Psychiater Irvin D. Yalom: 'Ik geef nooit
een diagnose'
Interview
In zijn nieuwste boek Eendagsvlinders beschrijft Irvin D. Yalom wat ervoor
nodig is om cliënten echt aan het praten te krijgen. Collegapsychiater Bram
Bakker zocht zijn grote voorbeeld en inspirator op in San Francisco.
Door: Bram Bakker 24 april 2015 - Volkskrant
In de ruim
een halve eeuw waarin hij patiënten ontvangt, heeft de Amerikaanse psychiater
Irvin D. Yalom vele, zeer uiteenlopende verhalen aangehoord. Maar de reden
waarom mensen in psychotherapie gaan, veranderde niet, zegt hij: moeite met
relaties. Pas als een patiënt heeft geleerd hoe hij relaties moet aangaan, is
een therapie geslaagd. Ook dat is niet veranderd. Bij het grote publiek is
Irvin D. Yalom vooral bekend als schrijver, van bestsellers als De
Schopenhauer-kuur, Nietzsches tranen en Het raadsel Spinoza.
Maar hij
is ook een van de invloedrijkste psychotherapeuten ter wereld. In zijn nieuwe
boek Eendagsvlinders en andere verhalen uit de psychotherapie (Balans, euro
19,95) schetst hij tien gevallen; tien verhalen van 'patiënten bezig met de
angst voor de dood, angst voor het verlies van dierbaren en uiteindelijk het
verlies van zichzelf, met de vraag hoe je een betekenisvol leven moet leiden'.
Yalom
heeft twee werkadressen: een in downtown San Francisco, bovenop Russian Hill.
Vanaf de straat waar zijn praktijk is gevestigd, heb je een adembenemend
uitzicht op het wereldberoemde gevangeniseiland Alcatraz. Het andere adres is
in Palo Alto, zo'n 50 kilometer van San Francisco. Hij ontvangt me op Russian
Hill. Ondanks zijn leeftijd, hij is 83, maakt hij een jeugdige indruk, en zijn
geestelijke vermogens zijn onverminderd scherp. In het gesprek is hij
vriendelijk en relativerend over zijn invloed, maar hij heeft intussen wel een
scherpe mening, die ook in zijn werk is terug te vinden.
Uw
laatste boek, Eendagsvlinders, lijkt een vervolg op het boek waarmee u in de
jaren tachtig doorbrak als schrijver voor een lekenpubliek, Scherprechter van
de liefde. Wat was de belangrijkste drijfveer om het te schrijven?
'Het gaat
wat mij betreft nog steeds om dezelfde boodschap: een authentieke, wezenlijke
relatie tussen de cliënt en de therapeut gaat aan alles vooraf. Op het moment
dat die relatie er is, volgt de rest vanzelf. Je krijgt pas dan de zaken te
horen die er echt toe doen voor de cliënt, en dat kunnen heel uiteenlopende
dingen zijn. Het gaat niet om mijn interpretatie, maar om wat de cliënt met
mijn feedback doet. Ik probeer iets aan te reiken, maar kan eigenlijk nooit
voorspellen waartoe dat leidt. En daar probeer ik in mijn boeken iets van te
laten zien.'
Kunt
u een voorbeeld geven van die onvoorspelbare effecten?
Ik stoor me enorm aan al die theoretische
verhandelingen over werkingsmechanismen
'In
Eendagsvlinders adviseer ik in het gelijknamige verhaal aan twee heel
verschillende mannen om Overpeinzingen van de Romeinse keizer Marcus Aurelius
te lezen. In het ene geval bedenk ik puur associatief dat het wellicht past bij
de man in kwestie. Omdat ik weet dat hij het ook daadwerkelijk zal lezen, moet
ik het zelf ook gaan herlezen, omdat het vele jaren geleden is dat ik het heb
doorgewerkt.
Doordat ik er zo mee bezig ben, kom ik waarschijnlijk op de
gedachte om het ook aan een andere cliënt aan te bevelen, een heel ander
type, met
totaal andere problemen. 'En wat blijkt? Allebei zijn ze behoorlijk enthousiast
over hetgeen ze bij Marcus Aurelius lezen, maar geen van beiden pikt de
passages eruit die ik bij ze vind passen. Ze halen er zelf iets uit, en ik heb
daar geen invloed op. Maar wel denk ik dat ze het kunnen gebruiken vanwege de
relatie die ik met ze heb. Vanuit het vertrouwen dat er tussen ons is, gaan ze
ermee aan de slag.'
U
heeft zo enorm veel ervaring, dan zal het toch geregeld gebeuren dat u snel
kunt inschatten waar het probleem van iemand zich bevindt, en wat er nodig is
om daar vooruitgang in te boeken?
'Dat is
een grote valkuil, je kunt altijd weer verrast worden en het valt ook nooit
betrouwbaar te voorspellen hoe een behandeling gaat verlopen. Ik stoor me enorm
aan al die theoretische verhandelingen over werkingsmechanismen. Ik heb geen
idee hoe het komt dat een behandeling wel of niet werkt, maar wat ik zeker weet
is dat een authentieke relatie, een ontmoeting waarin ik als therapeut volledig
aanwezig en beschikbaar ben, aan ieder mogelijk succes ten grondslag ligt. En
als ik het soms even niet meer weet, grijp ik ook altijd terug naar die
relatie. Waar staan we in het hier en nu? Vrijwel altijd kun je vanaf dat punt
weer verder.'
U
beschrijft in de tien verhalen in Eendagsvlinders vooral mensen met wie u een
kortdurend behandelcontact had. Is dat bewust?
Die
zevenhonderd uur psychoanalyse die ik zelf in een paar jaar onderging, beschouw
ik nu als verspeelde tijd. Bullshit.
'Sinds
enkele jaren doe ik eigenlijk alleen nog maar korte behandelingen, dat heeft
vermoedelijk ook met mijn leeftijd te maken. Ik zie elke doordeweekse dag nog
altijd drie patiënten, en ik wil me niet vastleggen op langdurige
behandelingen. In het verleden heb ik dat wel gedaan, maar ik geloof er ook
niet meer zo in. 'Die zevenhonderd uur psychoanalyse die ik zelf in een paar
jaar onderging, beschouw ik nu als verspeelde tijd. Bullshit.
Over mijn angst voor de dood, een heel
belangrijk thema in mijn leven, is het al die tijd nooit gegaan bijvoorbeeld.
Wel ben ik overtuigd dat het vooral voor psychotherapeuten goed is om gedurende
hun hele leven af en toe in therapie te gaan. En dan vooral ook verschillende
therapievormen op uiteenlopende leeftijden. Maar niet achter elkaar door.'
In de
huidige tijd is behandeling met cognitieve gedragstherapie de gouden standaard
geworden, omdat het zo goed onderzocht is. Wat vindt u daarvan?
'Ik
vind dat ronduit catastrofaal. Het is goedkoop, mindless en saai. Er is
nauwelijks follow-up van al die fragmentarische interventies. Onder druk van
accreditatiecommissies en verzekeringsmaatschappijen worden aan hedendaagse
psychotherapeuten zeer specifieke technieken geïnstrueerd voor specifieke
diagnostische categorieën als depressie, paniekaanvallen of specifieke fobieën.
Ik ben bang dat we daardoor de persoon als geheel uit het oog verliezen. Met de
verhalen over de tien patiënten in Eendagsvlinders heb ik mede daarom aandacht
willen vragen voor een humanistische en holistische aanpak.'
U heeft
de introductie en popularisering van classificatiesystemen als de DSM
meegemaakt. Heeft de DSM ons verder geholpen, bijvoorbeeld in het
wetenschappelijker maken van het vak?
Ik stel
nooit een diagnose, dat is ook helemaal niet nodig.
'Misschien
in de zware, klinische psychiatrie, waar medicatie in de behandeling van mensen
met een ernstige bipolaire stoornis of heftige psychosen onmisbaar is, maar
zeker niet in de psychotherapie. Ik stel nooit een diagnose, dat is ook
helemaal niet nodig. 'Dat kunstmatige onderscheid tussen de zogenaamde
ziektebeelden - depressies, angststoornissen, et cetera - en persoonlijkheidsstoornissen
slaat nergens op. En de enorme placebo-effecten in al die behandelstudies zijn
naar mijn idee voor een groot deel ook het gevolg van de relatie tussen de
behandelaar en de cliënt: hoe beter die relatie, hoe groter het effect.
'In de opleiding
worden de toekomstige collega's gedwongen op een zeer beperkte manier te
kijken, maar ik merk dat het tij voorzichtig keert: de artsen die in opleiding
zijn tot psychiater krijgen weer meer interesse in psychotherapie, ze willen
weten hoe dat werkt. En daar heeft zo'n DSM-systeem niets mee te maken. Af en
toe houd ik een lezing op een congres voor psychiaters, en daar zie ik
groeiende interesse. Ik ben ook nog steeds betrokken bij het opleiden van
toekomstige collega's door intervisie en supervisie te geven.'
Is de
combinatie nog wel mogelijk, psychiater en psychotherapeut tegelijk zijn?
Ik denk
ook wel dat de jonge mensen van nu anders zijn dan vijftig jaar geleden
'Ik
denk het wel, maar eigenlijk vraag je dat aan de verkeerde persoon. Ik doe alleen
psychotherapie en schrijf al jaren geen medicatie meer voor. Die enkele keer
dat ik denk dat het voor een cliënt wellicht zinvol is om bijvoorbeeld een
antidepressivum te gebruiken, verwijs ik naar een collega. 'Ik heb een enorm
geselecteerde groep cliënten: vrijwel allemaal komen ze via mijn boeken, en dat
veroorzaakt een flinke vertekening in mijn waarnemingen. Het zijn ook vrijwel
altijd oudere mensen. Pas vroeg ik aan een 25-jarige jongedame waarom ze zo
vaak van baan was veranderd, en haar reactie was: 'U begrijpt niet hoe het
werkt tegenwoordig.' Misschien heeft ze gelijk. Ik denk ook wel dat de jonge
mensen van nu anders zijn dan vijftig jaar geleden. Maar de belangrijkste reden
waarom mensen in psychotherapie gaan, is volgens mij niet veranderd: ze hebben
moeite met relaties, vooral de intieme, en in een geslaagde therapie leren ze
hoe het wel moet. Als ze die therapie-ervaring weten te verinnerlijken, dan
profiteren ze daarvan in hun dagelijkse leven. Het feit dat ik een medische
achtergrond heb, speelt in dit werk nauwelijks nog een rol. Wat dat betreft had
ik ook klinisch psycholoog kunnen zijn.'
Hoe
verhoudt het schrijverschap zich tot het psychotherapeut zijn?
'Het
schrijven heeft altijd het vak gediend, dat was al zo in de tijd dat ik
leerboeken schreef. Dat is eigenlijk nooit veranderd. Met alles wat ik
geschreven heb, wilde ik graag mensen iets leren, ook jongere collega's. Dat
onderwijzende zit ook in mijn romans, de verhalende vorm is slechts een manier
om te onderwijzen. En het is niet toevallig gekozen: in psychotherapie wordt
ook een verhaal geconstrueerd, het narratieve past bij de boeken en het
therapeut zijn.'
Denkt u
tijdens therapiesessies weleens: dit kan ik gebruiken voor een verhaal?
Niemand
komt herkenbaar in een boek terecht en de mensen waarvan ik het verhaal heb
gebruikt, vraag ik van tevoren expliciet om toestemming.
'Eigenlijk
nooit. Ik maak van ieder gesprek aantekeningen, en die bewaar ik trouw. Op het
moment dat ik aan een boek begin, ga ik graven in mijn archieven, selecteren en
schaven. Niemand komt herkenbaar in een boek terecht en de mensen waarvan ik
het verhaal heb gebruikt, vraag ik van tevoren expliciet om toestemming.
'Alleen Ellie, een patiënte met kanker, die ik maar kort heb kunnen behandelen,
omdat haar ziekte haar heel snel fataal werd, wilde expliciet dat haar eigen
naam gebruikt zou worden in het verhaal over onze therapie in Eendagsvlinders.'
Hoe
denkt u over sociale media als Facebook: wat voor effect hebben al die
technologische ontwikkelingen op ons?
'Het
is van alle tijden dat ouderen denken dat we onderweg zijn naar de hel, wat dat
betreft is er niets nieuws aan de hand. Dat ik er weinig aandacht aan besteed,
heeft ook te maken met het feit dat de meeste behandelingen die ik beschrijf in
mijn boeken vaak al jaren geleden hebben plaatsgevonden. 'En het valt me
eerlijk gezegd mee hoe goed het mogelijk blijkt te zijn om therapie te doen via
Skype.
Op
voorhand verwachtte ik er niets van, maar in de praktijk blijkt het toch aardig
te werken. Ik heb meerdere cliënten die ik enkel via Skype ken. Wel valt het
mijzelf steeds moeilijker om mijn dagelijkse routine vast te houden. 'Naast dat
ik vijf keer drie patiënten per week zie, probeer ik iedere dag drie uur te
schrijven. Maar doordat ik steeds meer e-mails moet beantwoorden gaat dat
steeds lastiger.' (Yalom is dan ook opvallend bereikbaar voor iemand met zijn
status: op zijn website staat een direct mailadres, en hij antwoordt ook nog
eens prompt op berichten, BB.)
Zijn de
problemen waarmee mensen u consulteren veranderd in de loop der tijd?
'Opnieuw
moet ik dan het voorbehoud maken dat ik met een heel selectieve groep mensen
werk, mensen die mijn boeken hebben gelezen en die met bepaalde verwachtingen
naar me toe komen. En ook vaak mensen die me idealiseren. Die denken dat ik
wijs ben vanwege mijn leeftijd. Maar binnen die groep cliënten gaat het
eigenlijk om tijdloze vraagstukken, die betrekking hebben op een gebrekkig
gevoel van eigenwaarde of moeite om goed te functioneren binnen bepaalde
relaties. En met een tatoeage los je dat niet op.'
Hoe
ziet u de toekomst van de psychotherapie?
'Er is
veel te veel invloed van de verzekeraars, en dat heeft ertoe geleid dat er te
veel op korte termijn wordt gedacht, en op veel te beperkte deelterreinen wordt
beoordeeld of een behandeling zinvol is. Dat zal in Nederland niet anders zijn.
Ik denk dat dit mede de oorzaak is voor het steeds schaarser worden van
prachtige vormen van psychotherapie als groepsbehandeling of gezinstherapie. Goede
groepsbehandeling is nauwelijks nog voorhanden, doodzonde. Relatietherapie doe
ik zelf niet meer, en het valt me op hoe lastig het is om iemand te vinden waar
ik daarvoor naar kan verwijzen.'
Na het
lezen van uw roman De Schopenhauer-kuur begon ik ooit een groep die was
gemodelleerd naar dit boek. Wat vindt u van zo'n initiatief?
'Loopt
die groep nog? Nee? Begin dan snel met een nieuwe. En nu zal ik een taxi voor
je bellen, want er komt zo dadelijk nog een patiënt, en daarna heb ik mijn
maandelijkse intervisiegroep, met allemaal heel goede jonge therapeuten. En
geloof me: in dat clubje ben ik lang de beste niet.'
Bestsellers
Irvin
Yalom is een van de bekendste psychiaters ter wereld. Hij was hoogleraar aan de
universiteit van Stanford en publiceerde aanvankelijk vooral voor vakgenoten,
zoals een standaardwerk over groepspsychotherapie. In de afgelopen decennia
werd hij beroemd als auteur van boeken voor een algemeen publiek, die steeds
refereren aan zijn werk als psychotherapeut. Hij schreef wereldwijde
bestsellers als Nietzsches tranen en Tegen de zon in kijken. Al zijn boeken
zijn in het Nederlands vertaald en hij heeft een grote schare liefhebbers in
Nederland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten