maandag 23 april 2012

burn out


Aardig interview uit 2001. Al weer tien jaar geleden, maar de wereld verandert niet zo snel in bepaalde opzichten. Dus nog altijd het lezen waard.

Ronde-tafelgesprek over burnout

home | 01 jan 2001 | Geerhard Bolte
|bron: Management Team

Ontspannen besluiten drie heren aan de ontbijttafel dat het maar eens afgelopen moet zijn met de stressmaatschappij. Ze schaffen de wao af en dwingen werkgevers en werknemers om het probleem voorgoed de wereld uit te helpen. Een oplossing voor burnout in vijf gangen.

Een milde voorjaarsbui zorgt voor ouderwetse intimiteit in de serre van restaurant De Hoefslag in Bosch en Duin. Terwijl de regen op het dak klettert, schenkt de ober witte wijn, al is het pas 9 uur in de ochtend. Maar niemand beklaagt zich over de alcoholica, noch over de gerechten van het vijfgangenmenu dat volgt. De drie gasten zijn het eens: zo zou iedere dag moeten beginnen.
Mede dankzij de rustgevende ambiance is van spanning niets te merken bij de gesprekspartners die zich deze ochtend buigen over de bestrijding van werkstress. Zelfs aan de bedachtzame manier waarop hij spreekt, is te horen dat Boudewijn van Melle, zelfstandig organisatieadviseur en auteur van het boek Druk? Voorkom burnout!, zich niet meer laat ontsporen na zijn burnout in 1997. Andre Veneman, als Corporate Health Advisor de belangrijkste gezondheidsmanager van chemiegigant Akzo Nobel, oogt deze ochtend geheel ontspannen en alert. Hetzelfde geldt voor Paul Schreurs, universitair hoofddocent Psychologie van de Arbeid en Organisatie aan de Universiteit Utrecht en directeur van het Instituut Werk en Stress.
De drie heren vegen de schuldvraag resoluut van tafel. Om vervolgens in intiem polderoverleg op zoek te gaan naar oplossingen voor het epidemische probleem burnout.

Volgens stressdeskundige Theo Compernolle hebben we geen stressvrije werknemers nodig, maar stressvrije bedrijven. Klopt dat?
Veneman: "Ruim vier eeuwen voor Christus wist Pericles al dat gezondheid méér is dan de afwezigheid van ziekte. Het is een situatie van lichamelijk, geestelijk en moreel welbevinden. Dat wil zeggen dat je niet alleen naar de werksituatie moet kijken. Je werk, je privé-leven en je sociale leven moeten in balans zijn. Het heeft dan ook geen zin de schuldvraag te stellen. Werknemers roepen: we moeten te hard werken. Werkgevers roepen: van hard werken is nog nooit iemand ziek geworden. Die polarisatie leidt tot niets. Je hebt de inzet van beide partijen nodig om het probleem van werkstress op te lossen."

U heeft een burnout gehad. Verwijt u het achteraf uzelf of uw werkgever?
Van Melle: "In het begin verweet ik het mijn toenmalige werkgever, KPMG. Achteraf beschouw ik mijzelf als de primair verantwoordelijke. Natuurlijk heb ik me laten opjutten door mijn werkgever, natuurlijk hadden mijn collega's de signalen van werkstress kunnen zien. Het is feitelijk een gedeelde verantwoordelijkheid, maar als ik mezelf niet verantwoordelijk stel, kan ik er ook niets aan doen."

Wat was de oorzaak van uw burnout?
Van Melle: "KPMG stuurde behoorlijk op targets, daar was je salaris ook aan gekoppeld. Een functioneringsgesprek begon altijd met de vraag hoe het met je ging. Voordat je kon antwoorden dat je vrouw ziek was, begon je gesprekspartner al over je productiviteit. Zo karikaturaal ging het. Dat legt een behoorlijke druk op je, terwijl het je privé-leven geheel buiten beeld laat. Diffuse dingen als een goede vader zijn, schoot er volstrekt bij in. Ik denk dat dit fnuikend voor mij was."
Schreurs: "De klassieke werkgever kende zijn werknemers, wist wanneer ze jarig waren. Ik denk dat werknemers dat op prijs stellen."

Was uw vader, voormalig directeur van zoetwarenfabrikant Van Melle, zo'n werkgever?
Van Melle: "Zeker, mijn vader was een baas van de oude stempel. Hij hield een lijst bij met verjaardagen van al zijn zevenhonderd werknemers en hij bezocht ze persoonlijk om ze te feliciteren. Hij stond heel dicht bij zijn mensen, al had dat ook z'n nadelen."
Schreurs: "De nadruk ligt nog steeds op de schuldvraag: had de werkgever er iets aan kunnen doen? Laten we het wat wetenschappelijker bekijken. We weten inmiddels vrij goed wat er aan de hand is in het bedrijfsleven op het gebied van werkstress. Maar vrijwel niemand dóét er iets aan."
Schreurs: "Er moet haast gemaakt worden. In de thuiszorg zie ik nu instellingen die zo slecht geleid worden dat de kans op burnout is opgelopen tot 40 procent. Dan weet je zeker dat die mensen binnen een jaar uitvallen. Zo ver moet je het niet laten komen."

Waar moet je beginnen om het probleem op te lossen?
Schreurs: "Allereerst moet je onderzoeken welke problemen er leven, waar en bij wie. Waarbij je rekening moet houden met het feit dat stress niet wetenschappelijk vastgesteld kan worden. Het is een kwestie van perceptie. Onderzoek hoe werkgevers en werknemers het werk en eventuele problemen ervaren. Zo kun je bijvoorbeeld vaststellen dat er arbeidsconflicten zijn, en dat leidinggevenden bijvoorbeeld niet opgeleid zijn om daarmee om te gaan. Als je dat weet, kun je actie ondernemen."

Hoe bestrijdt en voorkomt Akzo Nobel werkstress?
Veneman: "Er is natuurlijk geen quick fix. En preventie is interessanter dan genezen. Wie eenmaal thuis zit of zelfs in de wao belandt, zit vast in een visfuik. Wij richten ons dan ook niet op het voorkomen van uitstroom, maar op het voorkomen van ziekteverzuim. Snelheid is essentieel. Wordt stress eenmaal geconstateerd, dan wordt bijvoorbeeld direct een psycholoog ingeschakeld, gegarandeerd binnen zeven dagen na een doorverwijzing.
Wij zien stress of burnout niet als een ziektebeeld of een teken van zwakte. De mensen die het treft zijn veelal de meest loyale medewerkers. Het is gewoon een onbalans die zo snel mogelijk hersteld moet worden.
We proberen ook intern verzuim te signaleren: mensen die nog wel werken, maar bij wie het eigenlijk al tot híér zit. Wij proberen hen actief te vinden door middel van onze reguliere onderzoeken en ze kunnen op eigen initiatief laagdrempelige spreekuren bezoeken. Dat werkt. In onze bedrijven komt de helft van alle mensen naar het spreekuur om te praten over problemen voordat het te laat is. Bij veel Arbo-diensten komt 95 procent van alle mensen naar het spreekuur als het al mis is.
Veel oplossingen moeten natuurlijk voortvloeien uit de ondernemingscultuur. Teams moeten een natuurlijke cohesie vertonen, leidinggevenden moeten open staan voor werkstress.

Hoe krijgt u managers zo ver dat ze 'open staan'?
Veneman: "We leren ze tijdens trainingen bijvoorbeeld hoe ze verzuimgesprekken en beoordelingsgesprekken moeten voeren. We geven ze trainingen Managing Total Health, waarbij we ze leren omgaan met zaken als alcohol en drugs, pesten en werkdruk.
Daarbij wil ik graag aantekenen dat leidinggevenden het niet makkelijk hebben. Ze moeten verstand hebben van ict en financiën en ook nog eens fantastische personeelsmanagers zijn. Maar ze blijven wel de aangewezen persoon om problemen te signaleren. Een dokter ziet iemand maar twee keer per jaar, een manager iedere dag."

Werkt het?
Veneman: "Ja. In Nederland blijft de wao-intrede door psychische klachten maar stijgen. Bij ons is die intrede de laatste vijf jaar steeds gedaald, tot nu onder de 25 procent. Waarmee onze wao-intrede als gevolg van psychische klachten nu de helft is van wat we zouden mogen verwachten op basis van het landelijk gemiddelde. Ons verzuimcijfer is nu net onder de 4 procent. Van dat verzuim is 12 procent te wijten aan psychische klachten. Landelijk is dat zo'n 18 procent."
Schreurs: "Ik ken uw bedrijf en weet dat uw geïntegreerde gezondheidsbeleid werkt. Maar ik weet ook dat het een uitzondering is. In veel bedrijven is het beleid niet meer dan een A4'tje met mooie woorden. Bij hen staat winst maken bovenaan. Al is het voorkomen en behandelen van burnout veel goedkoper dan iemand in de wao te laten belanden. Dat kost al vlug twee ton."

Had KPMG een vergelijkbaar gezondheidsbeleid?
Van Melle: "Bepaald niet. Bij KPMG is uitval wegens burnout zo gewoon dat niemand ervan opkijkt. Toen ik tegen mijn secretaresse zei dat ik overspannen was, zei ze zonder een spier te vertrekken: 'Ik zal je agenda voor de komende zes maanden even leegmaken'. Op het moment dat ik ziek was, waren er van de twintig collega's op mijn gang vier thuis met een burnout.
Met lotgenoten binnen KPMG hebben we workshops georganiseerd en plannen opgesteld. Daarover hebben we gesproken met de directie, maar men heeft letterlijk gezegd: 'Als wij deze plannen uitvoeren, zijn we bang dat we slapende honden wakker maken. Dan gaan mensen die zich de laatste tijd niet zo lekker voelen, zich óók ziek melden wegens burnout'.
Overigens: Als Akzo's aanpak beleid was geweest bij KPMG, vermoed ik dat het effect zou zijn geweest dat ik vijf jaar eerder was opgestapt."

Hoe groot achten jullie de kans dat de adviezen van de commissie-Donner helpen?
Veneman: "Ik reken op méér dan louter een stelselwijziging. Ik voel wel wat voor het idee om de wao te sluiten voor mensen met psychische klachten, anders dan voor zeer ernstige gevallen. Het dwingt werkgevers en werknemers om het probleem aan te pakken. Daarvoor zouden overheid en bedrijfsleven kunnen kijken naar goede voorbeelden in het bedrijfsleven. Daar kunnen ze zien dat het mogelijk is om de uitstroom wegens psychische klachten minstens met de helft terug te brengen."
Schreurs: "Dat ben ik helemaal met u eens."
Veneman: "Je hoeft niet alles dicht te timmeren met regels. Zorgverlof wordt nu geregeld, maar in een goed bedrijf vertel je gewoon tegen je baas dat je kind iedere middag naar de fysiotherapeut moet. Wat heeft die baas dan aan de bureaucratische regel dat daarvoor tien dagen vrij staat? Hij moet gewoon zeggen: 'dan ga jij vanaf nu elke middag om drie uur naar huis'."
Schreurs: "Laten we nou eens actie ondernemen en ophouden met congressen over werkstress. En laat staatssecretaris Hoogervorst ophouden met klagen over het hoge ziekteverzuim en de wao-instroom. Hij zou eerder ter verantwoording geroepen moeten worden omdat hij de stijging niet heeft kunnen beteugelen."

Wat zou u doen als u het voor het zeggen had?
Van Melle: "Ik denk dat de drempel naar de hulpverlening moet worden verlaagd. Daarnaast zou de bureaucratie moeten worden verminderd. Een arts van het GAK vertelde mij dat ik niet meer kon werken. Wel moest men mij voor de vorm enkele functies aanbieden. Hij voegde eraan toe dat ik daar vooral niets mee moest doen, maar ja, het was nu eenmaal verplicht. Mij werd gevraagd of ik koffieautomaten wilde repareren of bij een tuinder steksteken..."

En u?
Schreurs: "Essentieel is dat burnout op een geïntegreerde manier wordt aangepakt. Stress verdwijnt niet door een paar dolfijnen te aaien in Mexico en dan te verwachten dat het vanzelf goed komt. Nee, er moet samengewerkt worden tussen werkgevers en werknemers, en tussen personeelsfunctionarissen, bedrijfsartsen, psychologen, huisartsen enzovoorts."

U?
Veneman: "Naast het sluiten van de wao moeten werknemers natuurlijk de middelen krijgen om zo snel mogelijk weer aan de slag te gaan. Geef ze bijvoorbeeld vouchers om toegang te krijgen tot de benodigde diensten. Daarnaast zie ik een rol voor bedrijfsartsen als casemanagers om problemen te signaleren, werknemers te verwijzen naar hulpverleners en de voortgang van iemands genezing te bewaken."

Gelooft u in het nut van hekken rond de wao?
Van Melle: "Ik heb ervaren dat het maar weinig voordelen heeft om in de wao te zitten. Je hebt toch een stempeltje."
Veneman: "Het mag zo ver niet meer komen. De meeste mensen komen alleen nog uit de wao als ze 65 worden of doodgaan. We moeten direct ingrijpen. Dat is veel effectiever en dus veel goedkoper. Door te voorkomen dat één persoon in de wao stroomt, kunnen wij de behandeling van tientallen werknemers betalen."

Waarom drong het niet door bij KPMG?
Van Melle: "Angst voor cultuurverandering. Dergelijke bureaus hebben machoculturen. Wij kunnen alles, wij komen overal, wij zijn wereldwijd de beste en de sterkste. Ik denk dat men het helemaal niet zo onwenselijk acht dat zogenaamd zwakkere broeders door burnout uit het nest vallen."
Schreurs: "Waarbij het mij van het hart moet dat ik niet zo blij ben met de term burnout. Dat betekent opgebrand. Maar mensen met een burnout zijn veelal niet opgebrand. Hun accu is tijdelijk leeg en kan gewoon weer opgeladen worden."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten