vrijdag 23 maart 2018

Over creatief goochelen met cijfers - Meer of minder burn-out?

Meer of minder burn-out? 

Over creatief goochelen met cijfers

‘Werknemer vaker thuis met burn-out’, kopte de Telegraaf. Het dagblad van Wakker en Werkend Nederland had het persbericht van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) pakkend samengevat.
‘Steeds vaker melden mensen zich met overspannenheid of een burn-out bij de bedrijfsarts’, meldde het NCvB naar aanleiding van het rapport Kerncijfers Beroepsziekten 2017. ‘Volgens de laatste meting uit 2016 valt ruim 40 procent van alle meldingen in de categorie psychische beroepsziekte én het aantal blijft stijgen.’ Dit alles op basis van 6270 meldingen van beroepsziekten door 863 bedrijfsartsen in 2016, zoals geregistreerd in de Nationale Beroepsziekteregistratie.
Het bericht ging erin als koek én werd (klakkeloos, zonder te checken) een-op-een overgenomen door veel media, zoals Nu.nl, Radio Eén Vandaag, en NOS. Want een burn-out is hot, hip en cool. Als je tegenwoordig nog geen dikke burn-out hebt gehad, ben je een watje en/of een loser.
Menig BN’er verhaalt dan ook in geuren en kleuren over de diepe dalen van zijn of haar burn-out in krant of tijdschrift. Illustratief voorbeeld is Sophie Hilbrand: ‘Ik vond burn-out altijd een beetje een zwaktebod, totdat ik er zelf een kreeg!’
Nogal alarmerend allemaal. Zo op het eerste gezicht. Al jaren is bekend dat grofweg 20 tot 25 procent van het verzuim werkgebonden is, met burn-out en werkstress – met stip – op nummer één.
Maar: klopt de boodschap van het NCvB eigenlijk wel met haar eigen cijfers? Tijd voor de factchecker. Laten we het persbericht van het NCvB middels close reading eens langs de meetlat leggen. Op basis van haar eigen cijfermateriaal.
NCvB-statement 1: ‘Steeds vaker melden mensen zich met overspannenheid of burn-out bij bedrijfsarts.’
Dit blijkt een onjuiste conclusie. Het aantal gemelde beroepsziekten op basis van burn-out en overspanning is sinds 2014 juist dalend. De cijfers laten dat zien:
NCvB-statement 2:  ‘Volgens de laatste meting uit 2016 valt ruim 40 procent van alle meldingen in de categorie psychische beroepsziekte.’
Deze stelling klopt wel. In absolute aantallen is het dalend, maar relatief toch stijgend. Dat komt doordat de meldingen vanuit de bouw in 2016 bijzonder sterk zijn teruggevallen (**) – zie volgende overzichtje – door het ter ziele gaan van de Stichting Arbouw, de hofleverancier bouwmeldingen. En aangezien de dataset van het NCvB niet representatief noch ‘gewogen’ is opgebouwd, krijg je dit soort curieuze ‘uitslagen’. Alles is relatief tenslotte.
NCvB-statement 3: ‘Aantal meldingen in categorie psychische klachten blijft stijgen.’
Ook dat blijkt een onjuiste weergave van de feiten te zijn, want ook deze zijn dalend sinds 2014.
NCvB-observatie 4: Dit alles op basis van 6270 meldingen van 863 bedrijfsartsen. De vraag daarbij is: is dat veel of weinig? Hoe dat te interpreteren en te wegen? Opnieuw wat cijfers van het NCvB op een rijtje gezet.
2014 blijkt een omslagjaar te zijn geweest. De ‘plotselinge’ piek in 2014 (*) is grotendeels toe te schrijven aan een toezichtonderzoek van de Inspectie SZW naar onderregistratie bij bedrijfsartsen in 2013. Iedere bedrijfsarts heeft toen op persoonlijke titel een brief van de Inspectie SZW ontvangen. Die brief bleek effectief drukmiddel om meer te melden. Maar twee jaar later blijkt het effect ervan weer volledig verdampt.
Alles op een rij: wat zeggen de NCvB-cijfers? Minder burn-out, en minder psychische klachten. Bij minder meldingen, door minder dokters.
Kortom: het NCvB kleurt de plaatjes wel heel bijzonder in. Ongetwijfeld met de beste bedoelingen, maar toch. Het ondergraaft haar gezag als expertisecentrum – van staatswege.
Is dit problematisch? Ja, want zelfs het ministerie van Sociale Zaken – opdrachtgever en toezichthouder van het NCvB – twittert er rustig op los dat er meer mensen met een burn-out zijn.
De kop van het persbericht van het NCvB had moeten zijn: minder meldingen door minder bedrijfsartsen.
Maar dat ligt politiek nogal gevoelig én het ondermijnt het draagvlak voor de monitor. En daarmee tegelijkertijd het bestaansrecht van het NCvB.
Doorgaan op deze weg heeft weinig zin. Het doel van het melden – preventie op de werkvloer – wordt zo niet gehaald. De kritische ondergrens van deze monitor wel. Maar dat durft niemand  – het ministerie van SZW en Inspectie SZW voorop – hardop te zeggen. Te bang voor implicaties? Gezichtsverlies? Tunnelvisie? Ik weet het niet.

MEER LEZEN

8.  Helft bedrijfsartsen meldt beroepsziekte nooit – bericht Trouw- 10 juni 2015

Geen opmerkingen:

Een reactie posten