Wordt het vast of is het flex ?
Lees de visie van SEO directeur Bas ter Weel zoals eerder gepubliceerd in het FD en ESB. Interessante afwegingen
Keuze voor zowel vaste als flexibele banen biedt soelaas op vastlopende
arbeidsmarkt
Over de tweedeling in rechten en
zekerheid tussen vaste en flexibele arbeidscontracten woedt een pittig debat in
de aanloop naar de verkiezingen. Politieke partijen, economen en sociologen
hebben heel wat ideeën in de aanbieding. De oplossingen die worden geboden
lijken op de tekentafel eenvoudig en vallen — als er van een afstand naar wordt
gekeken — uiteen in twee primaire smaken: iedereen een vaste baan versus
iedereen op een contract voor bepaalde tijd. Helaas is het niet zo eenvoudig,
gezien de praktijk die we in Nederland aantreffen.
Er zal altijd behoefte zijn aan
verschillende contractvormen. Werkgevers hebben behoefte aan flexibiliteit om
bijvoorbeeld pieken en dalen op te vangen en om specialisten in te huren.
Werknemers hebben ook verschillende voorkeuren en niet iedereen past even goed
in het keurslijf van het vaste dienstverband.
De optimale verdeling tussen vast
en de vele vormen van flex is dan ook niet te bepalen.
Niettemin loopt
Nederland internationaal gezien uit de pas. Als we naar het Oeso-gemiddelde
kijken, heeft ongeveer twee derde van de werkzame beroepsbevolking een vast
contract. In Nederland is dat ongeveer een derde. Hetzelfde geldt voor de
doorstroom van flex naar vast. Nergens in Europa is dat zo laag als in
Nederland: slechts 1 op 5. Dat roept om maatregelen.
De afgelopen tijd is geopperd om
iedereen een contract voor bepaalde tijd te geven (bijvoorbeeld 5 of 7 jaar).
Dit lijkt aantrekkelijk, want werknemer en werkgever weten dan waar ze aan toe
zijn. Het grote nadeel van dit voorstel is dat zowel werkgever als werknemer op
de eindigheid van het contract gaat acteren, wat leidt tot maatschappelijke
kosten. Ten eerste neemt de waarde van een werknemer bij het naderen van het
einde van het contract af, omdat er geen toekomstige baten meer zijn. De werknemer
gaat op zoek naar een nieuwe baan en de werkgever naar een opvolger. Als dat
niet meteen lukt, ontstaan er kosten door onvervulbare vacatures en
werkloosheid.
Ten tweede daalt het rendement op
investeringen in kennis en vaardigheden. Hoe langer mensen bij een bedrijf
werken, hoe vaker zij kennis en vaardigheden bezitten die nuttig zijn voor de
werkgever. Het rendement daarop is echter veel lager bij een tijdelijk
dienstverband, omdat de terugverdientijd korter wordt. Investeringen in
menselijk kapitaal gaan voor de samenleving als geheel dus mogelijk eerder
omlaag dan omhoog.
Ten slotte is dit systeem nadelig
voor oudere werknemers. Bij het vorderen van de leeftijd neemt de kans op
langdurige afwezigheid door gezondheidsproblemen toe. Dit maakt een oudere
minder aantrekkelijk voor een nieuwe werkgever met langdurige werkloosheid als
gevolg.
Biedt het afschaffen van tijdelijke
contracten soelaas? Helaas, het huidige stelsel van ontslagbescherming heeft
een negatief effect op het aantal vaste banen in de Nederlandse economie.
Nederland kent relatief en absoluut de hoogste bescherming voor vaste
contracten in Europa, waardoor slechts een klein aantal flexcontracten wordt
omgezet in een vast dienstverband. De werkgelegenheid zal dan ook flink dalen
bij zo’n maatregel, tenzij de bescherming en kosten van het vaste contract
dalen. Dat laatste wordt natuurlijk zeer moeilijk geaccepteerd door de huidige
populatie met zekerheid en opgebouwde rechten. Geen politicus die zich daar de
afgelopen jaren aan heeft gebrand.
Toch is er een oplossing.
Er zijn
kosten verbonden aan de manier waarop de arbeidsmarkt nu functioneert. Dat is
de reden waarom deze discussie nu zo fel wordt gevoerd. Werknemers ervaren
onzekerheid en voelen zich niet gewaardeerd, terwijl werkgevers staan te
springen om talent maar aanhikken tegen de grote verschillen in kosten tussen
vast en flex. Het gevolg is dat de match tussen vraag en aanbod steeds slechter
wordt.
De vraag is of de kosten die we nu
maken in verhouding staan tot de kosten die we moeten maken om te bewegen naar
een economie met alleen maar tijdelijke contracten of contracten voor
onbepaalde tijd. De meeste winst is waarschijnlijk ergens halverwege te
behalen.
Verlaag de bescherming voor mensen met een vaste baan, zodat werkgever
en werknemer eenvoudiger afscheid van elkaar kunnen nemen en compenseer
werknemers die tijdelijk buiten de boot vallen met een hoge en korte uitkering.
Dit voorkomt een inkomensval met alle gevolgen van dien, maar spoort wel aan om
snel weer aan het werk te gaan. Hiermee wordt de behoefte van werkgevers en
werknemers aan flexibele vormen van arbeid behouden, zullen meer mensen een
contract voor onbepaalde tijd krijgen en verbetert de doorstroming, wat goed is
voor vernieuwing van kennis en vaardigheden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten