maandag 23 december 2013

Beroepsziekten: Over het verplicht melden van beroepsziekten door de bedrijfsarts, een brief van de Inspectie en zomaar wat vragen

Ik ben bedrijfsarts en ik ben tegen beroepsziekten, maar .......

Zomaar een donderdagmiddag. Ergens eind november 2013. Een grijze onopvallende dag. In de namiddag ploft er - vanuit het niets - een brief van de Inspectie IGZ en SZW bij mij op de mat. Zomaar. Een brief van de Inspectie !?!

Dertig jaar lang was ik een onbekende voor hen, maar nu blijk ik opeens op hun to-do lijstje te staan.

Onderwerp van de brief is een Toezichtonderzoek versterken melden en preventie van beroepsziekten. Bedrijfsartsen lijken nalatig in hun taak om beroepsziekten te melden bij het NCVB - Nederlands Centrum Voor Beroepsziekten. Dat is wettelijk verplicht, maar weinig bedrijfsartsen doen dat. En niet zonder reden. Geen nieuw feit, want al jaren bekend, maar even zo goed nu aanleiding voor de Inspectie om nader onderzoek te verrichten.




De aanzet van deze brief gaat als volgt:

De verplichte melding van beroepsziekten door bedrijfsartsen aan het NCvB vormt een belangrijk onderdeel in het huidige Nederlandse stelsel van gezond en veilig werken. Op basis van deze meldingen kunnen risicogroepen worden gesignaleerd en preventieve activiteiten worden opgestart.

Al jaren signaleert het NCvB een onderregistratie van beroepsziekten. Om deze reden zijn de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie SZW een gezamenlijk project gestart ‘Versterken melding beroepsziekten’. Doel hiervan is om zowel de melding van beroepsziekten door bedrijfsartsen als de preventieve acties die daaruit volgen te bevorderen. De NVAB heeft zitting in de begeleidingscommissie van het project.  
  
Onderdeel van het project is het monitoren van meldings- en preventiegedrag rond beroepsziekten van individuele bedrijfsartsen. Hiervoor zal een monitoringsysteem worden opgezet. Voor dit systeem worden alle BIG-geregistreerde bedrijfsartsen verzocht om een online enquête in te vullen. In de enquete worden ook redenen geïnventariseerd waarom bedrijfsartsen wel of niet melden.


Ik moet toe geven - eerlijk is eerlijk - ik was even overdonderd. Nooit een klacht gehad, nooit een signaal hierover ontvangen vanuit mijn beroepspraktijk en nu zomaar - vanuit het niets -  een brief van dé Inspectie.


 



Na rijp beraad

Na ampel beraad van twee weken heb ik besloten de heren van de Inspectie IGZen SZW een open rondzendbrief te sturen met een aantal indringende vragen. Die post ik hieronder en bij deze is de discussie over het nut en de noodzaak, de zin en de onzin, de plussen en de minnen van de wettelijke verplichting tot het melden van beroepsziekten door de bedrijfsarts aan het NCVB geopend.

Een nader verdiepend blogonderzoek is nu aanstaande en verslag zal via deze blog alsmede - in ander vorm - via de site Artsennet ( http://www.artsennet.nl/blogs/artsen-blogs/Dolf-Algra.htm)  volgen.



Open Rondzendbrief aan Inspectie IGZ en SZW:

Rotterdam 17 december 2013

Aan: Inspectie voor de Gezondheidszorg en Inspectie SZW
ten name van:

dhr J.K.van Wijngaarden, hoofdinspecteur IGZ Publieke en Geestelijke Gezondheidszorg

dhr drs D Wallenburg, plaatsvervangend directeur Arbeidsomstandigheden

 

status: Open (rondzend)brief

Geachte heren van Wijngaarden en Wallenburg

Ik schrijf U deze open (rondzend) brief naar aanleiding van uw - toch wel verrassende en opmerkelijke - brief met als onderwerp Toezichtonderzoek versterken melden en preventie van beroepsziekten van 26 november 2013.

Verrassend omdat, alhoewel ik al bijna dertig jaar als bedrijfsarts werkzaam ben, nog nooit eerder een brief en/of klacht van de Inspectie SZW en/of IGZ over mijn vakgebied en praktijkvoering heb mogen ontvangen.

Opmerkelijk ook, omdat Uw brief op twee benen lijkt hinken, te typeren als  'carrot en stick' (zoet- zuur) aanpak. U vraagt de medewerking van de bedrijfsarts voor het signaleren van risicogroepen (mooi, want dat is één zijn/haar specialiteiten), maar wel op verplichtende basis  ( merkwaardig).

Laat ik helder zijn: ik ben bedrijfsarts én ik ben tegen beroepsziekten. Maar uw brief roept een aantal indringende vragen op. Deze wil ik U eerst voorleggen alvorens überhaupt te kunnen overwegen om daadwerkelijk mijn medewerking aan uw onderzoek te kunnen verlenen.

En passant nodig cq daag ik U nu alvast uit tot een (openbaar) debat over het nut en noodzaak van het verplicht melden van beroepsziekten door bedrijfsartsen.

1.      Wat is het 'echte' doel van het onderzoek, welke vraag moet worden beantwoord, en welk probleem opgelost ?

In de kern is het mij niet helder wat het doel van het onderzoek is en welke vraag U beantwoord wilt hebben. U stelt dat de onderregistratie van beroepsziekten de aanleiding voor dit onderzoek is. Dat is al eerder uitgebreid onderzocht. Ook over het meldingsgedrag van bedrijfsartsen is het nodige bekend.


In 2001 werd de volgende top vijf benoemd:

·         te weinig tijd,

·         onvoldoende gegevens over de oorzakelijke relatie,

·         risico op claims van de werknemer,

·         criteria voor het melden zijn onduidelijk en

·         het melden van beroepsziekten leeft niet bij arbodiensten en/of bedrijfsartsen.

In het recente rapport Het melden van beroepsziekten: weten, willen, kunnen en mogen zijn de barrières tot melden van beroepsziekten verder uitgewerkt en suggesties ter verbetering gedaan (Lenderink, Sorgdrager, 2012)

Naar mijn inschatting verkrijgt U met de opzet van dit onderzoek niet meer informatie dan nu al beschikbaar is. Wat zijn volgens U de lacunes in kennis die nog moeten worden ingevuld ?

Gaarne zie ik een toelichting van Uw zijde tegemoet en zou ik graag nader geïnformeerd willen worden over doel en opzet van dit project.

Ter adstructie verwijs ik naar de volgende rapporten:

·         het rapport Belemmeringen voor het melden van beroepsziekten, NCVB 2001

·         het proefschrift van Dick Spreeuwers  Registries of occupational diseases and their use for preventive policy ( 2008) over dit onderwerp.

·         het proefschrift 'De aansprakelijkheid van de werkgever voor arbeidsongevallen en beroepsziekten van Yolanda Waterman (2009)

·         het Ecorys onderzoek Evaluatie activiteiten, monitoring, signalering en kennisverspreiding van beroepsziekten, in het bijzonder van het Nederlands Centrum Voor Beroepsziekten ( 2010)

·         het recentere rapport 'Het melden van beroepziekten: weten, willen, kunnen en mogen' van het NCVB ( 2012) . Hierin wordt uitgebreid aandacht besteed aan de barrières voor melding door bedrijfsartsen.

·         en het zeer recente proefschrift van Wim Eshuis 'Werknemerscompensatie in de steigers, naar een nieuwe aanpak van werknemerscompensatie van arbeidsongevallen en beroepsziekten (dec 2013)



·         Een interessante bespreking van de verschillen van aanpak in Europa op de invitational conference Beroepsziekten: ontwikkelingen in Europa, lessen voor Nederland, georganiseerd door het NCVB is samenwerking met onderzoeksbureau Astri op 24 oktober 2013.


 
 
 

2.      Is de wettelijke verplichting tot melding van beroepsziekten door bedrijfsartsen wel het juiste middel om het doel te bereiken? Aan de orde is de basale kwaliteitsvraag: doe we de juiste dingen en doen we die goed ?

 
Is de bedrijfsarts wel de aangewezen persoon/professional om beroepsziekten te melden bij het NCVB , zoals nu wettelijk is geregeld, of is er sprake van rolvermenging en is dit een publieke taak en hoort het tot het takenpakket van de Inspectie SZW ?

Fundamenteel kan men zich de vraag stellen of de huidige regeling wel de juiste regeling is. Het komt mij voor dat het monitoren van beroepsziekten op landelijk niveau een publieke taak is en niet kan worden 'weggezet' bij een professionele beroepsbeoefenaar (bedrijfsarts) werkend in de zakelijke dienstverlening in het private domein. Ligt hier niet de kern van het niet functioneren van deze wettelijke regeling ? Hoe kijkt U hier tegen aan ?
Uw aanpak lijkt te zijn: er is een wettelijke regeling en die gaan we handhaven en wel per nu. Maar tot op heden heb ik hierover geen klachten en/of vragen vanuit mijn eigen beroepspraktijk mogen ontvangen. U wel ? Dit roept dan ook grote vraagtekens op over de 'werkelijke' achtergrond en aanleiding. Zou u dat nader kunnen toelichten ? 


3.      Melden van beroepsziekten wel verplicht, maar geen sancties op niet melden ?

Voor zover mij bekend is het melden van beroepsziekten door bedrijfsartsen verplicht, maar zijn er geen sancties ten aanzien van het niet nakomen daarvan - wat is uw visie hierop ? Hoe zit de regelgeving eigenlijk exact in elkaar ? En hoe kijkt U - in het kader van dit onderzoek - hier tegen aan ?


4.      Is het monitoren van individueel meldings en preventie gedrag van professionele beroepsbeoefenaren wel juridisch toegestaan en proportioneel ?

Naar ik begrijp is het uw plan/idee een database aan te leggen van het gedrag/handelingen van individuele beroepsbeoefenaren. Op basis van de volgende uitgangspunten:

·         deelname is niet vrijblijvend, maar verplicht op basis van het Algemene Wet Bestuursrecht 

·         registratie vind plaats op Big nummer

·         het betreft alleen geregistreerde bedrijfsartsen, geen bedrijfsartsen in opleiding en/of andere arbo artsen

·         ik wordt verplicht een enquete in te vullen

·         in deze enquete worden vragen gesteld over mijn huidige werk, over het signaleren en melden van beroepsziekten en preventieve activiteiten

·         u verwacht adviezen ten aanzien van mogelijke ondersteuning bij melding en preventie van beroepsziekten

·         het betreft een nauw omschreven periode ( 2009-2012)

·         er dient te worden aangegeven hoeveel beroepsziekten ik heb gemeld

·         de Inspectie zal deze cijfers verifieren bij het NCVB

·         want zo stelt U: alleen geverifieerde cijfers geaccepteerd zullen worden

·         u vraagt en passant om toestemming daarvoor

·         de enquete dient waarheidsgetrouw en volledig ingevoerd te worden

·         invoering dient plaats te vinden in de website database- www.inspectieberoepsziekten.nl

·         dit kan met behulp van een persoonlijke code

·         binnen een periode van 4 week en wel voor 24 december 2013

 
 

Het aantal vragen die dit opwerpt is talrijk. Ik noem er een paar:

·         Onwerkelijk ? Ik begrijp dat ik als geregistreerd bedrijfsarts op individuele basis wordt aangesproken op basis van algemene statistische gegevens zonder dat U mijn werksituatie kent en/of kunt (!) kennen. Dit komt mij wat onwerkelijk voor. Ik zou daarom graag nader door U geïnformeerd willen worden of U over gerichte signalen en/of informatie over mijn professionele handelen beschikt. Voor de goede orde: mij zijn geen klachten of anderszins uit mijn beroepspraktijk bekend.

·         Medewerking verplicht op basis van AWB ? Kunt U dat nader toe lichten ?

·         Aanleggen database - kan dat , mag dat ?  Naar ik begrijp bent u van plan een database aan te leggen op individueel Big nummer niveau - kunt u nader toelichten op basis van welke regelgeving U dit denkt te kunnen cq te mogen doen ?

·         Aanleggen database proportioneel ? U legt een database aan, maar is dit ook proportioneel ten aanzien van het doel wat u wenst te bereiken ? Gaarne een nadere toelichting.

·         Aanleggen database: toestemming CBP vereist ? Hebt U voor het aanleggen van deze database vooraf toestemming van het Centraal Bureau Persoonsgegevens (CBP) nodig ? Zo ja, kunt u daar een afschrift van overleggen ?

·         Is privacy afdoend gegarandeerd ? Welke garanties kunt U geven ten aanzien van de privacy, in de wetenschap dat de site van de IGZ recent gekraakt/gehacked is en privacy gevoelige gegevens met naam en toenaam op straat lagen

·         Registratie van persoonlijk handelen beroepsbeoefenaren op basis van algemene statische gegevens - een unicum ? Het komt mij als een unicum voor dat U zonder directe signalen en/of klachten individuele beroepsbeoefenaren verplichtend aanspreekt en 'aanmaant' om zich 'nader te verklaren'. Kunt u dit nader toe lichten ?

Ter vergelijking: De politie is toch ook niet gerechtigd aan automobilisten te vragen een overzicht te verschaffen van hun rijbewegingen/gedrag, plus snelheidsoverzicht om te checken of ze harder dan de wettelijk norm van 120 km per uur hebben gereden ? Is dit niet de omkering van het recht ? Bent U gerechtigd om mij dit te vragen cq verplichtend te verzoeken ?  

 



 
5.      Ter zijde: NVAB in Begeleidingscommissie
In uw schrijven vermeld U dat de NVAB  zitting heeft in de begeleidingscommissie van het project. Voor de goede orde: ik ben als oud bestuurslid al jaren geen lid meer van de NVAB en acht mij niet door haar gerepresenteerd, noch - op enigerlei wijze dan ook - aan haar gebonden.

Ter afsluiting: oproep tot heroriëntatie
Het huidige stelsel van gezond en veilig werken kan (nog) beter, maar of het verplicht melden van beroepsziekten door bedrijfsartsen aan het NCVB (zoals nu wettelijke geregeld) het goede instrument is, betwijfel ik ten zeerste. Ik roep daarom op tot een heroriëntatie daarover.

Uw brief is voor mij aanleiding deze kwestie meer publiekelijk aan te kaarten. Vandaar ook de keuze van de opzet van een open rondzendbrief. Deze rondzendbrief zal integraal worden gepost op de blogsite De Nieuwe Bedrijfsarts (http://denieuwebedrijfsarts.blogspot.nl/).

Ook zal ik het onderwerp binnenkort aankaarten in mijn blog op de site Artsennet (http://www.artsennet.nl/blogs/artsen-blogs/Dolf-Algra.htm)

Daarnaast: Ik nodig cq daag U uit tot een debat over de plussen en de minnen, de zin en onzin van het verplicht melden van beroepsziekten door de bedrijfsarts. Ik zal U daarvoor binnenkort een aantal stellingen opsturen. 

In afwachting van Uw reactie

Hoogachtend en met vriendelijke groet

Dolf Algra
zelfstandig bedrijfsarts
De Werkplaats

 

 

 


maandag 2 december 2013

Blijvend in beweging - 64 opstellen over duurzame inzetbaarheid

Duurzame inzetbaarheid is het nieuwe woord.

Vroeger heette het bedrijfsgezondheidszorg en sociaal medische begeleiding, daarna arbodienstverlening en verzuimbeheersing, gevolgd door gezondheidsmanagement en vitaliteit , en recent nog bevlogenheid en passie en nu dus duurzame inzetbaarheid en blijvend in beweging

Eigenlijk blijft de kern steeds hetzelfde, namelijk ......

Recent zijn 64 actuele overdenkingen rond dit thema verzameld door Bibi de Vries en Ab Klink en nu vrij verkrijgbaar via de site blijvend in beweging

Erg interessante stukjes zitten erbij - aanrader dus.

Voor bedrijfsartsen zijn de volgende bekenden terug te vinden:

Willem van Mechelen - over preventie

Rudy van Leusden - quotumstress

Han Anema - arbeid als medicijn

Willem van Rhenen   - duurzaam werkloos of duurzaam bezig


Persoonlijk vond ik de bijdrage ven Kick van der Pol - voorzitter Boaborea opmerkelijk met zijn volgende tips

Zeven tips.
  1. Elke werkgever is verplicht bij een gecertificeerde arbodienst aangesloten voor al zijn werkenden (dus ook voor al de zzp’ers die voor hem werken).
  2. Elke werknemer heeft recht op een periodieke onplooiingsscan (gezondheid, ontwikkeling, perspectief).
  3. Elke werknemer heeft recht op een periodiek medisch onderzoek.
  4. Elke werknemer heeft recht op een periodiek loopbaanadvies.
  5. Elke werknemer heeft een persoonlijke site waarop de uitkomsten van scans en onderzoeken zijn terug te vinden. Deze sites worden gehost buiten de onderneming en voldoen aan strenge veiligheidseisen.
  6. Elke werknemer heeft vrije toegang tot het arbospreekuur om uitkomsten van de scans te bespreken.
  7. Elke werknemer heeft een persoonlijk budget om aan de slag te kunnen gaan met de uitkomsten van de scans en onderzoeken.

Past aardig bij de schijf van vijf voor duurzame inzetbaarheid:

De schijf van vijf voor de duurzame inzetbaarheid bestaat uit de volgende elementen:

1. Betrokkenheid

2. Organisatie
3. Gezondheid
4. Ontwikkeling
5. Apk


1. Betrokkenheid, hoe pak je dat aan?
  • Maak de aanpak zichtbaar in de organisatie.
  • Maak het plan van aanpak duurzame inzetbaarheid in overleg met de medewerkers.
  • Geef medewerkers inzicht in wat ze doen, waar ze aan bijdragen, wat ze kosten en opleveren, kortom op hun bijdrage aan de continuïteit van de onderneming of organisatie.
  • Wees transparant over de financiële situatie van het bedrijf: geef medewerkers hier maandelijks inzicht in.
  • Maak zo mogelijk gebruik van kleine teams om de betrokkenheid te bevorderen; laat die teams werken als kleine bedrijfjes.
  • Communiceer over het hogere doel van het bedrijf of de organisatie.
  • Waardeer initiatief, zelfstandigheid en trots in het vak.
  • Geef medewerkers de ruimte om binnen een functie een andere rol uit te oefenen. Dit verhoogt de betrokkenheid en maakt mensen meer aantrekkelijk op de arbeidsmarkt.


2. Organisatie, hoe pak je dat aan?
  • Breng de logica weer terug in het vak en in de organisatie.
  • Haal – in overleg met medewerkers – dubbel werk of bureaucratische rompslomp weg.
  • Geef mensen verantwoordelijkheid over hun werk: ga na hoe je zelf wilt werken, niemand wil dat er voortdurend iemand over zijn schouder mee kijkt.
  • Maak teams of afdelingen zelf verantwoordelijk voor het halen van de planning, niet de afdeling bedrijfsvoering.
  • Draai het organigram om: zet medewerkers bovenaan! Leidinggevenden faciliteren de medewerkers, zodat zij optimaal hun werk kunnen doen.
  • Werk met persoonlijke roosters. Dit verhoogt de tevredenheid!



 
3. Gezondheid, hoe pak je dat aan?
  • Maak gezondheid en lifestyle van werknemers bespreekbaar rondom een vrijwillig en anoniem preventief medisch onderzoek door de bedrijfsarts of fysiotherapeut.
  • Bied faciliteiten aan waar werknemers vrijwillig gebruik van kunnen maken, denk aan: korting bij sporten, gezonde hap in de bedrijfskantine en hulp bij het stoppen met roken.
  • Ga om de tafel zitten met uw arbodienst en verzekeraar, die zijn wellicht bereid mee te betalen.
  • Geef als manager zelf het goede voorbeeld.
  • Betrek het thuisfront, bijvoorbeeld via een bedrijfssportdag voor het hele gezin.
  • Doe niet aan verzuimmanagement maar aan gezondheidsmanagement.
  • Zet een interne website op met allerlei informatie over vitaliteit en gezondheid.
  • Stimuleer via (financiële) maatregelen het gebruik van de fiets.
 
 
 
 
4. Ontwikkeling, hoe pak je dat aan?
  • Gebruik het potentieel van alle medewerkers, ongeacht leeftijd.
  • Geef elke nieuwe medewerker een loopbaanclausule in zijn contract: na 3 of 4 jaar in een functie ga je je binnen het bedrijf of de organisatie oriënteren op ander werk.
  • Benut de mogelijkheden van vrijwillige mobiliteit: Wie wil minder werken? Wie wil ergens anders werken?
  • Laat mensen met behoud van arbeidsvoorwaarden en terugkeergarantie experimenteren met een stage of uitwisseling binnen het bedrijf of met andere bedrijven in de regio.
  • Reserveer een percentage van de loonsom voor scholing.
  • Stel een persoonlijk ontwikkelbudget beschikbaar.
  • Voor grote bedrijven: maak een centrale regietafel voor overleg tussen hoofden HR over het invullen van interne vacatures.
  • Voor kleine bedrijven: werk samen in je sector of regio.
 
5.  APK, hoe pak je dat aan?
  • Geef medewerkers periodiek een loopbaantraject. Geef medewerkers advies op basis van hun persoonlijke ambitie en hun (risico op) arbeidsongeschiktheid.
  • Geef werknemers periodiek de mogelijkheid gratis deel te nemen aan een gezondheidscheck op vrijwillige en anonieme basis.
  • Laat onderzoek uitvoeren naar de betrokkenheid van medewerkers.
  • De bedrijfsarts of fysiotherapeut kunnen zo nodig werken als een neutrale tussenpersoon.
  • Meet de resultaten en deel deze met de medewerkers: bijvoorbeeld de hoogte (of: de daling!) van het ziekteverzuim naar bedrijfsonderdeel.
  • Vraag medewerkers om het management te evalueren; gebruik de feedback om de kwaliteit van het leidinggeven te verbeteren.
  • En ga in gesprek over loopbaan. Wie ben je, wat wil je, wat kun je, kun je groeien? Wil en kun je mee in de ontwikkeling van het bedrijf of de organisatie? Of kun je je beter op een werkplek buiten de organisatie richten? Maak concrete afspraken.
  • Gebruik het onderzoek als aanleiding om het gesprek aan te gaan tussen manager en medewerker, bijvoorbeeld via het gewone functioneringgesprek om met medewerkers in gesprek te komen over lifestyle en gezondheid.