Onderstaand integraal overgenomen artikel uit Medisch Contact, welke een goede stand van zaken geeft - dd 20 februari 2014 - betreffende de discussie over het gelekte SER voorstel.
Niet alleen de bedrijfsarts wordt afgeschaft, de arbodienst uitgekleedt cq ontmantelt, maar vooral - en heel bijzonder - de huidige klant/portefeuille houder - 'het bedrijf ' - verliest zijn grip op haar eigen primaire bedrijfsprocessen. Zij zullen de vaste bedrijfsarts node gaan missen, want zullen in het vervolg moeten afstemmen met een dozijn (of meer ?) arbeidsgeneeskundigen (namelijk één arbeidsgeneeskundige per elke werknemer/medewerker).
Op de hoogte blijven ? Lees dan dit aardige artikel van Lieke de Kwant - Medisch Contact ( 20 februari 2014 - nummer 8- blz 354-355)
En vooral: lees het origineel van de SER notitie - De uitgelekte SER-notitie - dd 7 jan 2014 - nu zes week oud - dit is het origineel waar het allemaal om draait - en verbaas U.
POLDERSTRIJD OM TOEKOMST BEDRIJFSARTS
Een uitgelekte SER-notitie
suggereert dat de bedrijfsgezondheidszorg op zijn kop gaat. ‘Voorbarige
conclusie’, luidt de officiële reactie, maar daarmee is de kous niet af. De
toekomst van de bedrijfsartsen blijkt inzet van een spannend potje polderen.
Wat is er aan de hand?
‘Plan voor afschaffen bedrijfsarts’, kopte Het Financieele Dagblad op 8 februari. De krant citeerde uit een vertrouwelijke notitie van de Sociaal-Economische Raad (SER), die op verzoek van minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken nadenkt over de toekomst van de bedrijfsgezondheidszorg. Volgens het uitgelekte voorstel zijn verzuimbegeleiding en preventie straks niet meer in één hand – die van de bedrijfsarts – maar in handen van respectievelijk een ‘onafhankelijke arbeidsgeneeskundige in de eerste lijn’ en een ‘bedrijfsarts-nieuwe-stijl’ (zie het nieuwsbericht).
‘Plan voor afschaffen bedrijfsarts’, kopte Het Financieele Dagblad op 8 februari. De krant citeerde uit een vertrouwelijke notitie van de Sociaal-Economische Raad (SER), die op verzoek van minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken nadenkt over de toekomst van de bedrijfsgezondheidszorg. Volgens het uitgelekte voorstel zijn verzuimbegeleiding en preventie straks niet meer in één hand – die van de bedrijfsarts – maar in handen van respectievelijk een ‘onafhankelijke arbeidsgeneeskundige in de eerste lijn’ en een ‘bedrijfsarts-nieuwe-stijl’ (zie het nieuwsbericht).
Het plan is een breuk met de sinds
begin jaren negentig dominante opvatting dat werkgever en werknemers samen
verantwoordelijk moeten zijn voor het inperken van het verzuim. Die visie
vloeide voort uit de parlementaire enquête over de sociale verzekeringen, ofwel
de commissie-Buurmeijer, en leidde tot privatisering van de arbozorg. Het deels
terugdraaien van die privatisering is de wens van de grote vakbonden, die zich
al jaren boos maken over de in hun ogen falende verzuimbegeleiding. Ze voeren
een felle lobby, met als laatste wapenfeit het rapport ‘Verzuimbegeleiding: een
corrupt systeem’ uit oktober 2013.
Nu is de mening van de bonden nog
niet de mening van de SER; de werkgeversorganisaties zijn daarin ook een
belangrijke partij. Het is dan ook de vraag of het uitgelekte plan het
uiteindelijke SER-advies haalt. Toch worden arbodiensten en bedrijfsartsen
inmiddels nerveus, zo blijkt uit reacties en verklaringen op hun websites en
blogs. En niet zonder reden. Uit de adviesaanvraag van Asscher aan de SER
blijkt dat hij wel voelt voor stevig ingrijpen in de bedrijfsgezondheidszorg.
Veelzeggend is dat hij die term alvast afschaft: ‘De uitvoering (…) hoeft niet
noodzakelijkerwijs (geheel) door bedrijfsartsen te gebeuren. Ik spreek daarom vanaf hier over
arbeidsgerelateerde zorg.’
Wat is er nu mis?
Vriend en vijand zijn het erover eens dat het huidige stelsel mankementen kent. Zo is er onvoldoende toegang tot de bedrijfsarts voor met name de groeiende groep zzp’ers, schiet de samenwerking met de reguliere gezondheidszorg tekort en heeft de bedrijfsarts te weinig tijd voor preventie.
Vriend en vijand zijn het erover eens dat het huidige stelsel mankementen kent. Zo is er onvoldoende toegang tot de bedrijfsarts voor met name de groeiende groep zzp’ers, schiet de samenwerking met de reguliere gezondheidszorg tekort en heeft de bedrijfsarts te weinig tijd voor preventie.
De onenigheid begint waar de
onafhankelijkheid en vertrouwelijkheid ter sprake komen. Volgens de vakbonden
is het met beide beroerd gesteld en komt dat door de aard van het stelsel.
Zolang werkgevers de arbozorgverleners betalen, aldus de bonden, hebben zij te
veel invloed op deze zorgverleners en kunnen zij hen onder druk zetten om
vertrouwelijke medische informatie door te geven.
Bedrijfsartsenvereniging NVAB en
organisaties van arbozorgverleners zien over het algemeen geen probleem met de
onafhankelijkheid. Ze wijzen op onderzoeken waaruit blijkt dat de meeste
bedrijfsartsen vinden dat zij onafhankelijk kunnen werken, ondanks de druk die
werkgevers óf werknemers soms op hen uitoefenen. Problemen met de privacy zien
deze partijen wel, maar dan bij zogenaamde verzuimbedrijven die alleen op
afstand met een arts samenwerken. Deze verzuimbedrijven betraden de arbomarkt
na de liberalisering in 2005. Werkgevers kunnen sindsdien kiezen tussen een
vangnetregeling – met een arbodienst – en een maatwerkregeling – met een
verzuimbedrijf. De kwaliteitseisen verschillen sterk per regeling en dat is
volgens de NVAB en de arbodiensten de oorzaak van veel van de huidige
problemen.
Wat de werkgeversverenigingen
precies vinden over de huidige bedrijfsgezondheidszorg is onduidelijk en
VNO-NCW en MKB-Nederland willen geen commentaar geven. Volgens ingewijden
zitten ze redelijk op één lijn met de organisaties van bedrijfsartsen en
arbodiensten.
Waar moet het naartoe?
De vakbonden sturen aan op een
ingrijpende stelselwijziging in de bedrijfsgezondheidszorg zoals geschetst in
het uitgelekte plan, terwijl de werkgevers alleen de knelpunten willen
aanpakken. Het laat zich raden dat die laatste partij vooral niet méér wil gaan
betalen voor verzuimbegeleiding en de invloed op de besteding van het geld wil
behouden.
De arbodiensten en de NVAB,
overigens geen formele partij in de SER (zie kader), benadrukken dat de
geprivatiseerde bedrijfsgezondheidszorg goede resultaten heeft geboekt: het
verzuim is gedaald. Als de overheid nu het stelsel wijzigt, gooit ze dus het
kind met het badwater weg. Vooral het loskoppelen van verzuimbegeleiding en
preventie is volgens de arbozorgverleners onverstandig; een bedrijfsarts moet
weten wat er leeft om de werkgever te kunnen adviseren. Om de problemen rond
toegang tot de bedrijfsarts op te lossen, moet volgens de arbodiensten en
bedrijfsartsen de huidige arbodienstverlening worden aangevuld met
eerstelijnsbedrijfsartsen voor zzp’ers en branchegebonden arbo-organisaties.
Ook moeten er minimumeisen komen waaraan een contract met een bedrijfsarts of
arbodienst moet voldoen. Daarmee kan dan onder meer worden geregeld dat er weer
een open spreekuur komt voor iedereen en dat werkgevers in preventie moeten
investeren.
Wie gaat het SER-advies bepalen?
Dat hangt ervan af welke
‘polderstrategie’ wordt gevolgd, die van het doorschuiven, het compromis of de
uitruil. In het eerste geval ligt er straks geen unaniem advies maar een soort
we agree to disagree-verklaring. Geen aantrekkelijke optie voor de SER, want in
feite verspeelt de raad dan zijn kans om het overheidsbeleid te sturen.
In het geval van een compromis
zullen de sociale partners vermoedelijk aansturen op ‘een beetje van dit en een
beetje van dat’, zoals ook de arbodiensten en de NVAB voorstaan. Zo’n plan
wordt echter alleen door de vakbonden gesteund als het maatregelen bevat voor
bescherming van de onafhankelijkheid en privacy waarin zij vertrouwen hebben.
En voorlopig lijken zij alleen vertrouwen te hebben in een gewijzigde
financiering – een stelselwijziging dus.
Blijft over de uitruil: de partners
betrekken ook andere omstreden onderwerpen bij de onderhandelingen. Dan stemmen
de werkgevers mogelijk in met de door de bonden zo gewenste radicale
verandering van de bedrijfsgezondheidszorg, in ruil voor een soepelere
opstelling over het ontslagrecht of de WW.
Hoe gaat het verder?
Dit potje polderen voor gevorderden
gaat langer duren dan gepland. De publicatie van het advies, gepland voor 1
maart, is uitgesteld tot april/mei. Dit doet vermoeden dat de onderhandelingen
stroef verlopen. Die indruk wordt versterkt door het feit dat journalisten niet
welkom waren op een TNO-congres vorige week waar alle betrokken partijen
samenkwamen. Er moest ‘vrijuit gesproken kunnen worden’.
Als de SER uiteindelijk toch met een
unaniem advies komt, is de kans groot dat Asscher dat overneemt, want dat gebeurt
volgens een SER-woordvoerder in de ‘grote meerderheid van de gevallen’. De
minister zal echter wel streng naar het kostenplaatje kijken, omdat de
aanpassingen in de bedrijfsgezondheidszorg ‘per saldo geen kostenstijging voor
de Zorgverzekeringswet’ mogen opleveren. Dat is een kleine geruststelling voor
de tegenstanders van het uitgelekte plan, want dat voldoet niet aan deze
voorwaarde.
Meer:
Eerder in Medisch Contact: