woensdag 30 januari 2013

Met je voeten stemmen


De ontmoeting
Onlangs kwam ik - na langere tijd - een oude vriend tegen. Hij was opgetogen en goed gemutst, want hij had een andere betrekking aanvaard. Nieuwe energie was hoorbaar en voelbaar én hij had er weer ‘helemaal zin in’.

Flink de pee in
De laatste zes maanden was dat wel anders geweest, bleek uit zijn relaas. Want na het verschijnen van een nieuwe manager op het toneel was zijn werkplezier flink gedaald en zijn arbeidsvreugde danig op de proef gesteld. Kortom, hij had er flink de pee in.

'de manager'
Uitgebreid haalde hij een aantal exemplarische voorvallen aan. Collega’s figureerden daarbij met naam en toenaam. De hoofdrolspeler in dit kleine kantoordrama bleek geen naam te hebben, maar werd consequent vernoemd als ‘de manager’. Een fraai staaltje van coping (door middel van  het depersonaliseren van een ongewenste figuur).

Kaste der hoogmoedigen
Nu hebben de managers het de laatste tijd sowieso niet makkelijk. Ze staan in een kwaad daglicht. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de onlangs verschenen bundel ‘Beroepszeer, waarom Nederland niet werkt’.

Het gaat over de splijtzwam tussen de professionals en hun management. Een groot aantal auteurs veegt de vloer aan met de ‘nieuwe nomenklatoera, een kaste van dikbetaalde en machtwellustige nonvaleurs’. Onze arbeidscultuur gaat kapot aan deze managers, die zich overal mee bemoeien, maar nergens verstand van hebben.

Het komt menigeen ( te) bekend voor en velen weten er uit (bittere) ervaring over mee te praten. Maar toch: alleen klagen lijkt daarbij zowel de favoriete als gemakkelijkste copingstrategie.

Met je voeten stemmen
Mijn vriend heeft een andere weg bewandeld. Hij dook niet - zoals velen - gefrustreerd weg in de Ziektewet. Hij heeft gestemd met de voeten, is opgestapt en liet een dijk van een statement (‘wie niet horen wil, zal voelen’ ) binnen de organisatie achter.

Kijk, dat zouden er meer moeten doen.

maandag 14 januari 2013

Mijn pet

zakenpak
De typische bedrijfsarts zit in een strak zakenpak of deux-pièce, heeft een attachékoffertje in de hand en lease-bak voor de deur. Dit vertellen haio’s mij vrijwel standaard in de cursus ‘Leren samenwerken tussen huis- en bedrijfsarts’, waar ik docent ben.

twijfels
Vroeger was de bedrijfsarts een huisarts in ruste, of een gesjeesde specialist. Maar zijn die bedrijfsartsen van nu nog ‘echte’ dokters? Zijn ze wel onafhankelijk? Is de bedrijfsgezondheidszorg wel evidence-based? Twijfels te over.

geen keuze
Weinig haio’s hebben zelf overwogen bedrijfsarts te worden. ‘Die bedrijfsartsen zijn gewoon jaloers op ons, dé echte dokters, maar wij op hún salaris!’, verzuchtte een haio. De meesten hebben geen idee wat een bedrijfsarts doet. Spreekuren (‘Sturen jullie ze nu allemaal aan het werk?’), sociaal-medisch overleg (‘Bedrijfsartsen dienen toch het belang van de werkgever?!’), periodiek geneeskundig onderzoek (‘Jullie weten toch dat die medische check-ups evidence-based lariekoek zijn!’), verzuimadvies (‘Die werknemers kunnen het dus wel schudden’). Die beeldvorming is bijzonder hardnekkig. Er valt soms moeilijk tegenaan te praten. Van werken en arbeid hebben ze geen verstand.

vrijplaats
Maar wat moet je, als je het zelf een buitengewoon boeiend vak vindt. Wat is nu mooier dan een overspannen medewerker in drie maanden weer op de rails te hebben. Een opgebrande manager na zes maanden weer (maar dan wel anders) met zin naar het werk te zien gaan. Een ruzie op een afdeling te sussen. Middenmanagement de kneepjes van verzuimmanagement uit te leggen. Een directeur met hart- en privé-problemen na een ECG-tje en een babbel (hij in onderbroek) weer gerust naar huis te zien gaan. Een vrijplaats te zijn voor medewerkers van ‘bar en boos’-bedrijven.

duf imago ?
En dat geleuter over imago: gooi maar in mijn pet.

over de rooie ?

oververhit
B kijkt me vertwijfeld aan. Zijn klachten: knallende hoofdpijn, boos en verdrietig tegelijkertijd, concentratieproblemen én bijzonder emotioneel. Diagnose ‘acute overspanning’: een overkokende automotor. Vanochtend belde hij voor een zo snel mogelijke afspraak. Ik had wat tijd over aan het eind van de middag, dus dat kon.

bordjes in de lucht houden
In een niet te stoppen woordenstroom deed hij zijn verhaal: het laatste jaar liep op de dienst eigenlijk niets meer goed. Dus met pappen en nathouden alle bordjes in de lucht zien te houden. Hij was oververmoeid op vakantie gegaan.

moed in de schoenen
Bij terugkomst was B de moed volledig in de schoenen gezakt. Hij werkte in een klein team op locatie voor een grote klant. Zijn secretaresse had zich ziek gemeld (de zesde keer dit jaar), zijn enige collega had ontslag genomen (die zag het niet meer zitten), zijn regiodirecteur was door het management huiswaarts gestuurd (de derde in twee jaar) en de klant had het contract met ingang van 1 januari opgezegd.

aanpakken
B had zich echter vermand: niet lullen maar poetsen, was tenslotte zijn devies.
De druppel die de emmer deed overlopen, was het gesprek van gisteren met zijn nieuwe interimmanager. Dit was een verloren zaak, het hoofdkantoor wenste geen verdere ondersteuning meer te geven. Of hij het even aan de klant wilde vertellen en als laatste het ‘licht wilde uitdoen’.

zwaar gelag
Dit was dus het eindresultaat van vier jaar keihard werken. Een welwillende klant, die graag meer wilde dan alleen standaard. Een team dat er in het begin zin en lol in had gehad. Interessante inhoudelijke problematiek. Maar de crux lag bij de onheldere randvoorwaarden: altijd recht moeten praten wat krom was.

wat nu ?
En wat nu?, verzucht B, van beroep bedrijfsarts en werkend voor een landelijke arbodienst.
Wat zou u zélf aan een dergelijke patiënt adviseren, collega?, vraag ik mij ter opening hardop denkend af. 

Gamen

start
De ‘partij’ begint al direct als K de spreekkamer binnenkomt. Gedecideerd gaat hij zitten. Met een bescheiden maar niet te negeren klapje legt hij zijn dossier op tafel. Hij is er duidelijk klaar voor, ik ook. Hij heeft er zin in, ik niet zo. Zijn dossier is zeker drie cm dik; het mijne duidelijk veel dunner: 1-0 voor K.

spelregels
Ik leg K de spelregels van de second opinion uit. Altijd gemakkelijk scoren: 1-1 dus. Ik doe dit soort second opinions eens per twee à drie maanden en het zijn altijd ingewikkelde schaakpartijen.

de 4 o's
De vier O’s van onwetendheid, onkunde, onmacht en onwil spelen in wisselende samenstelling een rol. Soms is de medewerker een querulant, vaak heeft de werkgever/leiding steken laten vallen in begeleiding, meestal is de medewerker tot op het bot gekrenkt over het gebrek aan invoelingsvermogen.

uitleg
K legt omstandig zijn medische klachten (overspanning) uit, waarom hij niet kán werken (‘Ik wil wel, maar zij maken het mij onmogelijk’), waarom hij het niet pikt (heeft de vakbond ingeschakeld voor juridisch advies), en dat hij niet over zich heen laat lopen (‘Als ze oorlog willen, kunnen ze die krijgen!’). Zijn verhaal spoort aardig met het beeld dat ik na het lezen van het dossier heb overgehouden: 2-1 voor K.Mijn voorlopige conclusie: K is tot werken in staat en dus arbeidsgeschikt. De tussenstand is nu: 2-2.

hoe nu verder ?
Blijft het arbeidsconflict over. Dat is niet een zaak voor de bedrijfsarts. Ik beschik echter over voorinformatie uit zeer betrouwbare bron: in dit bedrijf wordt regelmatig vuil spel gespeeld. Dat telt mee. Eindconclusie: tot werken in staat, maar niet dáár, onder die omstandigheden en in die situatie; officieel heet zoiets ‘situationeel arbeidsongeschikt’. Dat brengt de eindstand op 3-2 voor K.
Zichtbaar opgelucht verlaat K de spreekkamer. Hier kan hij verder mee. Weer voor Salomon gespeeld.

Dierentuin

bazen
Vrijwel iedereen heeft een baas, chef of manager boven zich, een regelaar dus. Het is de bedoeling dat daardoor de zaken beter, gemakkelijker en overzichtelijker verlopen. Er wordt beleid gemaakt, dagelijkse problemen worden opgelost, en logistieke en financiële zaken afgehandeld. Kortom, als medewerker op de werkvloer moet je er baat bij hebben. Helaas gaat die vlieger niet altijd op.

de kriebels
Sommige medewerkers krijgen niet alleen de kriebels van hun chef, ze worden zelfs ziek van hem. Ze lijden aan bazenstress en worden overspannen van hun baas. Veel van die medewerkers komen bij de bedrijfsarts op het spreekuur om hun verhaal te doen, uit te huilen of tijd te winnen. Het is aan de bedrijfsarts om daarvan weer iets werkbaars te maken. Iets wat niet altijd meevalt, maar het hoort bij het vak.

management by fear
Sommige bazen zijn dan ook niet voor de poes. Zo ging Jack Welch, ex-directeur van General Electric, zeg maar de Cor Boonstra van de Verenigde Staten, prat op zijn favoriete managementstijl onder de bijpassende benaming ‘management by fear’. Meer een tijger dus.
dierentuin
Als je goed oplet en om je heen kijkt, kun je zo een hele dierentuin samenstellen. Ze lopen allemaal in de organisaties en bedrijven rond: de olifanten, de luiaards, de papegaaien, de brulapen, de haaien, de stokstaartjes en de hyena’s.

krijsende zeemeeuwen
Van de interimmanagers wordt vaak gezegd dat zij zich als zeemeeuwen gedragen: ze komen krijsend aangevlogen, poepen de hele zaak onder, en laten een rotzooi achter.

by surprise
De favoriete managementstijl van één van mijn vorige bazen was ‘management by surprise’: altijd kwam er weer een ander konijn uit zijn hoge hoed. Ik ben er nog niet uit bij welk dier dit het meest past.

Tompoezen

wet van Murphy
Hoofdpijndossiers. Wie heeft ze niet? Ogenschijnlijk is er niet zoveel bijzonders aan de hand, maar dan blijken gebruikelijke oplossingsstrategieën als diagnosticeren, interveniëren, faseren, structureren, niet afdoende. Zaken pakken verkeerd uit, flankerende acties mislukken, details worden hoofdzaken. De wet van Murphy (wat mis kan gaan, gáát mis) slaat toe. Het dossier wordt te dik. Kortom: de klad komt er definitief in.

zomaar uit de losse pols
Ik kan zo vijf casussen bedenken: een oudere mevrouw die niet kan werken (een volledige WAO 80/100%) maar dat juist erg graag wil (niet uit te leggen aan betrokkene). Een vijftiger die last heeft van wanen, maar elke vorm van therapie afwijst (een regelrechte ramp voor zijn afdeling en familie). Een jonge workaholic die ten onder gaat aan zijn eigen ego en ‘drive’ (regelrecht op weg naar een definitieve vastloper). Een boerenslimme medewerkster die heel goed zou kunnen werken, maar dát in het geheel niet van plan is te doen (een nagel aan je doodskist). Een borderliner met een paniekstoornis waar geen land mee te bezeilen valt.

last van
Ze geven aanleiding tot maag- en hoofdpijn, uitstel en ontwijkgedrag, gekreun en gesteun. Het houdt je uit de slaap en bezorgt je een slecht humeur. Het zijn net tompoezen: als je erin wilt happen, spuit het alle kanten uit en veroorzaakt het alleen maar meer rommel.

gouden wissel ?
Vandaag had ik er weer een.Onder het motto van de gouden wissel dacht ik slim te zijn en deze door te sluizen naar mijn collega. Want zoals je eraan komt, kom je er toch ook weer af? Aan het eind van de middag lag het dossier weer keurig in mijn vakje. Succes, sterkte en houdt moed, waren haar hartelijke groeten. Ik kon haar geen ongelijk geven.

Met de voeten stemmen

Coping

Onlangs kwam ik - na langere tijd - een oude vriend tegen. Hij was opgetogen en goed gemutst, want hij had een andere betrekking aanvaard. Nieuwe energie was hoorbaar en hij had er weer ‘helemaal zin in’.

de pee in
De laatste zes maanden was dat wel anders geweest, bleek uit zijn relaas. Want na het verschijnen van een nieuwe manager op het toneel was zijn werkplezier flink gedaald en zijn arbeidsvreugde danig op de proef gesteld. Kortom, hij had er flink de pee in.

de manager
Uitgebreid haalde hij een aantal exemplarische voorvallen aan. Collega’s figureerden daarbij met naam en toenaam. De hoofdrolspeler in dit kleine kantoordrama bleek geen naam te hebben, maar werd consequent vernoemd als ‘de manager’. Een fraai staaltje van coping (door middel van de humanisering van een ongewenste figuur).

beroepszeer en splijtzwam
Nu hebben de managers het de laatste tijd sowieso niet makkelijk. Ze staan in een kwaad daglicht. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de een tijdje terug verschenen bundel ‘Beroepszeer, waarom Nederland niet werkt’. Het gaat over de splijtzwam tussen de professionals en hun management. Een groot aantal auteurs veegt de vloer aan met de ‘nieuwe nomenklatoera, een kaste van dikbetaalde en machtwellustige nonvaleurs’. Onze arbeidscultuur gaat kapot aan deze managers, die zich overal mee bemoeien, maar nergens verstand van hebben. Het komt menigeen ( te) bekend voor en velen weten er uit (bittere) ervaring over mee te praten. Maar toch: alleen klagen lijkt daarbij zowel de favoriete als gemakkelijkste copingstrategie.

stemmen met de voeten
Mijn vriend heeft een andere weg bewandeld. Hij dook niet - zoals velen - gefrustreerd weg in de Ziektewet. Hij heeft gestemd met de voeten, is opgestapt en liet een dijk van een statement (‘wie niet horen wil, zal voelen’ ) binnen de organisatie achter.

Kijk, dat zouden er meer moeten doen.

Opfrisser

9.30 uur

Vrijdagochtend half tien. Een mevrouw snelt ons secretariaat binnen: op de twaalfde verdieping is iemand onwel geworden. De ambulance is al gebeld, maar of de bedrijfsarts kan komen kijken. Ik gris bloeddrukmeter en stethoscoop mee en even later rennen we de afdeling op. Grote ruimte, veel computers en overal ongeruste gezichten. Een vijftiger op de grond. Collega ernaast. Dreigend infarct? De man is aanspreekbaar, ademt rustig, pols is goed en bloeddruk 140 over 85.

abc oke
Eerste abc-tje is dus positief. Op dat moment hoor ik de ambulance aankomen en even later nemen de ambulanceverpleegkundige en -chauffeur de zaak professioneel over: korte doelgerichte vragen, rustgevende uitstraling, vriendelijke doch doortastende houding, snelle, effectieve handelingen: zuurstof erop, ECG gemaakt, infuus erin en al pratend wordt de eerste medicatie toegediend. De verpleegkundige en de chauffeur zijn buitengewoon goed op elkaar ingespeeld. Een genot om te zien hoe mooi werken kan zijn. Binnen vijftien minuten rijdt de brancard de afdeling af op weg naar het ziekenhuis. Ik praat daarna de afdeling bij.

in de spiegel
Op weg naar beneden enige ogenblikken voor (zelf)reflectie. Dat was weer goed gegaan. Maar wát als de ambulance er niet en het beeld anders was geweest? Alleen met stethoscoop ben je eigenlijk niet meer dan een veredelde EHBO’er.

ehbo - bhv
Spoedeisende hulp op de werkplek komt te weinig voor om je vaardigheden goed op peil te houden, maar vaak genoeg om een probleem te (kunnen) zijn. De laatste voorvallen schieten me te binnen: drie ernstige, psychische decompensaties: randje crisisdienst, verschillende vasovegetatieve ontregelingen, en onlangs een man met atriumfibrilleren. Het gebeurt toch vaker dan ik dacht. Mijn laatste reanimatietraining is toch al gauw een jaar of zes, zeven geleden.

Hoog tijd voor een opfrisser. Om scherp te blijven.