Interessante inhoudelijke problematiek. Maar de crux lag bij de onheldere randvoorwaarden: altijd recht moeten praten wat krom was.

wat nu ?
En wat nu?, verzucht B, van beroep bedrijfsarts en werkend voor een landelijke arbodienst.
Wat zou u zélf aan een dergelijke patiënt adviseren, collega?, vraag ik mij ter opening hardop denkend af. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten