dinsdag 21 januari 2014

Eindspel toekomst bedrijfssgezondheidszorg gaat nieuwe fase in

SER plan: De huisarts als poortwachter voor verzuim- en claimbeoordeling?

Spectaculaire berichten vanuit de catacomben van de polder

Vorige week klapte de kersverse CNV-voorzitter Maurice Limmen in het tv-programma Schepper & Co onverwacht uit de school. De CNV wil de positie van de bedrijfsarts bij wet anders regelen. En wel op korte termijn. De bedrijfsgezondheidszorg moet op de schop, aldus Limmen.
 
Hij borduurt daarbij voort op een al ouder ideetje van de vakbond FNV. Deze vakbond startte vier jaar geleden deze sterk gepolitiseerde discussie middels het rapport Fit naar de Finish (2010). In samenspraak met - heel opvallend - de NVAB.
 
Limmen: 'We willen dat iedere werknemer toegang krijgt tot de bedrijfsarts' (lovenswaardig, nuttig en noodzakelijk) en dat loopt dan via de huisarts (?!?), want 'dat is een heel vertrouwde route'.
Opvallend, want dat impliceert het definitieve afscheid van het oer-Nederlandse paradigma van scheiding van behandeling en controle. Spectaculair idee eigenlijk. Dus dit weekend op onderzoek uit geweest naar de achtergronden en uitwerking van dit plan.
 

Typerend consultant werkje op bierviltjes niveau

Dit miraculeuze idee blijkt niet zomaar uit de lucht te komen vallen. Minister Asscher van Sociale Zaken heeft in het afgelopen najaar de SER (de polder) om advies gevraagd over de verdere ontwikkeling van de bedrijfsgezondheidszorg. Sluitingstermijn voor het advies is 1 maart 2014. Al heel snel dus.

Basis voor de huidige discussie vormt de scenariostudie arbeidsgerelateerde zorg van KPMG Plexus (februari 2013). Een typisch consultantwerkje: matig tot slecht onderbouwd, men verwijst vooral naar eigen stukken en cruciale andere rapporten ontbreken volledig. Een vijftal toekomstscenario's wordt uitgewerkt, maar overstijgt het niveau van een aardige kroegdiscussie met bierviltjes niet. En: zoals gebruikelijk bij dit soort rapporten kun je door middel van renaming (bedrijfsgezondheidszorg heet vanaf nu arbeidsgerelateerde zorg) je bureau een trendsettende status meegeven.
 

De vijf scenario's

De scenario's even op een rijtje:
  1. Kleine aanpassingen binnen het huidige zorgsysteem (onder meer herintroductie van het arbospreekuur).
  2. Het huisarts-specialist model met meer kennis over de factor arbeid in de reguliere zorg en een klinisch arbeidsgeneeskundige. Dit model is gericht op tijdige signalering van (ernstige) arbeidsrelevante gezondheidsproblemen, en adequate behandeling in of verwijzing naar de curatieve zorg.
  3. Extra inspanningen door sectorale/regionale organisaties wat betreft bedrijfsgezondheidszorg, inclusief preventief beleid.
  4. Model zonder bedrijfsarts. In dit scenario verschuiven alle op de individuele werknemer gerichte taken die nu door de bedrijfsarts worden uitgevoerd, naar de reguliere zorg.
  5. Specialisering binnen de eerste lijn. De kern van dit scenario is de vorming van gespecialiseerde eerstelijns- (huisartsen) of anderhalvelijnspraktijken die zich toeleggen op behandeling van werkgerelateerde klachten in combinatie met de reguliere zorg.
Behalve het eerste scenario impliceren de vier andere scenario's allemaal grote stelselwijzigingen.
 

Scenario twee op koppositie? Huisarts wordt poortwachter verzuim- en claimbeoordeling

In de spelonken van de polder circuleert - sinds vorige week - een verslag van een bijeenkomst, waarin de elementen van een 'toekomstgericht stelsel' worden beschreven.
Het betreft een uitwerking van het tweede scenario. Kern: het takenpakket van de huidige bedrijfsarts wordt opgesplitst in een verzuim- en preventiedeel én de huisarts wordt de nieuwe poortwachter bij de verzuimbegeleiding en claim beoordeling (wel/niet werken op wel/niet medische gronden).
Na intake en filtering verwijst de huisarts de ziek gemelde werknemers/werkenden zo nodig door naar een zogenaamde arbeidsgeneeskundige, die de verzuimbegeleiding in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter (WVP) ter hand neemt. Geen gelukkige aanduiding eigenlijk - want bij nadere beschouwing van het takenpakket - is deze beter te typeren als verzekeringsarts. Lijkt op variant van oude Detam, Gak dokter.
 
Deze arbeidsgeneeskundige werkt niet - zoals meeste bedrijfsartsen nu - bij een arbodienst of het UWV (voor de flexwerkers), maar wordt 'geherpositioneerd' in een huisartsenpraktijk, gezondheidscentrum of nieuw op te richten ander soort organisatie.
 

Bedrijfsarts-nieuwe-stijl


Het preventiedeel uit het takenpakket van de huidige bedrijfsarts (keuringen, advies, overleg) wordt 'belegd' bij wat wordt genoemd: een bedrijfsarts-nieuwe-stijl.
De doelgroep/klant is niet meer de huidige werkgever/werknemer, maar iedere zogenaamde 'werkende'. Dat blijkt erg breed geïnterpreteerd te kunnen worden: want naast werknemers in loondienst, en zzp-ers, ook werkzoekenden, mantelzorgers, schoolverlaters en vrijwilligers. Eigenlijk iedereen dus tussen de 16 en 37 jaar.
 

Sterke combinatie opgeknipt

Gevolg: de traditionele scheiding tussen controle en behandeling wordt ten grave gedragen. De huisarts is nu in the lead en de bewezen sterke combinatie van verzuimbegeleiding en preventie bij de bedrijfsarts wordt juist weer opgeknipt. Ultieme consequentie: de bedrijfsarts is zo dood als een pier, want wordt losgekoppeld van zijn context (het bedrijf, de organisatie).
Daarnaast: einde arbodienst, want die verliest meer dan zestig procent van de omzet. En tenslotte: een totaal overbelaste huisarts die op 7x24 uurbasis vragende en boze werkgevers te woord moet staan. En de werkgevers? Die zijn louter lijdend voorwerp in dit plan.
 

No lessons learned?

Uiterst curieus idee eigenlijk: heeft BV Nederland eindelijk een redelijk functionerend systeem met op alle fronten goede rapportcijfers en evaluaties (verzuim, WIA-instroom, arbobeleid, hoge klanttevredenheid van zowel werknemers als werkgevers ) lijkt het kind met het badwater te worden weggegooid.
 
Terzijde: al deze rapporten zijn dus niet in het KPMG Plexus-rapport terug te vinden.
 
Goed: als inhoudelijke argumentatie niet de reden is voor deze stelselwijziging, wat dan wel? Het antwoord daarop is vrij simpel en heet restauratie van de polder. De polder herneemt zijn (feodale) macht op de uitvoer van de sociale zekerheid die zij na Commissie Buurmeijer (Parlementaire enquête uitvoeringsorganen sociale verzekeringen - 1992) had verloren.
No lessons learned. Niemand meer eindverantwoordelijk en de ongetwijfeld peperdure rekening van dit plan wordt - zoals altijd in de polder - collectief verschmertzt. Dit keer via het zorgcompartiment. Het wordt gewoon allemaal een beetje duurder. Maar vooral ook totaal onwerkbaar.
 
 
Ter afsluiting: wellicht kunt U mij verder helpen. Welk probleem moest er ook al weer worden opgelost?
 
ps: ook gepost als blog op artsennet 21 jan 14

Geen opmerkingen:

Een reactie posten