zaterdag 17 mei 2014

Reintegratie: een inkijkje in de interacties tussen medewerker, leidinggevende en bedrijfsarts

Op 23 mei as promoveert Betsy Ootmarssum op een erg interessant proefschrift over de reïntegratie van langdurig zieke medewerkers. Centraal in dit kwalitatieve onderzoek staat de interactie tussen medewerker, leidinggevende en bedrijfsarts.

Dit geeft een aardig inkijkje in de black box, die de sociaal medische begeleiding is. Aanrader om eens goed door te neuzen.

Het proefschrift te downloaden onder de link:
http://dspace.library.uu.nl/bitstream/handle/1874/293067/oortmarssen.pdf?sequence=2


Onderstaand het bijgaande persbericht, zoals oa ook gepubliceerd op Oval site

Reïntegratie bij ziekteverzuim: een onderzoek naar (inter)acties van werknemer, leidinggevende en bedrijfsarts
     
Door veranderde wetgeving is in Nederland de verantwoordelijkheid voor ziekteverzuim en reïntegratie sinds de jaren negentig verschoven van het collectieve domein naar de individuele werkgever en werknemer. Uit het proefschrift Reïntegratie bij langer durend ziekteverzuim dat Betsy van Oortmarssen op 23 mei aan de Universiteit Utrecht verdedigt, blijkt dat zich in de praktijk aanzienlijke verschillen in reïntegratiegedrag voordoen.

In een kwalitatief onderzoek, met twee series casussen in de zorgsector, heeft Van Oortmarssen gevolgd hoe de (langdurig) zieke werknemer, de leidinggevende en de bedrijfsarts omgaan met reïntegratie. Een deel van de werknemers en leidinggevenden neemt gezamenlijk (met steun van de bedrijfsarts) en vroegtijdig initiatieven en richt zich op zo spoedige mogelijke, maar ook blijvende terugkeer in het arbeidsproces, overeenkomstig met wat de wetgever voor ogen staat. Anderen nemen een afwachtende houding aan, laten de regie aan de bedrijfsarts over en richten zich meer op beëindiging van het ziekteverzuim dan op de inzetbaarheid op langere termijn.

Deze studie maakt inzichtelijk hoe het samenspel van werknemer, leidinggevende en bedrijfsarts in de praktijk verloopt, welke dynamiek daarin ontstaat en welke factoren en mechanismen daarin een rol spelen. De belangrijkste uitkomst is dat na negen maanden weliswaar in de meeste van de onderzochte situaties terugkeer in de werksituatie is gerealiseerd, maar dat dit niet altijd gepaard is gegaan met het beoogde actieve reïntegratiegedrag. Bovendien blijken de situaties qua gezondheid en inzetbaarheid van de werknemers niet stabiel; na de hersteldmelding doen zich opnieuw ziekmeldingen voor. Het voorschrift om in de achtste week na de ziekmelding een plan van aanpak op te stellen, wordt in de praktijk als een bureaucratische verplichting ervaren en blijkt als middel niet effectief.

Om het overheidsstreven van ‘gezamenlijke verantwoordelijkheid voor werkgever en werknemer’, ‘werken naar vermogen’ en ‘werk boven inkomen’ op de werkvloer meer uit de verf te laten komen en duurzame terugkeer in het arbeidsproces te bewerkstelligen, is het van belang dat werknemers en leidinggevenden beter toegerust worden voor de actieve rol die van hen wordt verwacht, en dat de bedrijfsarts meer als onafhankelijke arbeidsgeneeskundige expert kan optreden, concludeert Van Ootmarssen.

Bron: Kenniscentrum Arbeid Hanzehogeschool Groningen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten