dinsdag 30 september 2014

Ik heb nog nooit zo hard gewerkt als sinds ik arbeidsongeschikt ben verklaard

Ik heb nog nooit zo hard gewerkt als sinds ik arbeidsongeschikt ben verklaard

Intrigerend interview van Win Brands met Rene Gudé, Denker des Vaderlands en niet aleen ongeneeslijk ziek, maar nu ook stervende.

Zeer sterke denker ! Interview - Trouw - niet ten onrechte wel eens - misschien wel de beste krant van Nederland genoemd - maandag 28 sept 2014, naar aanleiding van boekje:


Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het. Wim Brands in gesprek met René Gude. 60 blz., ISVW uitgevers 2014, € 8,50
'Als de dood er is, ben jij er niet'

Interview Denker des Vaderlands René Gude is stervende. Wim Brands sprak met hem over wat er werkelijk toe doet. Een voorpublicatie uit 'Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het.'

Als jij vraagt hoe het met mij gaat, dan moet ik zeggen dat ik doodziek ben en dat ik mij heel redelijk voel en heel veel doe

René, hoe gaat het met je?
"Nou, ik leef in reservetijd. In april 2011 kreeg ik te horen dat ik nog 10 procent kans had om twee jaar te overleven. En dat is toch mooi al weer drie jaar geleden. Wel zijn de behandelingen nu niet meer bedoeld om mij te genezen, maar om het zaakje te rekken. Dat lukt tot nu toe goed. Er zijn wel twee rare dingen aan. Het eerste is dat ik me tussen die behandelingen door vrij goed voel, dus dat er dan niet zoveel met mij aan de hand is, behalve dat ik zwaar ziek ben.

"Het andere is dat ik al in 2012 in de rubriek 'Het laatste woord' van de NRC mijn laatste woord heb gedaan, en dat ik eigenlijk nog nooit zoveel gekletst heb als sindsdien. Ik ben Denker des Vaderlands geworden en word overal uitgenodigd. Als jij mij vraagt hoe het met mij gaat, dan moet ik zeggen dat ik doodziek ben en dat ik mij tegelijkertijd heel redelijk voel en heel veel doe. Dat wringt. Zouden de mensen niet langzamerhand van mij verwachten dat ik ergens sneu in een hoekje ga liggen?"

Als de mensen dat mochten denken, dan verbied ik hen dat meteen. Je hebt het over de rubriek 'Het laatste woord'. Herinner je je nog wat je toen gezegd hebt?
"Ik ben toen ingegaan op het idee dat mensen twee aandriften hebben. De aandrift om erbij te horen en de aandrift om een beetje bijzonder te zijn. Die staan op gespannen voet met elkaar. Als je erbij wilt horen moet je je individualiteit opgeven, maar om bijzonder te zijn, of ergens eer mee in te leggen, moet je die individualiteit natuurlijk juist aanzetten. Mensen die ziek worden, hebben ook allerlei aandriften. Lance Armstrong raadt mensen bijvoorbeeld aan om net te doen alsof het allemaal niet uitmaakt, om gewoon door te gaan, te vechten, en er niet mee op te houden. Dat komt voort uit ontkenning. Het vervelende is dat je daarmee een hele rare indruk op je omgeving maakt, want die mensen weten allemaal dat je doodziek bent terwijl jij doet alsof dat niet zo is. Dat lijkt mij niet zo'n handige reactie. En de andere extreme reactie is dat je meteen de handdoek in de ring gooit en helemaal niks meer doet, je terugtrekt uit het sociale leven.

Heb je die aanvechtingen gehad?
"Allebei, ja."

En welke was het sterkst?
"Ik ben eerder geneigd om te doen alsof er niets aan de hand is dan om op de bank te gaan liggen huilen. Het is ontzettend lastig om je er steeds van bewust te zijn dat er iets aan het aflopen is. Daar hebben we in het dagelijks leven geen categorieën voor. We leven alsof onze tijd oneindig is. Dat ben ik dus ook weer grotendeels gaan doen, met dit verschil dat ik af en toe, met name met mijn vrouw Babs, het onderwerp echt op tafel gelegd heb en er uitvoerig over ben gaan kletsen."

Wat betekent dat, leven alsof onze tijd oneindig is? Hoe leef je dan?
"Eigenlijk houdt dat in dat je net zo kneuterig blijft als je altijd bent geweest. Je zou zeggen dat iemand die doodziek is zich nergens meer zorgen om hoeft te maken. Maar dat ben ik gewoon blijven doen. Ik kan nog steeds inzitten over onbenullige dingen, zoals onderhoud aan het huis. Ik begin ook aan allerlei projecten - boekjes maken - terwijl ik niet zeker weet of ik ze afkrijg."
Ik heb nog nooit zo hard gewerkt als sinds ik arbeidsongeschikt ben verklaard


Waarom ben je je blijven ergeren aan die kleine dingen?
"Wie te horen krijgt dat hij doodgaat, zou zijn leven schoon moeten vegen van pietluttigheden, zou je denken. Dat geneuzel is voor de levenden. De stervenden hoeven zich daar niet meer druk om te maken. Maar het interessante is dat er dan geen leven overblijft. Het leven zit nu eenmaal zo in elkaar: je ondervindt frictie van dagelijkse kleine fluttigheden en daar maak je je verschrikkelijk druk om. Dus ik ben onbeperkt door blijven tobben, terwijl dit een ideaal moment zou zijn om dat allemaal uit handen te laten vallen."

Je bent ook Denker des Vaderlands geworden. Is het niet vreemd dat je agenda nu voller is dan van wie dan ook?
"Ik heb nog nooit zo hard gewerkt als sinds ik arbeidsongeschikt ben verklaard."
 
Sterven is doodeenvoudig 9789491693496
 


Zie je daar niet soms de absurditeit van in?
"Als ik nu één ding belangrijk vind, dan is het dat ik contact houd met andere mensen. Ik ga niet jankend op de bank liggen of doen alsof er niets aan de hand is. Zulk gedrag vervreemdt mij van mijn geliefden, mijn collega's en alle andere mensen met wie ik verkeer. En juist dat samenzijn met anderen heb ik altijd gedaan. Daarbuiten is niets, niets waar ik mijn hoop op kan stellen."

Welke filosofen boden troost toen jij die onheilstijding kreeg?
"Op de sceptici, met name op Pyrrho van Elis. Pyrronisme is een minder bekend woord voor scepsis. De sceptici waren nergens dogmatisch in; ze wilden alle mogelijkheden openhouden en nooit een definitief oordeel vellen. Bovendien waren alle sceptici dokters en dat is geen toeval. Een medische conditie is nooit zeker, ook niet als er iets ernstigs aan de hand is. Nooit krijg je een concrete mededeling, bijvoorbeeld 'over drie weken, op dinsdag, om kwart over drie, dan is het afgelopen'. 'U bent ernstig ziek en we weten niet hoe het verder gaat verlopen' krijg je te horen, en een of andere kansrekening.

"Eigenlijk zijn de vaste punten die bij je gezonde leven hoorden verdwenen. En vaste punten in je ziekte worden je niet gegeven. De sceptici waarschuwen je om niet toe te geven aan je neiging om die punten dan maar zelf te gaan maken. Je moet leren leven met onzekerheid. Dat is de enige manier waarop je open kunt blijven staan, zowel voor eventuele nieuwe informatie over je toestand als voor de geliefden in je omgeving."
Het verhaal dat je jezelf vertelt is een rationalisering van je conditie, en die zorgt ervoor dat je emotioneel niet meer goed opereert
Wat voor vaste punten gaan mensen dan fabriceren?
"'Het is afgelopen', bijvoorbeeld. Dat is een hele sterke. Terwijl dat nog helemaal niet zo is, want je leeft gewoon door. Of: 'waarom moest dit míj overkomen?' Het is verleidelijk om een oorzakelijk verhaal te bedenken. Dan krijgt je ziekte een betekenis. Dit had jou niet mogen overkomen. Terwijl dat natuurlijk gelul is, want je wordt ziek en dat kan iedereen overkomen, jou dus ook. Het verhaal dat je jezelf vertelt is een rationalisering van je conditie, en die zorgt ervoor dat je emotioneel niet meer goed opereert. En dan komen we van Pyrrho van Elis op Seneca, een stoïcijn.

"De sceptici zeiden: leg je niet vast op verkeerde oordelen, maar blijf openstaan. De stoïci wijzen erop dat je je emoties hun gang moet laten gaan en er geen domme, rationele ideeën overheen moet smeren. Het leuke van emoties is dat ze ineens oplaaien - je wordt heel erg ongelukkig, heel erg bang of heel erg boos - maar op dat omhoog loeien volgt een natuurlijke afvlakking.

"Emoties hebben de eigenschap heel sterk te zijn en dan vanzelf weer weg te ebben, tenzij je jezelf rationeel een verhaal vertelt waardoor je in die emotie blijft hangen. Stoïcijns zijn betekent niet dat je je emoties neerknuppelt, integendeel, stoïcijns zijn betekent dat je je emoties op hun beloop laat. Die horen ook bij ziek zijn. Laat die emoties vrolijk gaan, en wees er beducht op dat je niet met domme rationaliseringen aan de slag gaat, dat je jezelf geen rare verhalen vertelt."

René, maar wat doe je als het drie uur 's nachts is en aardedonker, en het regent en je wordt bekropen door een enorme doodsangst, door een groot zwart gat waarin je kijkt en dat tegen je roept 'ja, maar binnenkort!' Wat dan?


"Je moet juist oppassen met dit soort verhalen. Als je je een enorm sterke voorstelling maakt van de dood, hoe het zou zijn als jij er niet meer bent, dan ben je met iets bezig dat zich nog niet heeft voorgedaan en dat je nog nooit zelf hebt beleefd. Dat is onempirisch.


Je tovert jezelf voorstellingen voor, en die roepen emoties op. Je maakt met een irreëel beeld je emoties wakker. Het beste is om geen ideeën over de dood te hebben. Als de dood er is, ben jij er niet en kun je er dus ook niets over weten. Misschien bof ik een beetje, maar ik ben écht niet bang voor de dood. Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het."

Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het. Wim Brands in gesprek met René Gude. 60 blz., ISVW uitgevers 2014, € 8,50


 
Terugkijken: openhartige Denker des Vaderlands over zijn naderende einde 
rene gude  

Het was de bedoeling dat Denker des Vaderlands René Gude, in mei 2013 benoemd, vaker bij De Wereld Draait Door zou aanschuiven om te praten over zijn humeurmanagement.

Maar het liep anders. Botkanker weerhield hem van frequente bezoeken aan het dagelijkse programma. Gisteren was hij er wel, om te praten over humeur, sterven en verdriet. Voor het laatst. “Ik weet niet of ik de Kerst nog haal.”

Samen met Wim Brands heeft Gude het boek Sterven is doodeenvoudig – Iedereen kan het geschreven. Brands interviewde Gude voor dagblad Trouw: “Ik ben eerder geneigd om te doen alsof er niets aan de hand is dan om op de bank te gaan liggen huilen. Het is ontzettend lastig om je er steeds van bewust te zijn dat er iets aan het aflopen is.”

“Je kunt je een voorstelling maken van de dood, dat weet ik, maar dat heb ik mezelf juist afgeleerd. Want je kunt je ook eigenlijk geen voorstelling maken van de dood, althans niet die van jezelf. Niemand heeft zijn eigen dood meegemaakt.”

En: “Ik heb heus wel een bucket list hoor, Matthijs.”
Bekijk het volledige indrukwekkende en openhartige gesprek tussen Gude en Van Nieuwkerk hier:
http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/321336


De Wereld Draait Door: 'Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het.': René Gude | VARA, 29 sep 2014


Filosoof en Denker des Vaderlands René Gude is stervende. Wim Brands interviewde hem erover. Dit gesprek is gepubliceerd in het boek 'Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het.'. René Gude is te gast in De wereld draait door.

Filosoof en Denker des Vaderlands René Gude is stervende. Wim Brands, programmamaker en dichter, interviewde hem. Nu het einde bijna in zicht komt sprak Brands met Gude over humeurmanagement, de troost van de filosofie en over wat er nu werkelijk toe doet in het leven.

http://www.gezond24.nl/tv-uitzending/g24_2136/Ren%C3%A9-Gude-over-zijn-aanstaand-overlijden


Bekijk dan ook:

http://omroep.human.nl/oba-live/wim-brands-in-gesprek-met-rene-gude.html

maandag 29 september 2014

Verzuim verder gedaald: blijft onder vier procent, maar nog steeds grote verschillen naar grootte bedrijf en branche/sector

Arbeidsongeschiktheid en ziekteverzuim: in tweede kwartaal is het ziekteverzuim verder gedaald

Arbeidsongeschiktheid

Eind eerste kwartaal 2014 werden 821 duizend arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (uitkeringen in het kader van de WIA, WAO, Wajong, Wet Wajong en WAZ) verstrekt. De WAO-uitkeringen zijn inmiddels gedaald tot 367 duizend. De uitkeringen in het kader van (wet) Wajong en WIA (de regelingen IVA en WGA) namen in de eerste drie maanden van 2014 toe met respectievelijk 9 en 18 duizend. Eind maart 2014 werden 193 duizend WIA-uitkeringen verstrekt: 138 duizend WGA-uitkeringen en 54 duizend IVA-uitkeringen.

Arbeidsongeschiktheid en ziekteverzuim

Arbeidsongeschiktheid en ziekteverzuim

 

Ziekteverzuim in Nederland in tweede kwartaal verder gedaald

Het ziekteverzuimpercentage in Nederland kwam in het tweede kwartaal van 2014 uit op 3,7 procent. Dit betekent dat er van alle 1000 werknemers in Nederland 37 vanwege ziekte thuiszaten. Hiermee is het ziekteverzuim in Nederland verder gedaald. Ter vergelijking, in dezelfde periode drie jaar geleden, 2011, waren er op 1000 werknemers nog 41 ziek. In de jaren daarna nam dit aantal langzaam maar gestaag af naar 37 in 2014.

Ziekteverzuimpercentage Nederland, tweede kwartaal

tijdreeks ziekteverzuim
Het ziekteverzuim verschilt per bedrijfstak. In het onderwijs was het ziekteverzuim het hoogst, in de horeca was het verzuim met 2 procent het laagst. Dit heeft een aantal oorzaken. Zo is de gemiddelde leeftijd van de werknemers van alle bedrijfstakken het laagst bij de horeca. De gemiddelde leeftijd van werknemers in het onderwijs is relatief hoog. Het verzuim neemt namelijk toe met de leeftijd. Daarnaast kent de horeca veeloproepkrachten met een nul-uren contract. Omdat er de werkgever bij dergelijke contracten in geval van ziekte niet altijd hoeft door te betalen, heeft dit voor de werkgever geen effect op het verzuimpercentage, ook al is de werknemer ziek.

Ziekteverzuimpercentage naar bedrijfstak, tweede kwartaal 2014

ziekteverzuim bedrijfstak

woensdag 24 september 2014

De Poetin aanpak van de FNV- gewoon doorgaan op de ingeslagen weg - bedrijfsgezondheidszorg moet op de schop

De Poetin-aanpak - Dolf Algra                  

De crisis rond bedrijfsarts verdiept zich. FNV op ramkoers en zorgverzekeraar Menzis stapt in.

Een uiterst curieuze ontwikkeling.

Afgelopen donderdag verraste de FNV het arbo- en bedrijfsartsenwereldje met het persbericht dat FNV-leden met Menzis een 'onafhankelijke' bedrijfsarts krijgen. 'Wie zich als FNV-lid verzekert bij Menzis heeft straks vrije toegang tot een onafhankelijke bedrijfsarts voor adviezen over werk en gezondheid, om ziekte of arbeidsongeschiktheid door het werk te voorkomen'. Het blijkt een nieuwe dienst van zorgverzekeraar Menzis te zijn in het kader van een nieuw contract van het zorgcollectief van de FNV bij Menzis.




Bedrijfsartsen in vakbondshuizen

De 'onafhankelijke' bedrijfsartsen komen naar verluidt op 35 plekken in het land, 'zoveel mogelijk gekoppeld aan de vakbondshuizen die de FNV gaat inrichten'. 'De artsen zijn 100 procent onafhankelijk van werkgevers en arbodiensten. Ze zijn bevoegd om door te verwijzen naar de fysiotherapeut, eerstelijnspsycholoog of diëtist', aldus het persbericht.
 
FNV op ramkoers
 
Je kunt alles van de FNV vinden, maar met meel in de mond te praten doen ze daar niet. Het is allemaal glashelder. De FNV adviseert – in directe aansluiting op het vrijdag uitgebrachte SER-advies 'Betere zorg voor werkenden' – minister Asscher van Sociale Zaken 'om de huidige structuur van arbodienstverlening op te heffen. Het is niet anders te lezen dan als een regelrechte oorlogsverklaring aan zowel de werkgevers, de arbodiensten als de bedrijfsartsen.
 
 
 
 
 
 
NVAB is het beu
 
De NVAB reageerde als door een slang gebeten. In een ongekend felle reactie spuit zij haar gal: 'De NVAB heeft er echt genoeg van dat bedrijfsartsen voortdurend worden afgeschilderd als niet onafhankelijk. Deze beeldvorming is schadelijk voor de beroepsgroep en de NVAB neemt er nadrukkelijk afstand van'. 
Een krachtig en toe te juichen signaal, maar wel vier jaar te laat. Want laten we wel wezen: de FNV vertelt niets nieuws. Vier jaar geleden startte de FNV een doelbewuste campagne om de bedrijfsgezondheidszorg op de schop te nemen – men leze daarvoor het rapport Fit naar de Finish.
 
Te bespelen sentiment: de integriteit van de bedrijfsarts
 
Kritische succesfactor daarbij was/is of de FNV de integriteit van de bedrijfsarts afdoende in twijfel/in diskrediet kon brengen. Toegegeven moet worden dat ze daar redelijk goed in geslaagd is. Onder andere geholpen door het – tot nu toe dus – oorverdovende stilzwijgen van de NVAB.
Het blijkt een uiterst goed en handig te bespelen sentiment. En bovendien zeer besmettelijk. Iedereen weet het nu bijna wel zeker: ergens klopt er iets niet met die bedrijfsarts.
 
 
 
 
 

 
Ook gij, SER ?
 
Zelfs de SER is buitengewoon handig ingepakt als zij in haar advies spreekt over 'een (gepercipieerd) tekort aan onafhankelijkheid van de bedrijfsarts'. Let op de haakjes! Een gepercipieerd tekort aan onafhankelijkheid. Inderdaad perceptie, want het is niet onderbouwd met harde casuïstiek. Geen feiten, vooral onderbuikgevoelens. Maar zijn we/ze in de polder nu zover weggezakt dat zelfs de SER zich door de onderbuik laat leiden? Dat stemt tot nadenken.
 
Poetin aanpak
 
Velen dachten/hoopten dat de discussie over de toekomst van de bedrijfsgezondheidszorg zou doodbloeden, op basis van de diepe verdeeldheid in de polder. Maar rekenden buiten de gestaalde kaders en Poetin-aanpak bij de FNV: gewoon doorgaan op de ingeslagen weg.
Het doel heiligt alle middelen. Dus eerder gewaardeerde basisspeler NVAB kan nu op de bank zitten en de vakbondsdokter – gecontracteerd en gesponsord door Menzis – wordt ingebracht.

Gaat een heleboel gedonder geven, maar dat is juist de bedoeling. De zaak moet namelijk op de schop. Hebben we toch altijd al gezegd? Nou dan.

                                       


pm: dit is variant van blog zoals gepost op Medisch Contact - 24 sept 2014

vrijdag 19 september 2014

SER advies nu definitief vast gesteld cq afgerond: verdeeldheid blijft - zoals ook de FNV stemmingmakerij

Het SER advies over toekomst van de bedrijfsgezondheidszorg is nu definitief aan de Minister van Sociale Zaken aangeboden. Zoals verwacht is het een verdeeld advies gebleven - volgens traditionele polderlijnen. De FNV volhardt in haar stemmingmakerij cq kruistocht tegen de bedrijfsarts.

Onderstaand aller eerst het persbericht van de SER, daarna gevolgd door visie FNV zoals verwoord naar NU.nl:

1. persbericht SER

SER stelt advies over arbeidsgerelateerde zorg vast

        
19 september 2014

De SER heeft vanochtend een advies over arbeidsgerelateerde zorg vastgesteld. In dit advies geeft de raad een unanieme toekomstvisie. Volgens de raad moet de arbeidsgerelateerde zorg kwalitatief beter worden: effectiever, met meer kennis van zaken, met aandacht voor preventie en re-integratie, én toegankelijk voor alle werkenden. Over de route ernaar toe wordt verschillend gedacht binnen de SER.

Het kroonlid Louise Gunning verving Ferdinand Grapperhaus als voorzitter van de commissie die het advies had voorbereid. Zij onderstreepte het grote belang van een goede arbeidsgerelateerde zorg, niet alleen voor de preventie en het terugdringen van ziekteverzuim, maar ook als bron van kennis voor de algemene gezondheidszorg. Het kabinet had de SER vijf scenario’s voorgelegd om de knelpunten in de arbeidsgerelateerde zorg op te lossen. Uit een consultatie door de SER van ‘het veld’ en diverse deskundigen bleek echter dat geen van de scenario’s op een breed draagvlak kan rekenen. De SER heeft elementen uit de verschillende scenario’s gehaald en samengevoegd tot bouwstenen voor een eigen visie op de toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg. Deze visie wordt nu breed gedeeld, en is daarmee een belangrijke stap vooruit en winstpunt van het advies.

Namens de drie vakcentrales sprak FNV-bestuurder Ruud Kuin. Hij benadrukte het belang van financiële onafhankelijkheid van de bedrijfsarts. Het huidige systeem bevat te veel prikkels om verzuim tegen te gaan en te weinig prikkels als het gaat om preventie. De vakcentrales pleiten voor het opnieuw wettelijk waarborgen van de vrije toegang voor werkenden tot het arbospreekuur en van de bedrijfsarts tot de werkplek. Daarnaast zou de preventiemedewerker moeten worden gekozen door het personeel. Ook zou er een wettelijke minimumeis moeten komen die garandeert dat arbodienstverleners voldoende tijd besteden aan preventie. De vakcentrales vinden dat goede arbeidsgerelateerde zorg kan worden geboden door interne arbodiensten of sectorale dan wel branchegeorganiseerde of regionale organisatievormen.

MKB-Nederland-voorzitter Michaël van Straalen voerde het woord namens de drie centrale ondernemersorganisaties. Ook hij stelde dat de bedrijfsarts onafhankelijk moet zijn, maar dat dit al voldoende is gewaarborgd door de professionele richtlijnen van de beroepsgroep, de BIG-registratie en het medisch tuchtrecht. De werkgever moet de regie blijven voeren over het verzuimmanagement en het verzuimbeleid, omdat de werkgever verplicht is het loon door te betalen bij ziekte van de werknemer. Daartoe moet hij over informatie kunnen beschikken die nodig is voor de re-integratie van zijn werknemer. Van Straalen ziet dit advies als een nuttige tussenstap op weg naar een betere arbeidsgerelateerde zorg.

Romke van der Veen gaf namens alle kroonleden aan waardevolle elementen te zien in beide routes. De werkgevers gaan uit van de verantwoordelijkheid en dus de regie en zeggenschap van de werkgever over de arbozorg. De werknemers leggen de nadruk op de onafhankelijkheid van de arbozorg met de mogelijkheid van een meer sectorale of regionale organisatie. Tegelijkertijd constateren de kroonleden dat de huidige verdeling van financiële verantwoordelijkheden op het terrein van ziekte en arbeidsongeschiktheid implicaties heeft voor de arbeidsgerelateerde zorg. Om tot een breder draagvlak te komen is het nodig deze bredere context erbij te betrekken, aldus Van der Veen.
SER-voorzitter Mariëtte Hamer onderstreepte de relevantie van het advies en zei met belangstelling uit te kijken naar hoe het advies zal worden opgepakt door het kabinet.






2. Bron: NU .nl

FNV vindt bedrijfsarts niet objectief

Vakcentrale FNV vindt dat een bedrijfsarts niet objectief medisch kan handelen omdat hij aan de ene kant wordt betaald door de werkgever, en aan de andere kant de zieke werknemer moet begeleiden naar herstel.

FNV vindt bedrijfsarts niet objectiefFoto:  Hollandse Hoogte
Daarom pleit de FNV voor een onafhankelijke bedrijfsarts, zo maakt de werknemersorganisatie vrijdag bekend.
De organisatie pleit ervoor om wettelijk vast te leggen dat bedrijfsartsen zich richten op preventie en veiligheidsbeleid binnen bedrijven.
"In de SER hebben we unaniem geconstateerd dat de huidige bedrijfsarts te weinig weet van beroepsziekten, vrijwel niets doet aan preventie en onvoldoende sector-specifieke kennis bezit", zegt FNV-vicevoorzitter Ruud Kuin.
Hij verwijst naar een onlangs verschenen advies van de Sociaal Economische Raad waarin staat dat werkgevers en werknemers het niet eens worden over de toekomst van de bedrijfsarts. De partijen zijn het niet eens bij wie de verantwoordelijkheid moet komen te liggen.
De vakbonden willen er met strengere regelgeving voor zorgen dat de arbozorg verbetert. De werkgevers willen juist dat zij de regie blijven houden over de arboarts. Zo willen zij zelf bepalen met welke dienst ze in zee gaan. Een onafhankelijke bedrijfsarts is essentieel voor betere verzuimbegeleiding en preventie, vindt de FNV.
Arbodienstverlener Capability wil juist het huidige systeem intact laten en komt met de optie om de bedrijfsarts te kunnen wraken bij de schijn van partijdigheid. 
Door: NU.nl/Novum

dinsdag 9 september 2014

SER advies toekomst bedrijfsgezondheidszorg: geen chocola van te maken

 

 Verdeeld SER advies: Geen chocola van te maken


Het Ontwerpadvies Toekomst arbeidsgerelateerde zorg van de SER  (1) (2) kan worden beschouwd als een brevet van onvermogen van de 'polder/sociale partners'. Er is meer dan een jaar aan gewerkt en het eindresultaat is niet meer dan een rammelend houtje-touwtjestuk zonder eenduidige  keuzes én zonder financiële verantwoording (wat kost dat en vooral ook: wie gaat dat betalen?).

De raad maakt haar pretentie een goed onderbouwde, uitgewerkte,  breed gedragen toekomstvisie te presenteren niet waar. Het blijft hangen in een tekentafelwerkelijkheid van een verdeelde polder. Het is onevenwichtig en niet rijp. Hier valt geen chocola van te maken.

Dat is een teleurstellende constatering, maar geeft wellicht wel de huidige stand van zaken in de polder juist weer: de sociale partners zijn niet in staat om – in gemeenschappelijkheid – een deuk in een pakje boter te slaan. Het is tekenend voor de teloorgang van de, nu sterk feodaal opererende, polder, én de snelle politisering – door actief toedoen van de bonden – van het werkveld van de bedrijfsarts.
Van een echt advies, wat de titel pretendeert/suggereert is geen sprake.

De raad constateert dat 'er geen breed gedragen voorkeur bestaat voor één specifiek scenario, noch binnen de raad, noch onder de geconsulteerde stakeholders en deskundigen'.  De raad knutselt (uit armoe?) daarom zelf maar een model in elkaar. Dat pakt niet goed uit. Het blijkt een afgezwakte variant van het driedelingsmodel dat SER-kroonlid Grapperhaus eerder in mei op de NVAB dagen presenteerde.(3 4 5) Maar ook deze sterft in schoonheid. Het staat bol van de niet onderbouwde vooronderstellingen en argumentatielijnen met een te hoog jumping to conclusions-gehalte. Pijnlijk onrealistisch vooral.
 

Het meest dodelijke onderdeel van het 'advies' is de financiële paragraaf. Die ontbreekt dus geheel. De echte killer is het zinnetje dat de ambtelijke werkgroep, gezien 'de beschikbare informatie en de mate van uitwerking van het advies ' 'tot de conclusie is gekomen dat op de belangrijkste onderdelen van het advies geen kwantitatieve duiding mogelijk is'. Absoluut dodelijke zin. Einde oefening dus. SER afgeserveerd.

Minister Asscher van Sociale Zaken, de aanvrager van het advies, kan tevreden zijn: dit verdeelde advies biedt alle beleidsruimte die hij nodig acht/heeft. Desgewenst kan hij het advies zo in het ronde archief schuiven.

De 'coup' – want zo kun je het best wel noemen – van de vakbonden  met als doel de bedrijfsgezondheidszorg weer publiek te maken én het werkveld weer onder invloed van de bonden te krijgen met de strijdkreet 'de bedrijfsarts is niet te vertrouwen', is tot nu toe (!) niet gelukt. Dat is het goede nieuws.

Maar: hoe moet dit nu verder? Genoeg stof tot overdenking, dat zeker. Maar een patstelling in de discussie én een geschonden imago van de SER zijn het gevolg. Toch zullen de bonden en de Grapperhaus/van Dijk-aanhangers niet opgeven. De NVAB (6 7) heeft al eerder kleur bekend en een duidelijke keuze gemaakt vóór het driedelingsmodel van Grapperhaus. Een verkeerde strategische keuze, want niet realistisch en vooral onwerkbaar. Dat vraagt om een helder tegengeluid. Om te beginnen vanuit de eigen beroepsgroep.
 
ook als blog op Medisch Contact verschenen
 
 
 

Grapperhaus-driedeling:
Reactie NVAB op ontwerpadvies:

vrijdag 5 september 2014

verdeeld ser advies - vers van de pers - ontwerp advies - plus eerste reacties - oordeel zelf

Het langverwachte Ser advies over de toekomst van de bedrijfsgezondheidszorg is in  een ontwerp versie uitgebracht.

PERSBERICHT SER

Ontwerpadvies: SER wil kwalitatief betere arbeidsgerelateerde zorg

5 september 2014

De arbeidsgerelateerde zorg moet kwalitatief beter worden: effectiever, met meer kennis van zaken, met aandacht voor preventie en re-integratie, én toegankelijk voor alle werkenden. Dat staat in een ontwerpadvies dat de SER in zijn openbare vergadering van vrijdag 19 september a.s. zal behandelen.

Het ontwerpadvies is een vervolg op het SER-advies Stelsel voor gezond en veilig werken uit 2012. Daarin noemde de raad het ontbreken van een goede relatie tussen bedrijfsgezondheidszorg en reguliere zorg als een van de knelpunten. De factor arbeid blijkt in de reguliere gezondheidszorg nog vaak een blinde vlek en kennis over arbeidsgeneeskunde schiet tekort. In de toekomst moet dat veranderen. Bovendien moet arbeidsgerelateerde zorg dan beschikbaar zijn voor alle werkenden (inclusief zzp’ers) en werkzoekenden, in het belang van hun gezondheid en duurzame inzetbaarheid.

Toekomstvisie
 Het ontwerpadvies schetst een toekomstvisie voor de arbeidsgerelateerde zorg en wijst daarbij in het bijzonder op veranderingen op de arbeidsmarkt en het toegenomen belang van duurzame inzetbaarheid van werkenden. Deze visie wordt unaniem onderschreven door de leden van de commissie die het ontwerpadvies heeft voorbereid. Zij gaan ervan uit dat verschillende vormen van arbeidsgerelateerde zorg naast elkaar kunnen bestaan:

* binnen het bedrijf (interne arbodiensten);
* binnen branche, sector of regio;
* door de huisarts of de eerstelijnsgezondheidszorg.

Voor een kwalitatief betere arbeidsgerelateerde zorg is een (robuuste) ondersteuning nodig door een goed toegankelijke kennisinfrastructuur. Deze kan inzichten en kennis over arbeidsgerelateerde gezondheidsproblemen, diagnose en behandeling samenbrengen en verspreiden. Dit verbetert bovendien de signalering, diagnostiek en preventie van beroepsziekten.

Het ontwerpadvies bevat ook voorstellen om het melden van beroepsziekten door bedrijfsartsen te verbeteren.

Grotere effectiviteit en efficiency van zorg kunnen minder verzuim, minder uitval en minder zorgkosten met zich brengen en daarmee ook minder kosten voor werkgevers, werknemers en de samenleving.

Twee routes
 Binnen de commissie van voorbereiding bestaan verschillende opvattingen over de route die zou moeten worden gevolgd om tot een betere arbeidsgerelateerde zorg te komen. Een deel van de commissie benadrukt dat de werkgevers, in samenspraak met het medezeggenschapsorgaan, de regie moeten blijven voeren op het verzuimmanagement. Bedrijven bepalen zelf met welke arbodiensten en deskundigen ze een contract afsluiten voor arbodienstverlening. Een ander deel van de commissie pleit voor investeringen en wettelijke ondersteuning om de gewenste verbeteringen te realiseren. Dit deel pleit onder meer voor een andere financiering van de bedrijfsarts en voor een wettelijk gewaarborgde toegang tot de bedrijfsarts.

Stand van zaken
 De Commissie Arbeidsomstandigheden, onder voorzitterschap van het kroonlid Ferdinand Grapperhaus, heeft het ontwerpadvies voorbereid. Het is een reactie op de adviesaanvraag van 10 juli 2013 van de ministers van SZW en VWS. Het advies zal worden behandeld in de openbare raadsvergadering van vrijdag 19 september. Op dit moment ligt het ontwerpadvies ter bespreking bij de achterbannen van de organisaties van werkgevers en van werknemers.

 In zijn adviesaanvraag aan de SER gebruikt het kabinet de term ‘arbeidsgerelateerde zorg’, om daarmee aan te geven dat het gaat om zorg die niet noodzakelijkerwijs (geheel) door bedrijfsartsen behoeft plaats te vinden. Arbeidsgerelateerde zorg kan worden geboden door de bedrijfsgezondheidszorg - die is gericht op het voorkomen van beroepsziekten, bedrijfsongevallen, ziekte en verzuim van werknemers - en in de reguliere zorg.

Noot voor de redactie:
 Nadere informatie bij Mariek de Valk, 070 3499 648, m.de.valk@ser.nl 


LINK NAAR ONTWERPADVIES:

http://www.ser.nl/nl/publicaties/adviezen/2010-2019/2014/toekomst-arbeidsgerelateerde-zorg.aspx






EERSTE BERICHTEN: NU.NL, NRC Q, MEDISCH CONTACT EN FD


1. BERICHT NU NL:

Sociale partners oneens over toekomst bedrijfsarts
Het is werkgevers en werknemers niet gelukt om met een eenduidig advies te komen over de toekomst van de bedrijfsarts.

Beide partijen onderschrijven dat de werkgerelateerde zorg beter moet. Maar over wie daarvoor verantwoordelijk is, werden ze het niet eens. Dat is op te maken uit een vrijdag gepubliceerd advies van de Sociaal-Economische Raad (SER).

De vakbonden willen er met strengere regelgeving voor zorgen dat de arbozorg verbetert. Zo moet worden vastgelegd dat personeel altijd toegang heeft tot een bedrijfsarts.

Ook willen ze dat er meer geld beschikbaar wordt gesteld en dat bedrijfsartsen financieel onafhankelijk opereren van de werkgevers. Hierdoor moet de arbozorg meer in handen komen van de werknemer.
Arboarts

De werkgevers willen juist dat zij de regie blijven houden over de arboarts. Zo willen zij zelf bepalen met welke dienst ze in zee gaan. Via de personeelsvertegenwoordiging kunnen de werknemers en dus de vakbonden hier wel inspraak in krijgen. De betere arbozorg mag bovendien niet meer gaan kosten.

De beide partijen zijn het er wel eens geworden over dat flexwerkers, zoals zzp'ers, ook beter toegang moeten krijgen tot arbeidsgerelateerde zorg. De rol van de huisarts in het voorkomen van bedrijfsziektes moet daarnaast groter worden. Om de kosten in de hand te houden kan de zorg bijvoorbeeld per sector worden geregeld. Door meer kennis en gegevens uit te wisselen kunnen ziektes bovendien beter worden voorkomen.

Het niet eenduidige ontwerpadvies is vrijdag naar minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher (PvdA) verstuurd. De achterban van de werkgevers en werknemers mogen nog wel reageren. Asscher had de sociale partners vorig jaar om input gevraagd vanwege de problemen met de toegankelijkheid van de bedrijfsarts en het voorkomen en inzichtelijk maken van bedrijfsziektes.
CNV

"Als we echt willen dat zieke werknemers goed begeleid worden, dan moet de overheid werkgevers meer achter de broek zitten", aldus CNV-voorzitter Maurice Limmen in een reactie op het SER-advies.

"Bij de Inspectie SZW is slechts één inspecteur die zich hiermee bezighoudt. Op die manier wordt het natuurlijk nooit wat. Het succes van het door de SER bepleite stelsel begint met een wettelijke verplichting om hieraan deel te nemen. Een adequaat controle- of sanctiebeleid is hierbij vervolgens essentieel."
Door: Novum
2. BERICHT VAN MEDISCH CONTACT:

5 september 2014

Verdeeld SER-advies over bedrijfsgeneeskunde
 

De Sociaal-Economische Raad (SER) is niet tot een unaniem advies gekomen over de toekomst van de bedrijfsgezondheidszorg. De werkgeversorganisaties houden vast aan de huidige situatie, waarbij de werkgever een contract afsluit met een bedrijfsarts of arbodienst. De werknemersorganisaties willen een andere financiering, omdat de bedrijfsarts nu niet onafhankelijk zou zijn.

Dat blijkt uit het conceptadvies Toekomst Arbeidsgerelateerde zorg, dat de SER vandaag naar buiten brengt. Eigenlijk had het in maart al moeten verschijnen, maar de besprekingen verliepen moeizaam.

In het conceptadvies schetsen de sociale partners aanvankelijk eensgezind de gewenste einddoelen, namelijk een effectievere bedrijfsgezondheidszorg die ook toegankelijk is voor zzp’ers, meer aandacht voor de factor werk in de reguliere zorg en een ondersteunende kennisinfrastructuur op het gebied van werk en gezondheid. Over de weg daarheen verschillen echter de meningen.

De werkgeversorganisaties wijzen erop dat het ziekteverzuim sinds de invoering van de marktwerking in de arbodienstverlening aanzienlijk is gedaald. Ze zien daarin reden om vast te houden aan de huidige situatie, waarbij de werkgever de regie heeft en in samenspraak met de OR een bedrijfsarts of arbodienst in de arm neemt. Schendingen van de privacy van werknemers zijn incidenten, aldus de werkgevers, en de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts wordt al gegarandeerd door de BIG-registratie, professionele richtlijnen en het tuchtrecht.

De vakcentrales zijn het hier niet mee eens. Ze willen dat werknemers meer regie krijgen over hun eigen zorg en terecht kunnen bij een bedrijfsarts ‘in wie zij vertrouwen hebben’. Dit kan volgens de bonden alleen als die arts niet rechtstreeks door de eigen werkgever wordt betaald. Omdat de kosten voor de Zorgverzekeringswet niet mogen stijgen van het kabinet, moeten de werkgevers de bedrijfsgezondheidszorg wel blijven bekostigen, maar dan indirect, aldus de bonden.

De werkgevers- en werknemersorganisaties zullen het conceptadvies de komende weken bespreken in hun achterban. Mogelijk worden naar aanleiding daarvan nog enkele aanpassingen gedaan. Vervolgens zal de voltallige Sociaal-Economische Raad op vrijdag 19 september  stemmen over het concept. De uitslag van deze stemming wordt opgenomen in het definitieve advies aan minister Asscher van Sociale Zaken en minister Schippers van Volksgezondheid.

Lieke de Kwant

•Persbericht van de SER over conceptadvies


•Ontwerpadvies Toekomst Arbeidsgerelateerde zorg


Lees ook:

•Groep bedrijfsartsen neemt stelling tegen NVAB


•Polderstrijd om toekomst bedrijfsarts


•‘Onrust over SER-plan bedrijfsartsen onnodig’


•NVAB-topman Penders: ‘Er bestaat huiver om bedrijfsarts te worden’




3. BERICHT NRC Q

De bedrijfsarts van de toekomst moet het anders - lees beter - gaan doen. Grote bedrijven, banken en ziekenhuizen moeten hun eigen arbodiensten optuigen. Bedrijfsartsen moeten meer per branche, sector of regio gaan werken. En huisartsen moeten ook een beetje bedrijfsarts gaan worden. Voor de ZZP’ers.

Die drie ‘routes’ staan volgens bronnen in het langverwachte ontwerpadvies dat de Sociaal Economische Raad (SER) vandaag presenteert. Maar de SER blijft over het thema verdeeld.
Wat is er aan de hand met bedrijfsartsen?

De sector is de laatste jaren vooral in het nieuws met schandalen. Het College Bescherming Persoonsgegevens concludeerde al in 2008 dat Tredin uit Lelystad medische gegevens van werknemers aan werkgevers doorspeelde.

Zembla toonde in 2012 hoe de arbodienst VerzuimReductie zieke werknemers telefonisch uithoorde en hun privacy schond, waarna de topman opstapte. Vakcentrale FNV opende een meldpunt waar een rapport uitkwam getiteld: “Verzuimbegeleiding: een corrupt systeem”.

Zelf concludeerde de SER al in 2012 dat bedrijfsartsen niet onafhankelijk en toegankelijk genoeg zijn en te weinig doen aan het voorkomen van ziekte.
Waarom is nu advies nodig?

Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken vroeg de SER om advies met het oog op de toekomst. Omdat we ouder worden en langer doorwerken en de arbeidsmarkt steeds flexibeler wordt, wordt de zorg voor werknemers steeds belangrijker.
Wat moet er allemaal veranderen?

In het ontwerpadvies pleit de SER daarom voor een periodiek gezondheidsonderzoek, een ’werknemers-APK’, en een betere begeleiding van zieken.

Alle werkenden moeten vrije toegang krijgen tot een bedrijfsarts. Voor het groeiende aantal zzp’ers en bijvoorbeeld werklozen zou de huisarts voor ‘bedrijfsarts’ moeten spelen. Alle beroepsziekten moeten gemeld en centraal geregistreerd worden. Werkgevers blijven verantwoordelijk voor alle kosten. Maar de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts moet wél gewaarborgd zijn.
Waarom is het advies vertraagd?

Vakbonden en werkgevers kunnen het onderling al maanden niet eens worden. De bonden vinden dat werkgevers meer geld moeten uittrekken om ziekte op de werkvloer te voorkomen, en dat bedrijfsartsen te afhankelijk van werkgevers zijn. Bovendien vinden ze het kwalijk dat circa eenvijfde van de Nederlandse bedrijven niet eens een bedrijfsarts heeft.

Werkgevers op hun beurt willen zelf kunnen kiezen uit het grote aanbod van bedrijfsartsen, arbodiensten en verzuimbureau’s. Ook willen ze de kosten (1,1 miljard euro in 2012) terugdringen.
Wat vindt iedereen?

Volgens critici kan een nieuw systeem alleen werken als het wettelijk wordt opgelegd, omdat het anders een ‘papieren tijger’ is. De vakbonden FNV en CNV pleiten verder al langer voor strenger toezicht door de inspectiedienst van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Directeur Marius Touwen van Zorg van de Zaak, de grootste arbodienst van Nederland, noemt het advies van de SER “geen oplossing”.

    “Voor een gezonde werkomgeving en voorkoming van uitval op de lange termijn doen we zelf al heel veel. En samen met bedrijven ontwikkelen we liever zelf nieuwe initiatieven. Bovendien, voor de andere problemen die naar boven zijn gekomen, de onafhankelijkheid van bedrijfsartsen en de privacy van werknemers, heeft de SER geen echt antwoord. Het systeem is al goed, maar de foutjes moeten eruit gehaald worden.”

De SER wilde geen commentaar geven voor het ontwerpadvies officieel is gepubliceerd.


4. BERICHT FD: VRIJDAG 5 SEPT 14

Werkgevers: reorganisatie arbozorg financieel ‘desastreus’
Sandra Olsthoorn
vrijdag 05 september 2014, 15:21
update: vrijdag 05 september 2014, 15:40
 

Het idee om arbodiensten per regio of branche te organiseren zal ‘desastreuze financiële gevolgen hebben’. Daarvoor waarschuwen werkgevers in een advies over de toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg van de Sociaal Economische Raad (SER), dat vrijdag verscheen. Nu kiezen bedrijven zelf nog waar ze de diensten van bedrijfsartsen inkopen.
In het advies stelt de SER voor om de zorg rond werk op drie niveaus te organiseren. Zeer grote bedrijven of instellingen hebben hun eigen, interne arbodienst, die zieke werknemers moet begeleiden. Voor de andere bedrijven moet er een wettelijke verplichting komen om zorg in te kopen bij een arbodienst in een regio of voor een hele sector. Huisartsen moeten ook een deel van de zorg rond werknemers op zich nemen, bijvoorbeeld voor de zzp’ers die nu helemaal geen toegang tot die zorg hebben.
Huiverig
De SER is verdeeld over het advies: werkgevers en werknemers zijn het niet eens. De vakbonden juichen een grondige herziening van het stelsel toe, de werkgevers niet. Zij vrezen dat veel branches de kosten voor een verplichte, gezamenlijke arbodienst niet kunnen dragen. Daarnaast denken de werkgevers dat de kosten voor de huisartsenzorg omhoog gaan, en zij betalen die kosten deels. Vanwege de hoge kosten als werknemers ziek zijn, zijn ze ook huiverig om de regie over de zorg uit handen te geven.
Onder vuur
De bedrijfsartsen liggen al een tijd onder vuur. Omdat ze betaald worden door de werkgevers zijn ze in de ogen van critici niet onafhankelijk genoeg. Die critici werden in hun oordeel bevestigd toen bleek dat enkele arbodiensten privacygevoelige informatie van zieke werknemers doorspeelden aan hun opdrachtgevers: de werkgevers.
Daarbij hebben werknemers van veel kleine bedrijfjes geen toegang tot een bedrijfsarts, net als de groeiende groep zzp’ers, en wordt aan preventie van arbeidsgerelateerde gezondheidsproblemen te weinig gedaan.
Het is onduidelijk wat het plan van de SER kost als het in de praktijk wordt gebracht. Een onderzoekscommissie is het niet gelukt de gevolgen door te rekenen omdat de plannen niet concreet genoeg zijn. In het rapport wordt wel geschat dat als de zorg rond arbeid beter wordt georganiseerd er miljarden euro’s aan zorgkosten kunnen worden bespaard.






DE EERSTE REACTIES: NVAB, NVAB LEDEN EN OVAL

5. NVAB:


5 september 2014

SER: bedrijfsarts belangrijk voor duurzame inzetbaarheid




Concept SER-advies onderschrijft het belang van goede arbeidsgerelateerde zorg.

De Commissie Arbeidsomstandigheden van de SER heeft haar visie gepubliceerd over de toekomst  van de arbeidsgerelateerde zorg. De NVAB is blij dat de SER-commissie belangrijke knelpunten uit de sector onderkent en het belang van arbeidsgerelateerde zorg onderschrijft. Ook hecht de commissie aan behoud van expertise van de professionals. De visie verdient nog wel verdere uitwerking op het gebied van financiering, draagvlak en haalbaarheid van de oplossingen.

De NVAB deelt de mening van de SER-commissie over:

•het weer invoeren van het arbeidsomstandighedenspreekuur


•de (publieke) financiering van de opleiding tot bedrijfsarts


•en meer aandacht voor preventie en arbocuratieve samenwerking.


Hierbij benoemt de SER-commissie een aantal randvoorwaarden, zoals de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts, minimumeisen voor arbocontracten en een goede kennisinfrastructuur met onder andere tweede- en derdelijns arbeidsgeneeskunde.

De NVAB vindt het positief dat de SER-commissie een duidelijke rol ziet voor bedrijfsartsen in het duurzaam inzetbaar houden van werkenden, bijvoorbeeld in de vorm van Preventief medisch onderzoek en preventieve interventies om beroepsziekten te voorkómen.

De commissie onderkent de zorg over het dreigend tekort aan bedrijfsartsen. Taakherschikking en samenwerking met arboverpleegkundigen en huisartsen kunnen een deel van de capaciteitsproblemen oplossen. Maar de NVAB is van mening dat de huisarts geen vervanger van de bedrijfsarts kan zijn en huisartsenorganisaties geven aan dat zij deze werkzaamheden er niet bij kunnen hebben. De SER-commissie adviseert om de opleiding tot bedrijfsarts te bekostigen uit publieke middelen. De NVAB pleit hier al jaren voor en ook recent onderzoek toont aan, dat de huidige financiering een belangrijke oorzaak is voor de geringe instroom.

Vanuit de NVAB en door individuele bedrijfsartsen zijn veel initiatieven voor arbocuratieve samenwerking tot stand gekomen, zoals gezamenlijke richtlijnen van bedrijfsartsen, huisartsen en medisch specialisten. Deze hebben tot goede resultaten geleid. Voor het voortzetten van best practices, zoals spreekuren en consulten van bedrijfsartsen in huisartspraktijken voor ZZP-ers en flexwerkers, ontbreekt structurele financiering. Betrokkenheid van zorg- en inkomensverzekeraars is hiervoor een belangrijke randvoorwaarde.

In de toekomstvisie is sprake van klinisch arbeidsgeneeskundige centra. De NVAB vindt dit een waardevolle aanvulling op de huidige verwijsmogelijkheden en is net als de SER-commissie voorstander van financiering vanuit de zorgverzekering.

De SER-commissie schetst een groeimodel waarbij drie (organisatie)vormen van arbeidsgerelateerde zorg naast elkaar tot ontwikkeling kunnen komen:

1.via interne arbodiensten


2.via branches en sectoren en/of in regio’s


3.via huisartsen en in de eerstelijnszorg (voor ZZP-ers en flexwerkers).


Zo’n groeimodel kost tijd en vraagt om keuzes. Maar het biedt ruimte voor zowel bedrijfsartsen in loondienst als zelfstandig gevestigde en/of bedrijfsartsen in maatschappen. Er zijn in het geschetste model mogelijkheden om zowel marktpartijen te bedienen als beter aan te sluiten op de curatieve zorg.

De SER-commissie, maar ook het veld is verdeeld over de routes naar het toekomstige model. Het succes van dit advies valt of staat dan ook bij de nadere uitwerking. Volgens de NVAB bevat goede arbeidsgerelateerde zorg zowel elementen van verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers, als sturing en toezicht vanuit de sector zelf en de overheid. Toegang tot het arbeidsomstandighedenspreekuur vraagt bijvoorbeeld (wettelijke) sturing en toezicht. Betere signalering en melding van beroepsziekten is een verantwoordelijkheid van het veld zelf. En met haar kernwaarden en richtlijnen draagt de NVAB bij aan een adequate en onafhankelijke beroepsuitoefening van bedrijfsartsen.

Op 19 september vergadert de volledige SER over het conceptadvies Toekomst Arbeidsgerelateerde zorg.

Lees verder

•Ontwerpadvies: SER wil kwalitatief betere arbeidsgerelateerde zorg (nieuwsbericht SER)


•Ontwerpadvies Toekomst arbeidsgerelateerde zorg (pdf)




6. REACTIE NVAB MIDDELS LEDEN BRIEF NVAB



    Aan de NVAB-leden

    Het langverwachte advies van de Commissie Arbeidsomstandigheden van de SER over de toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg is vandaag 5 sept naar buiten gebracht. Op 19 september vergadert de voltallige SER over dit advies.

    ‘Arbeidsgerelateerde zorg’ is een breder begrip dan alleen bedrijfsgezondheidszorg. Naast de reguliere arbeids- en bedrijfsgeneeskunde omvat het begrip ook ‘de zorg voor alle werkenden (incl. zzp-ers) en werkzoekenden die er op gericht is  hun arbeidsparticipatie duurzaam te behouden’. De NVAB heeft lang aangedrongen op een goede analyse van de tekortkomingen en verbetering van arbeidsgerelateerde zorg. Het goede nieuws is nu dat de SER aan de overheid adviseert deze zorg te verbeteren.

    De SER-commissie constateert de volgende knelpunten en onderbouwt dat met onderzoek:

    ·         onvoldoende kennis van/rekening houden met de factor arbeid in de reguliere zorg

    ·         onvoldoende samenwerking van de bedrijfsartsen met de reguliere zorg

    ·         onvoldoende gerichtheid en kennis van de bedrijfsartsen over beroepsziekten

    ·         een tekortschietende instroom in de opleiding tot bedrijfsarts

    ·         onvoldoende toegankelijkheid van de bedrijfsgezondheidszorg

    ·         onvoldoende aandacht voor preventie

    ·         onvoldoende waarborg van en vertrouwen in de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts.

    NB. Deze knelpunten zijn inmiddels ook door alle veldpartijen erkend.

    In het advies schetst de SER-commissie een groeimodel waarbij drie (organisatie)vormen van arbeidsgerelateerde zorg naast elkaar tot ontwikkeling kunnen komen:

    1.    via interne arbodiensten

    2.    via branches en sectoren en/of in regio’s

    3.    via huisartsen en in de eerstelijnszorg (voor ZZP-ers en flexwerkers).

    Zo’n groeimodel kost tijd en vraagt om keuzes, maar het biedt ruimte voor zowel bedrijfsartsen in loondienst als zelfstandig gevestigde en/of bedrijfsartsen in maatschappen. Er zijn in het geschetste model mogelijkheden om zowel marktpartijen te bedienen als beter aan te sluiten op de curatieve zorg.

    De NVAB  is tevreden met de stimuleringsmaatregelen die de SER-commissie voorstelt: een betere toegankelijkheid van de bedrijfsarts,  een stevige ondersteuningsstructuur, een opleidingsfonds en  betere afstemmingsmogelijkheden met de curatieve sector.

    De SER-commissie, maar ook het veld is verdeeld over de routes naar het toekomstige model. De NVAB blijft dan ook alert op het vervolg: het succes van dit advies valt of staat dan ook bij de nadere uitwerking.

    Het ontwerpadvies van de SER-commissie en de volledige reactie van de NVAB vindt u via deze link op onze website.

    Tot zover deze berichtgeving, volgende week volgt meer.

    Met vriendelijke groet,

    Jurriaan Penders, voorzitter

    Kees van Vliet, directeur

    

    NVAB
    Postbus 2113 - 3500 GC  Utrecht
    T 030 2040620
    www.nvab-online.nl   


7. EERSTE REACTIE OVAL


Persbericht: OVAL blij met behoud keuzevrijheid in SER-advies ‘Toekomst Arbeidsgerelateerde Zorg’

05 september 2014

De Sociaal Economische Raad (SER) heeft vandaag het advies ‘Toekomst Arbeidsgerelateerde Zorg’ gepubliceerd. De Organisatie voor Vitaliteit, Activering en Loopbaan (OVAL) vindt het verdeelde advies een gemiste kans. Het advies beperkt zich tot arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim. De huidige en toekomstige arbeidsmarkt vereisen een visie en benadering gericht op het duurzaam inzetbaar zijn van de werkende mens. Positief is dat er een aantal verbeteringen wordt doorgevoerd in het huidige stelsel. Daarbij is OVAL blij dat werkgevers en werknemers hun keuzevrijheid bij het inrichten van arbeidsgerelateerde zorg behouden.

“Nederland kent een uniek stelsel waarin werkgevers, werknemers en dienstverleners gezamenlijk hun verantwoordelijkheid nemen voor het voorkomen en oplossen van verzuim en het vergroten van inzetbaarheid van werkenden. Deze manier van werken heeft de afgelopen jaren geleid tot een historisch laag ziekteverzuim, goede arbeidsomstandigheden, ruimte voor maatwerk en een heldere verantwoordelijkheidsverdeling”, stelt Kick van der Pol, voorzitter van OVAL. “Er is echter altijd ruimte voor verbetering.”

OVAL vindt het goed dat de vakbeweging heeft aangedrongen op een discussie over de toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg. Van der Pol: “Het voeren van de discussie heeft geleid tot positieve resultaten. Zo wordt het makkelijker voor ZZP’ers om toe te treden tot de arbeidsgerelateerde zorg en blijft de keuzevrijheid van werkgevers bij de inrichting van de zorg en de keuze voor een dienstverlener bestaan. Het is jammer dat de vakbeweging deze keuzevrijheid  niet ondersteunt.”

Het advies is namens het kabinet aangevraagd door Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Met als richtlijn dat de adviesaanvraag gezien moet worden tegen de achtergrond van een veranderende arbeidsmarkt en de noodzaak van duurzame inzetbaarheid van de beroepsbevolking.

Klik hier voor een pdf van het persbericht.

Bron: OVAL






Eerdere reacties:

het FD - woensdag 3 sept 14: Zoeken naar een fragiel evenwicht in de SER
link:

http://digikrant-archief.fd.nl/vw/edition.do?dp=FD&altd=true&date=20140903&ed=00