De zakelijke markt en dus ook de arbodienstverlening verandert snel, zich aanpassend aan de sterk veranderende omstandigheden.
Sommigen praten reeds over een 'reset world', anderen benoemen het als 'new normal'.
Volgens recent onderzoek is er sprak van een achttal trends in de zakelijke dienstverlening. Sommigen zijn even voorspelbaar, als onontkoombaar. Wellicht aardig om deze acht trends op een rijtje te zetten en van commentaar te voorzien. Lees, en check het aan uw eigen ervaringen. Het gaat om de volgende acht trends:
1. Prijzen staan onder druk.
Waar voorheen met gemak 145-175 euro per uur voor een bedrijfsarts gevraagd kon worden, ligt dit al enkele jaren (4-6 jaar ?)op een structureel veel lager niveau: 100-125 euro. Sommige arbodiensten rekenen al enige jaren nog lagere tarieven. Betrouwbare bronnen meldden tarieven van 90-95 euro per uur. Naar mijn inschatting ligt de huidige ondergrens ergens bij de 90 euro per uur. Dus: goedkoop, bijna onder kostprijs, wegzetten om structurele vraaguitval in ieder geval met inkomsten te kunnen compenseren. Het is een korte termijn oplossing met vrij zorgelijk randje, want niet houdbaar op middellange termijn. Goed waarneembaar bij de grotere arbodiensten zoals Arbo Unie
2. Pay voor performance
Het verrichtingen tarief is binnen de arbodienstverlening al vele jaren gemeengoed, maar juist met
de bedoeling de inkomsten kant van de dienstverlener op te schroeven. Meer betaald krijgen voor dezelfde tijdsbesteding. Als reactie hierop hebben vele afnemers lagere uurtarieven bedongen. Dienstverlening op abonnementsbasis is overigens ook nog veel voorkomend. Gewoon gemakkelijk dus. Slechts in bescheiden mate ( 20% ?) lijkt er sprake te zijn van een service level agreement (sla). Over het algemeen is er nauwelijks sprake van harde outcome dienstverlening (rom)
3. Dalende inkomsten in specifieke sectoren
Bepaalde sectoren (zorg) blijven het goed doen, anderen hebben last van 'vraaguitval' om het zo te zeggen. Daarbij kan gedacht worden aan de sectoren die het nu (erg) zwaar hebben in deze aanhoudende economische crises/recessie als de bouw en industrie. Naar de toekomst toe zal met name de publieke sector een kleinere markt worden want (sterk) inkrimpend.Er is sprake van grote sectorale verschillen.
4. Abonnementen, mantel contracten en short lists.
Grote landelijke arbodiensten hebben een duidelijk voordeel bij grote landelijk opererende klanten. Veel dienstverlening wordt middels tenders en mantelcontracten geregeld, zodat kleinere partijen en zelfstandige bedrijfsartsen niet tot nauwelijks in beeld zijn/komen. Toch kan door de grote spelers niet altijd afdoend 'geleverd' worden, waarop middels allerlei detacheringsconstructies ander partijen toch voorzien in deze leemte. Er zijn aanwijzingen dat grote klanten meer naar eigen regie neigen en dus ook meer naar flexibelere inzet en afname bv middels zelfstandige bedrijfsartsen combinaties.
5. sociale media - e dienstverlening
De arbosector lijkt sterk achter te lopen op het gebied van on line trends en technologie als sociale media en web 2.0. Kennisinformatie is wel steeds beter en goed beschikbaar ( zie arbo portaal), maar de e-arbo dienstverlening an sich staat nog helemaal in zijn kinderschoenen. Daar is nog een wereld te winnen.
6. Klanten gebruiken eigen personeel
Dit is binnen de arbosector al jaren gemeengoed cq de arbowereld is daar in principe vanuit opgegroeid ( denk aan bedrijven als Philips, Hoogovens, Akzo, scheepswerven). De huidige arbosector is juist voortgekomen uit interne arbodiensten. Jarenlang is de vraag geweest of de 'externe 'arbodiensten het zouden winnen van de interne arbodiensten. De laatste en winnende (?) trend lijkt te zijn dat een groter bedrijf beter af is met een interne dienst. Outsourcing naar een externe arbodienst blijkt op termijn toch meer nadelen dan voordelen te hebben. Op een lager niveau speelt het fenomeen van de - door de overheid verplicht gestelde- preventie medewerker bij een eigen regie model, maar dit lijkt vooralsnog niet boven dat basale niveau uit te (kunnen) stijgen, waardoor 'deskundige bijstand', zoals dat in het arbo jargon heet, noodzakelijk blijft.
7. Sturen op ROI ( return on investment) met stage gating
Projectmatig en resultaat/outcome gericht werken staat binnen de arbodienstverlening nog in zijn kinderschoenen, helemaal bij de bedrijfsartsen. Daar is toch vooral sprake van routine/bulk/uitvoerend werk op dagelijkse basis. Spreekuurconsulten, sociaal medisch overleg, sociaal medisch advies bij reintegratie op individuele casus basis vormt 85-90% van het werk.
Ook het nadenken over outcome en resultaat gericht werken is nauwelijks ontwikkeld. Op zich is/zou er veel kennis en ervaring beschikbaar bij interne arbodiensten (moeten zijn), maar van uitwisseling en disseminatie is nauwelijks sprake. Ook hier is nog grote vooruitgang te boeken
8. Besluitvorming op hoger niveau
Bij de meeste bedrijven en organisaties is de arbodienstverlening op een tactisch/operationele niveau gepositioneerd. Laag in de organisatie dus. Hoofd Pz/Hrm is in het beste geval de hoogst aanspreekbare functionaris aan afnemers kant. Een te laag niveau om strategische discussies te kunnen voeren. De meeste bedrijfsartsen hebben cq zijn zich nauwelijks bewust van hun advies positie en zijn/voelen zich louter verantwoordelijk cq aanspreekbaar op hun uitvoerende routine werk. Ook hier valt nog een wereld te winnen. Bij de grote bedrijven/interne arbodiensten ligt dat vaak anders en kan op RvB niveau worden aangeschoven.
Afsluitend: er valt nog een hele wereld te winnen voor De Nieuwe Bedrijfsarts.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten