vrijdag 29 april 2016

Wat is belangrijk aan werk ?

 
Wat is er belangrijk aan werk ?
 
Op die vraag komen steeds wisselende antwoorden. Dit is een overzicht van ouder onderzoek  van Frank van Luijk
 
 
Wat vind ik belangrijk in het werk ?
in volgorde van belangrijkheid- kenmerken van het werk
 
  1. interessant werk , werk dat ik graag doe
  2. goede contacten - met collega's en chef
  3. goede beloning
  4. prettige werktijden
  5. veel zelfstandigheid
  6. veel afwisseling
  7. goede overeenstemming tussen capaciteiten en wat gevraagd wordt
  8. goede werkzekerheid
  9. goede werkomstandigheden
  10. veel mogelijkheden om nieuwe dingen te leren
 
En: waarom werken wij ?

het lijstje met hoofdkenmerken
1. inkomen verwerven
2. ik hou van werken
3. contact met mensen, ergens bijhoren
4. zelfstandigheid, eigen baas zijn
5. geeft betekenis, een doel hebben in het leven
6. iets presteren, creatief zijn
7. zelfontplooiing, groei
8. werken als morele plicht
9. anderen een dienst bewijzen
10. status, erkenning, door tr werken ben je iemand
11. houdt me bezig. druk
12. iets doen wat in de lijn van mijn capaciteiten is
13. uitdaging
 
Dit is het laatste onderzoek: Bron Consultancy

De 10 belangrijkste kenmerken van goed werkgeverschap

26 april 2016 Consultancy.nl
  
 
Een aangename werksfeer en goede arbeidsvoorwaarden, dat zijn volgens een enquête gehouden onder zo’n 15.000 professionals de belangrijkste kenmerken van goed werkgeverschap.
 
Uit onderzoek van onderzoeksbureau ICMA, in opdracht van uitzendorganisatie Randstad, blijkt dat talent in ons land vooral op zoek is naar een prettige werkomgeving en een goed salaris met goede secundaire arbeidsvoorwaarden.
 
Opvallend is dat uitdagend en interessant werk pas op de zevende plaats komt van de top 10 belangrijkste aspecten van goed werkgeverschap. Voor het onderzoek ondervroeg ICMA meer dan 15.300 respondenten (mannen en vrouwen, werkend en niet-werkend in de leeftijd van 18 tot 65 jaar) naar hun voorkeuren op het vlak van arbeid en werkgeverschap.
 
Op plek drie staat baanzekerheid, gevolgd door een goede balans tussen werk en privé. De financiële gezondheid en flexibele werktijden winnen aan populariteit. Het belang van carrièremogelijkheden nam af onder respondenten, terwijl meer werknemers de ‘kwaliteit van het product’ belangrijk vinden als ze een nieuwe werkgever zoeken. Opleidingsmogelijkheden blijven belangrijk voor 16% van alle ondervraagde personen.
 
 
Verschil ouderen en jongerenVoor oudere Nederlandse werknemers, met veel ervaring en over het algemeen een stabiel opgebouwd (gezins)leven, zijn factoren als werksfeer, salaris, baanzekerheid en een financieel gezonde organisatie de belangrijkste drijfveren in de zoektocht naar een werkgever.
 
Zij ervaren dat het, naarmate men ouder wordt, moeilijker is om een nieuwe baan te vinden. Zij geven prioriteit aan factoren als baanzekerheid en stabiliteit. Ook de werklocatie is belangrijk; de afstand tussen werk en wonen moet niet te groot zijn. De groep tussen 25 en 44 jaar zit in een levensfase waarin het ouderschap vaak een hoge prioriteit heeft. Flexibel kunnen werken wordt dan als zeer aantrekkelijk ervaren.
 
Jongere werkzoekenden (18-24 jaar) zijn relatief minder gefocust op sfeer, salaris, werkzekerheid en de balans tussen werk en privé dan oudere werknemers. Jongeren zoeken vooral werkgevers die een inhoudelijk interessante baan bieden, met goede opleidingsmogelijkheden en (internationale) carrièrekansen. Daarnaast vinden jongeren sterk management en imago belangrijker dan de oudere werkenden.
 
VerwachtingskloofUit de resultaten blijkt verder dat er een discrepantie bestaat tussen wat talent belangrijk vindt en hoe zij werkgevers hierop beoordelen.
 
Zo komen de twee belangrijkste factoren – een fijne werkomgeving en goede arbeidsvoorwaarden – niet voor in de top 10 van bedrijfseigenschappen.
 
Werkgevers geven daarentegen veel meer aandacht aan zaken als salaris en baanzekerheid. “Dit betekent dat er geen goede match is tussen de wensen van professionals en wat organisaties daadwerkelijk aanbieden”, aldus de onderzoekers.

dinsdag 12 april 2016

MARIUS TOUWEN - het verhaal gaat verder - een verlate up date - april 2016

10 april 2016 - bericht van de Newsdesk :
 
Het verhaal gaat verder. Al eerder stond De Nieuwe Bedrijfsarts uitgebreid stil bij het fenomeen Marius Touwen.
 
Na het Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk (2014 al weer) volgde deze maand bijna de verslavingskliniek Victas. Dat ketste op het laatste moment af, maar wellicht is hier toch de slogan : nieuwe ronde, nieuwe kansen - op van toepassing - zo bleek uit bericht van het FD.
 
Meer nieuws is wellicht binnenkort te verwachten
 
Ter informatie - ter leringh ende vermaeck - onderstaand:
 
1. bericht uit FD - 1 april 2016
2. ouder artikel uit NRC - ook weer inzichtgevend
 
---------------------------------------------------------------------------------------------------
 
bericht FD 1 april 2016

Verslavingszorg Victas in surseance, overname Zorg van de Zaak ketst af

  • Erik van Rein
 
Krantentitel: ‘Zorginstelling Victas in surseance, overname Zorg van de Zaak ketst af’
 
Bestuursvoorzitter Marius Touwen van arbodienst Zorg van de Zaak had het gevoel 'dicht bij een akkoord' te zijn, maar de overname van verslavingszorginstelling Victas ketste toch af. Volgens hem heeft Rabobank niet genoeg vertrouwen dat de problemen met het vastgoed door een overname zouden zijn opgelost, meldt hij Het Financieele Dagblad.
 
De Utrechtse zorginstelling heeft vrijdagochtend surseance van betaling aangevraagd. Het voerde afgelopen jaar gesprekken over een overname met verschillende partijen zoals Altrecht en Jellinek, zegt bestuursvoorzitter Herman Geerdink van Victas. Nu ook het moederbedrijf van Zorg van de Zaak afhaakt, vraagt Victas surseance aan.
 
Vastgoed
Victas, voorheen Centrum Maliebaan, kampt met vastgoedproblemen. De verslavingsinstelling, met naar eigen zeggen ruim 4300 cliënten en een omzet van €33mln in 2015, krijgt een pand met een huur van €850.000 al sinds 2009 niet verhuurd. Volgens voorzitter Geerdink is Victas ook €300.000 tot €400.000 per jaar kwijt aan de huur van 'twee vleugels' in de Oostvaarderskliniek. De instelling nam in 2012 echter wel intrek in een nieuwe kliniek in het centrum van Utrecht met een hypotheekwaarde van ruim €25 mln.
 
'Het betekent dat we elk jaar met €1,8 mln negatief beginnen', zegt Geerdink. Dat is te veel en nu is er onvoldoende geld om de circa 440 medewerkers te betalen.
 
Salarissen
Die medewerkers kregen vorige week te horen dat hun salarisbetaling werd uitgesteld. Geerdink zei toen vertrouwen te hebben dat de salarissen deze week alsnog zouden worden uitbetaald en dat hij een ‘structurele oplossing’ zou vinden voor de zorginstelling. Die is niet gevonden en dat had Geerdink ‘niet verwacht’, zegt hij. Volgens een woordvoerder van Victas zijn de salarissen nog niet uitbetaald. De zorg aan cliënten gaat ‘onverminderd door’, zegt zij.
 
Zorg van de Zaak
‘In het verleden zijn er fouten gemaakt met die nieuwbouw’, zegt Touwen van Zorg van de Zaak Netwerk, waartoe ook verslavingsinstelling Rodersana behoort. Hij had de instelling graag als stichting ondergebracht bij Zorg van de Zaak, ‘want de kwaliteit van de dienstverlening staat buiten kijf’. Touwen heeft naar eigen zeggen ‘allerlei pogingen gedaan en veel creatieve oplossingen bedacht’ om de vastgoedproblemen op te lossen en zo een doorstart te forceren. ‘Maar het is niet gelukt.'
 
Touwen zegt nog steeds belangstelling te hebben voor een overname. ‘Maar het is nu aan de bewindvoerder en curator.' Die gaan maandag weer met 'verschillende partijen' om tafel, zegt Victas-voorzitter Geerdink. Hij verwacht te weten of een doorstart mogelijk is of een faillissement wordt aangevraagd.
 
 
Rabobank wil niet ingaan op de situatie bij Victas. De bank zegt geen mededelingen te doen over individuele klanten.
 
 
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
 

Waarom zou je een noodlijdend ziekenhuis kopen?

Nederland, Amsterdam, 21-08-2014. Marius Touwen. Foto: Olivier Middendorp Foto Olivier Middendorp

Een nieuwe zorgondernemer: Marius Touwen, de eigenaar van de grootste arbodienst van Nederland, koopt het noodlijdende ziekenhuis van Beverwijk. Waarom doet hij dat?
 
Niet doen. Al zijn adviseurs zeiden het. Dit moest hij echt niet doen. Zijn buurman, waarmee hij een vriendschappelijke relatie heeft, werd er zelfs boos van. Marius, dit kun je niet maken, zei hij. Zo’n ziekenhuis is maatschappelijk bezit, dat kan niet privaat worden!
 
En toch deed hij het. Marius Touwen, ondernemer uit de arbosector, kocht een ziekenhuis - althans zijn bedrijf. Zorg van de Zaak, (135 miljoen omzet, ruim 1300 werknemers zoals bedrijfsartsen, psychologen, bedrijfsmaatschappelijk werkers en arbeidsdeskundigen) is de grootste arbodienst van Nederland. Het kreeg deze maand de controle over het Rode Kruis Ziekenhuis uit Beverwijk. Het financieel zwakke ziekenhuis ontving een miljoenenbedrag en een persbericht werd verstuurd. Kop:
“Rode Kruis Ziekenhuis weer financieel gezond”.
Ziekenhuizen worden niet vaak verkocht, eigenlijk alleen als ze in financiële problemen zijn. Dan pas gaat de deur voor ondernemers en open. Ziekenhuizen die in handen zijn van commerciële partijen zijn op één hand te tellen: IJsselmeerziekenhuizen in Flevoland, het Amsterdamse Slotervaartziekenhuis en nu dus Beverwijk, wereldvermaard om zijn brandwondencentrum.
 
 
Dat een arbodienst een ziekenhuis verwerft is nog niet eerder vertoond. Marius Touwen (1950) is graag bereid om dat uit te leggen. Hij is ervaringsdeskundige pur sang met een progressieve longziekte en frequent ziekenhuisbezoek van jongs af aan. Hij praat er niet graag over, maar als je hem naar zijn beweegredenen vraagt om in de zorg te investeren komt hij vanzelf telkens met eigen ervaringen.
 
De Fries bouwde in razendsnel tempo een winstgevend netwerk van bedrijven op die zich bezig houden met verzuim, begeleiding en herintreding. Touwen houdt alle aandelen. De belangrijkste holding heeft een vermogen van 44 miljoen euro.
 
Zijn beheersmaatschappijtjes vernoemt hij bij voorkeur naar moderne beeldende kunstenaars. Barnett Newman, Jean Tinguely. Dat is geen toeval. Touwen is een kunstkenner, was ooit kunstrecensent bij de Leeuwarder Courant en hij begon zijn carrière bij Fryske Kultuer, een soort culturele raad van Friesland, waar hij de tentoonstellingen van beeldende kunst in Friesland promootte.
Daarna was hij leraar tekenen en handvaardigheid. Tot zijn veertigste.
“Toen kwam ik op een MBO-college en dat vond ik vreselijk. In 1988. Die jongens waren niet geïnteresseerd en dan moest ik “etaleren” geven. Ik was alleen maar aangenomen omdat ik orde kon houden. Ik zat in de verkeerde film.”
Hij besluit ontslag te nemen en gaat langdurig werklozen begeleiden. Het is een markt die net begint te bloeien. Samen met een compagnon ontdekt hij zijn onvermoede talenten: organiseren, onderhandelen, en een goed gevoel voor timing. Binnen een paar jaar tijd staat er een bedrijf met tien miljoen omzet.
 
Wist u niet dat u handelsbloed had?
“Nee, ik vond kunst mooi, lesgeven fantastisch. Ik verbouwde wel vaak huizen, en heb ze ook veel verkocht. Daar heb ik het eerste geld voor de zaak uit gehaald. Ik heb wel eens gedacht om een klussenbedrijf te beginnen. Omdat ik alles kan. Maar het was mijn compagnon die mijn zakelijk talent zag.”
 
Touwen heeft ook veel geluk gehad, zegt hij. Het dubbeltje had net zo goed een andere kant op kunnen vallen.
“Wij deden bijvoorbeeld veel omscholing en opleidingen voor Bouwfonds. Dan leidden wij voormalige bouwvakkers met een versleten rug op tot Gamma-medewerker. Die mannen wisten van alles. Die hoefden alleen maar te leren een heftruck te besturen, wat extra omgangsvormen te kennen en het besef krijgen dat vrouwen ook spullen kopen, dat soort dingen. Die waren zo omgeschoold.”
Als hij en zijn zakelijk partner uit elkaar gaan, zet Marius Touwen het bedrijfsonderdeel van arbodiensten voort. “Ik ben systematisch gaan bouwen aan wat nu Zorg van de Zaak is. Verzuimbegeleiding alleen is te kaal. Als je niet verwijst naar specialisten, als je niet gelooft in dat het beter gaat worden. Kijk, je kunt klankschaaltherapie doen - Touwen lacht - maar dan weet je zeker dat het niet helpt.”
 
Dus u ging op overnamepad?
“Ja. Wat hebben wij niet, daar heb ik een lijstje van gemaakt. Bedrijfsmaatschappelijk werk, psychische zorg, verslavingszorg. Ik heb expertises verzameld rond verzuim. Neem verslaving, 10 procent van de bevolking kampt daarmee. Schuld en verslaving spelen vaak een rol bij verzuim. Ik wil ondersteuning kunnen bieden.”

Waarom koopt u die expertise alleen maar via overnames?
“Ik had direct door dat groei op eigen kracht niet werkte als je groter wil worden. Bedrijven wisselen niet zo gauw van arbodienst.”
 
Maar wat moet u dan met een ziekenhuis?
“Ik vind het machtig mooi. Het kan allemaal zoveel beter. Ik ben zelf vanaf mijn achtste levensjaar heel veel in ziekenhuizen geweest. Ik heb wat ervaring. Op mijn dertiende was ik zelfs vergeten in de operatiekamer omdat er een spoedgeval tussen kwam. Ze lieten me tot ‘s avonds laat daar liggen.”
 
In de operatiekamer?
“Ik stond in zo’n verkoeverruimte. Ik kon niets zien. Mijn onderkant was al helemaal verdoofd. Ik was helemaal over mijn toeren, dat zijn nog nachtmerries voor mij. Met die ramen en die meeuwen. Ik ben alleen maar dankbaar dat zuster De Koning mij heeft mij gered. Die heeft mij gevonden en teruggebracht naar de afdeling.
 
Begrijp me goed, toen heb ik niet gedacht: dat ga ik later beter doen. Maar het heeft wel een soort preoccupatie bij mij teweeggebracht. Als ik in een ziekenhuis kom tel ik de mensen in de wachtruimte. Dan tel ik twintig mensen en denk ik: hoe kan dat in godsnaam? Dat is volstrekt niet nodig. Ik heb ook wel eens meegemaakt dat de arts een extra college moest geven en dat alle wachtenden een nieuwe afspraak moesten maken. Dan denk ik: ik zou het mooi vinden als ik daar wat kan verbeteren. Niet medisch hoor, daar heb ik geen verstand van.”
 
Maar wel in logistiek en met dienstverlening?
“Ja. In Zwolle - ik kan weer een voorbeeld van mezelf geven - kreeg ik een tweede longoperatie. Ik wist: ik wil niet meer op een tweepersoonskamer. Tsja, werd er gezegd, daar bent u niet voor verzekerd. Dat weet ik, zei ik, geen probleem, ik betaal wel. Nou, moeilijk, moeilijk. Het ziekenhuis moest het uitzoeken, en uiteindelijk was dan duidelijk dat het iets van omgerekend 200 euro per nacht kostte. Ja, is prima. Ik hecht eraan, dus graag. Toen ben ik alleen op een kamer gekomen. De afspraak was dat ik het zelf zou betalen.
 
Ik heb vier keer gereclameerd bij het ziekenhuis of ik privé nog een keer die nota kreeg. Ik wilde gewoon afrekenen. Het voelt niet lekker als je nog een rekening open hebt staan en je komt daar voor controle. Ik maar bellen, bellen. Uiteindelijk belde een boekhouder van het ziekenhuis: ja mijnheer, wij krijgen het niet voor elkaar. Laten we maar zeggen dat u een mooie tijd heeft gehad.”
 
U gaat een ziekenhuis flexibeler maken?
“Je ziet heel vaak in de zorg dat iets niet in een systeem past. Maar het kan soms ook om hele kleine zaken gaan die beter kunnen. Ik lag ooit naast een vrouw in het ziekenhuis. Die had zo’n zin in een glaasje wijn. En dat mocht niet! Gewoon één glaasje wijn. Maak het toch leuk voor elkaar. Maak gebruik van apps voor afspraken in het ziekenhuis. Waar je je moet melden, wanneer je moet melden. Dan kan wel op het vliegveld, waarom dan niet in het ziekenhuis? Je moet meer vanuit de patiënt denken. En uiteindelijk verdien je eraan. Hoe beter de logistiek, hoe korter mensen in het ziekenhuis zijn, hoe goedkoper het is.
 
Al die ruis in het ziekenhuis kost arbeidskrachten. Je kunt ook wat aan beleving doen. Dan zie ik al die kale deuren waar bedden steeds tegen aanstoten. Dan denk ik: doe er wat aan. Doe er een strip op, helemaal niet duur. Kost 95 euro per deur. Dit klinkt heel klein, maar ik denk dat je daar wel de oorlog mee gaat winnen. ”
 
Waar zit de kruisbestuiving tussen uw bedrijfsartsen en het ziekenhuis in Beverwijk?
“Als je nu probeert afspraken te maken met ziekenhuis lukt het niet. Een bedrijfsarts heeft nu geen snelle ingang bij de specialist. Dan moet hij weer terug naar huiarts, die zegt dan: we kijken het eerst eens veertien dagen aan.”
 
Maar kunnen uw artsen dan straks voordringen in Beverwijk?
“Nee. Dat is verboden. Voorkruipzorg noemen ze dat, een mooi begrip. Als je dat doet, ben je uit de sector. Mag volstrekt niet. Maar wat wel kan: iemand komt bij bedrijfsarts met een hartprobleem en die bedrijfsarts twijfelt aan de diagnose. Dan kan de bedrijfsarts in overleg met de cliënt zelf en het bedrijf doorverwijzen naar de cardioloog. Dat mag wel, dat kun je beter organiseren. Maar dat geldt alleen voor mensen in een straal van vijftig kilometer rond Beverwijk.
 
Je loopt snel tegen regels aan. Als een bedrijfsarts doorverwijst naar een specialist betaalt de verzekeraar het niet. Dus je moet eerst terug naar de arts voor een verwijzing. Overigens heeft Beverwijk een status van wereldallure. Wij zijn de specialisten van de huid. En dat zou je wel commercieel wat meer mogen uitbouwen als je daar zo wereldberoemd mee bent.”

Duurde de overname van Beverwijk lang?
“Er zijn veel momenten geweest waarbij ik dacht: krijg de kolere. Het duurt te lang, je moet veel geduld hebben. Dan zei ik tegen Jeroen [bestuursvoorzitter Jeroen van Roon van het RKZ Beverwijk, JW]. Hou maar op, dit wordt toch helemaal niets. Een ziekenhuis heeft zoiets: lever jij het geld maar, dan regelen wij het wel.”

En met artsen in de maatschap
Touwen zucht en lacht tegelijk.
“Ik ben natuurlijk tegen maatschappen. Want het is gewoon niet praktisch om een winkel in een winkel te hebben. Maar ze zijn er nu eenmaal, ook in Beverwijk. Dus daar ga ik niet aan morrelen. In Beverwijk krijgen alle maatschapsleden, vrijgevestigde artsen en medisch specialisten in loondienst zeggenschap via aandelen.
 
We krijgen ook een medicus in de raad van bestuur. Financieel heb ik het liefst dat ze hun nek uitsteken en ook financieel als aandeelhouder gaan participeren. Ik probeer dat te bevorderen door artsen in loondienst die mogelijkheid te bieden. Dit kan een prikkel zijn voor maatschapleden om ook in loondienst te gaan vanaf 1 januari 2015.”
 
U stort geld, maar wat voor zekerheid heeft u?
“Weinig tot niets. Wij kunnen leden van de raad van toezicht vervangen. Dat is het voor nu. Maar het laatste wat wij nu kunnen gebruiken is commotie in het ziekenhuis. Zij zijn op eigen kracht al een stuk gezonder geworden. Dus het is ons ondernemersrisico. Ik vind ondernemers overigens altijd zo zielig doen over zo’n risico. Als je zo’n lening verstrekt, heb je het. Wat is nu mijn grote risico? Dat ik het geld kwijt raak. Eet ik dan een ander biefstukje? Rijd ik dan een andere auto? Dat geld heb ik gewoon. Dan ben je het kwijt, en? Als je in de bijstand zit en je krijgt een boete, dat is veel zwaarder.”
 
“Het belangrijkste is dat ik iets kan neerzetten, want zo ijdel ben ik dan ook weer, dat een doorbraak wordt in Nederland. Dat is mijn drijfveer. Stel nou, want dat is natuurlijk wel mijn gedachte, dat ik wat meer ziekenhuizen krijg. Met een soort basisziekenhuis en meerdere locaties in het land. Wie weet zegt men dan over twintig jaar, die Marius, wat een gouden visie. Maar het kan ook dat het een hele domme zet was.”
 
 

dinsdag 5 april 2016

DE NVAB PAPERS - 5 april 2016

 
De NVAB strategie nota 2016 diagonaal doorgenomen: de 50 belangrijkste punten. Zonder annotatie
Lees en denk het uwe ervan
Binnenkort een geannoteerde versie

 
 
 
  

1.      De arbeids en bedrijfsgeneeskunde is één van de specialistische deelterreinen in de gezondheidszorg 
 
2.      De WHO definitie van gezondheid is achterhaald
 
3.      De NVAB ondersteunt een nieuwe meer dynamische definitie van Machteld Huber - uit de school van de Positieve Gezondheid
 
4.      Participatie is behandeldoel van de zorg van de bedrijfsarts. Nieuwe context: de participatie samenleving
 
5.      Verdere doelgroep verbreding: alle potentieel werkenden
 
6.      De NVAB wil levensloop dossier
 
7.      De NVAB ziet in deze ontwikkelingen de mogelijkheid en de uitdaging om tot een andere configuratie van de BGZ te komen
 
8.      De NVAB beschouwt zichzelf als 'wetenschappelijke' beroepvereniging van bedrijfsartsen
 
9.      De missie van de NVAB: 'alle werkenden kunnen rekenen op goede toegankelijke arbeidsgerelateerde zorg '
 
10.  Begrip onafhankelijkheid is geen realistische notie meer aldus de NVAB. Voor NVAB staat begrip integriteit nu centraal met kenmerken: zorgvuldig,uitlegbaar en standvastig
 
 
                                 
 

 
11.  Naast nieuwe definitie van gezondheid ook nieuw classificatie model: ICF model. NVAB vindt dat het ICF een geschikt model om complexere casuïstiek in kaart te brengen
 
12.  Het ICF model zou 'beter aansluiten bij het multi-factoriële en interactionele karakter van verzuim en arbo problematiek dan een strikt medische beoordeling - denkt de NVAB
 
13.  NVAB pleit voor meer Academische Werkplaatsen - 1 per UMC om precies te zijn
 
14.  NVAB wil levensloop dossier - vastlegging van arbeidsgerelateerde geneeskundige informatie moet worden vastgelegd in EPD - continuiteit van zorg is uitermate belangrijk kwaliteitscriterium voor goede gezondheidszorg
 
15.  Arbovigilantie ziet NVAB als nieuwe competentie van bedrijfsarts
 
16.  Flexibel werken is in overtuiging van NVAB nieuw arbeidsrisico
 
17.  De bedrijfsarts als linking pin tussen de zorgsector en bedrijfsleven
 
18.  De bedrijfsgeneeskunde maakt deel uit van de eerstelijns gezondheidszorg
 
19.  De eerstelijns positionering accentueert de directe toegankelijkheid zonder verwijzing en de complementaire rol die de bedrijfsarts speelt in de gehele zorgketen
 
20.  De eerstelijns positionering draagt ook bij aan zichtbaarheid van bedrijfsarts in zorgsysteem
                                      
21.  Werken aan functieherstel is vorm van behandelen
 
22.   De bedrijfsarts heeft individuele zorgtaken
 
23.  De NVAB spreekt zich niet politiek uit, maar het realiseren van goede randvoorwaarden maakt wel onderdeel uit van de missie van de NVAB
 
24.   De NVAB introduceert het begrip optimale zorg en beschrijft een vijftal goede randvoorwaarden zoals oa onbelemmerde toegankelijkheid van alle werkenden tot een bedrijfsarts en voldoende spreekuur tijd en autonomie op het medische domein binnen contracten
                           
25.  NVAB bepleit intensiever toezicht op naleving van bestaande wettelijke randvoorwaarden
 
26.  NVAB beschrijft vijf nieuwe rollen van de bedrijfsarts: naast specialist,en dokter, ook adviseur, expert en linking pin
 
27.  De missie van NVAB is het verenigen van professionele bedrijfsartsen
 
28.  Naast de tien 'normerende 'kernwaarden nu ook zeven vakgebonden grondslagen
·         bedrijfsarts is persoonlijk verantwoordelijk voor uitoefenen van zijn/haar beroep
·         opdrachten worden slechts aanvaard indien deze in overeenstemming zijn met beroepsethiek
·         bedrijfsarts levert zo adequaat mogelijk individu gebonden zorg
·         bedrijfsarts is loyaal naar bedrijf/organisatie in de betekenis van positief kritische aandacht
·         bedrijfsarts werkt mee aan uitvoering van arbowet en andere sociale wetten - voor zover overige beroepsplichten zich daar niet tegen verzetten
·         bedrijfsarts overlegt - zo nodig - met verwijzers en wisselt van belangzijnde informatie uit
·         bedrijfsarts legt alles vast in dossier
 
                                     
 
29.  Diensten en producten van de bedrijfsarts worden beschreven - zoals al eerder-  in drie zogenaamde product clusters A, B en C
 
·         product cluster A: individuele verzuimbegeleiding en reintegratie
·         product cluster B: arbeidsgeneeskundige advisering en rapportage
·         product cluster C: onderzoek en advisering op groeps of bedrijfsniveau
 
De NVAB maakt daarbij onderscheid naar opdrachtgeversschap:
·         tussen 'in opdracht van werkgever',  buiten kaders van verzuim', in opdracht van werkende',
·         en naar aard van opdrachten: vrijwillig, ex wvp, en verplicht
 
30.  De NVAB acht het van groot belang dat bedrijfsartsen - ongeacht de setting waarin zij werken - werken conform de normen en standaarden van de beroepsgroep.
 
31.  Richtlijnen worden door NVAB gezien als toetsingskader voor kwaliteit
 
32.  De NVAB wil bedrijfsarts positioneren als een autonome professional in het domein van de zorg en met minder prioriteit in de dienstverlening en advisering
 
 
33. De NVAB wil samen werken waar het kan, maar grenzen stellen waar nodig - met VG
 
34. De NVAB sluit geen partijen uit voor een respectvolle dialoog en staat open voor vernieuwende denkbeelden
 
35. Defensieve geneeskunde moet worden tegen gaan
 
                                
                    
 
36. De NVAB streeft naar toegankelijkheid van de gehele potentiële beroepsbevolking tot deskundige advisering op ons vakgebied: de nog niet werkenden, de werkenden, de potentieel werkenden , de tijdelijke niet werkenden en de gepensioneerden
 
37. NVAB is voorstander van het versterken van reflectief vermogen van bedrijfsarts
 
38 . Innoveren op continuïteit van zorg: levensloop zorg combineren met doorlopende bedrijfsgezondheidkundige effect monitoring en voortgaande archivering
                          
39. De 'PR' van de richtlijnen moet worden verbetert en heroriëntatie op vorm is nodig
40. NVAB oppert mogelijkheid dat besloten wordt tot een arts voor arbeid en gezondheid, waarmee het onderscheid tussen verzekeringsartsen en bedrijfsartsen minder expliciet wordt
41. Vg's zouden ook visitatie moeten doen
42. NVAB constateert dat de randvoorwaarden voor optimale beroepsuitoefening in de praktijk in veel gevallen tekort schiet
43. In sommige gevallen kan dat het betekenen dat men zich als bedrijfsarts niet akkoord verklaard met de condities die geboden worden en dus afscheid neemt  
 
                                 
 
 
 
44.  Mogelijke drempels voor vrije toegang - geen contract, geen voorziening, geen financiering, protocollen waarin toestemming gevraagd moet worden van leidinggevenden) tot de bedrijfsarts moeten worden weggenomen
45. NVAB zet zich in om verschraling van contracten tegen te gaan
46. Voor de bedrijfsarts is het diagnosticeren van werkgerelateerde aandoeningen een professionele competentie en een maatschappelijke verantwoordelijkheid.
47. Melden van beroepsziekten aan het NCVB is een belangrijke verantwoordelijkheid van de bedrijfsarts
48. De NVAB is van mening dat de meldplicht van beroepsziekten  bij werkgevers ligt en dat deze - conform arbeidsongevallen gericht moet zijn aan het ISZW. Dit nadrukkelijk naast een medische melding door de bedrijfsarts/arbodienst aan het NCVB.
49. De NVAB wil adequate positionering en en profilering van de klinische arbeidsgeneeskunde
50. NVAB wil opleidingsfonds en verdere academisering van de professie
 
 
 
 
                              
 

zondag 3 april 2016

DE NVAB EN DE VERKEERDE AFSLAG NAAR DE TOEKOMST - deel 1 - opting out ?

 
 Vrijdag 1 april 2016 - en minder dan één week te gaan !
 
Dit is deel 1 van een driedelige NVAB saga. Een vertelling over de toekomst van de bedrijfsarts over een periode van drie dagen.

Morgen: deel 2.  Waarin de nieuwe NVAB strategie nota puntsgewijs zal worden doorgenomen

Overmorgen wordt afgesloten met deel 3: Een samenvatting op hoofdlijnen, én meer over komende KNMG nota: Zorg die werkt. Naar verluid zal de KNMG voorstellen het vakgebied van de bedrijfsarts op te splitsen. Dat heeft nogal wat implicaties én voeten in de aarde. 
 
 
                                                 
 
 
Is de nieuwe NVAB strategie nota een game changer ?
Wordt 6 april 2016 - de NVAB voorjaarsvergadering - een sleuteldag, een game changer voor de bedrijfsarts ? Dat zou zo maar eens kunnen.
 
Het heeft er namelijk alle schijn van dat  - zoals gebruikelijk - een kleine groep van (slechts) veertig tot zestig aanwezige NVAB leden met acclamatie zullen instemmen met de nieuwe strategie nota van het NVAB bestuur.
Dit alles geheel volgens de interne (spel)regels én conform het verenigingsrecht. De aanwezigen bepalen - deels - de toekomst van de bedrijfsarts. De niet aanwezige NVAB leden hebben echter geen reden tot klagen. 'Hadden ze maar aanwezig moeten zijn' is het te verwachten antwoord. De verenigingsdemocratie heeft haar werking gedaan.
De bedrijfsartsen die geen lid meer van de NVAB zijn - een groeiend aantal overigens - hebben nagelaten zich afdoend efficiënt te verenigen én hebben de kans laten lopen om met een werkbaar alternatief te komen. Deze nota ligt al meer dan half jaar op de planken. Er is geen tegennota verschenen.
Tegengeluiden waren er wel - zie De Nieuwe Bedrijfsarts - Dat Kan Anders - maar de impact ervan is op dit moment niet groot genoeg gebleken om tot een omslag in het denken in het NVAB bolwerk te kunnen leiden. Een feitelijke constatering.
http://denieuwebedrijfsarts.blogspot.nl/2014/10/nieuwe-beroepsorganisatie-voor-de.html
Zoveel bedrijfsartsen, zoveel meningen lijkt het kernprobleem. Dus: wie zich het best heeft georganiseerd slaat de piket paaltjes. Simpel. En dat lijkt vooralsnog de NVAB te zijn. 
                      
      
                                           
 
 
 
De kern:  Opting out - weg bij arbodienst, op naar het gezondheidscentrum
De NVAB strategienota is zonder meer grensverleggend te noemen. Want de NVAB is/blijkt voorstander van een grote stelselwijziging, alhoewel ze dat (juist niet) hardop ventileert. Dat moet je tussen de regels door lezen. Kort samen te vatten als: opting out : weg bij de arbodiensten en de sociale zekerheid, én op naar de eerste lijn,het gezondheidscentrum in de zorg.
Als vertrekpunt van haar strategie stelt de NVAB in het begin van haar nota (pg 8) dat 'de NVAB  in deze ontwikkelingen de mogelijkheid én de uitdaging ziet om tot een andere configuratie in de BGZ te komen.
Een andere configuratie ?  Op pagina 27 wordt helder wat NVAB daar onder verstaat:
De NVAB wil ' de bedrijfsarts te positioneren als een autonome professional in het domein van de zorg én met minder prioriteit in de dienstverlening en advisering'.
Een viertal aspecten vallen in deze zin op, te weten:
1.      autonoom,
2.      domein zorg,
3.      minder prioriteit aan dienstverlening en
4.      minder prioriteit aan advisering
 
 
 
 
                                                 
 
 
                             
Laten we de zaak even puntsgewijs doorlopen:
 
1.  Autonoom, onafhankelijk, en/of integer ? Wat mag het zijn ?
 
In deze nota worden een aantal begrippen door elkaar heen 'gehusseld'. Ieder met haar eigen - soms verborgen en niet beschreven connotatie.
 
Eerder is/wordt in de nota het begrip 'onafhankelijkheid '  ingeruild voor het begrip 'integer' (pagina 9) .
 
Blijkbaak is de soesa over het begrip onafhankelijkheid de NVAB te groot geworden. Ik verwijs naar de verzuchting van het NVAB bestuur in 2014: NVAB is gezeur beu- de bedrijfsarts is onafhankelijk. https://www.nvab-online.nl/actueel/nieuws/nvab-gezeur-beu-de-bedrijfsarts-onafhankelijk
 
Integer handelen moet - volgens de NVAB - gezien worden in termen van: 
·         zorgvuldig - steeds opnieuw kritisch reflecterend op het handelen
·         uitlegbaar - verantwoorden, verwijzend naar richtlijnen en voorschriften
·         standvastig -  consistent maar met het oog voor eventuele tegengestelde belangen
 
Maar de meerwaarde van het inwisselen van deze begrippen blijft duister. Wat precies onder 'autonoom' in deze context moeten worden verstaan wordt niet verder uitgewerkt.
 
 

 
 
                                            
 
 
2.  Domein zorg ? Maar....
 
Voor de goede orde: de bedrijfsarts is nu niet in de zorg gepositioneerd, maar in de sociale zekerheid. Dat is de feitelijke situatie. Altijd al zo geweest.
Dit in tegenstelling/ondanks de vele verwijzingen/beschrijvingen in de NVAB nota dat de bedrijfsgeneeskunde deel uit zou maken van de 'eerstelijns gezondheidszorg'. Een arbodienst is dan ook geen zorginstelling en/of gezondheidscentrum.  Dat is een verkeerde voorstelling van zaken. Nogal cruciaal lijkt me.
Het lijkt eerder een wensgedachte, wellicht ingegeven door diepere identiteits problemen ? Blijkbaar worstelt de NVAB nog steeds over of zij nu primair een 'dokter-als-alle -dokters' is of adviseur. Een schijntegenstelling in mijn ogen overigens.
Het is vooral een kwestie van aanvliegen. Het woord klant is de grote afwezige in het gehele stuk. Het NVAB startpunt lijkt meer de eigen onvrede /onmacht/aangeleerde hulpeloosheid/ongemak/.... te zijn.
 
                                
 
                                              
 
3.  Minder prioriteit aan dienstverlening ?
Het is niet goed te volgen wat hier precies mee bedoeld wordt, maar het is wel een zorgwekkende opmerking. Hoezo minder dienstverlening ? Dat is toch waar alles omdraait? Goede, adequate, efficiënte dienstverlening met echte meerwaarde voor de klant/client/patient/bedrijf/organisatie ? Dat kan toch ' geen onsje ' minder ?
4.  Minder advisering ?
Even zo goed is niet helder wat hier onder verstaan moet worden. Alles draait toch om advisering ? Dat is toch onze boterham !
Opvallend statement overigens - ook als je de laatste voorstellen tot wijzigingen van de Arbowet van de minister van Sociale Zaken Asscher in het achterhoofd erbij neemt  - die juist de adviespositie van de bedrijfsarts extra heeft benadrukt - op voorspraak van de NVAB nota bene.
De klant is toch de zon waarom wij - als bedrijfsartsen- draaien ? Of bevindt de NVAB zich in ander zonnestelsel ?
 
 
 
 
                              
 
 
Deel 2: de NVAB strategie nota - de hoofdpunten in het kort
 
Deel 3: hoe nu verder ?
met als cliffhanger: De KNMG nota: Zorg die werkt - een KNMG brede visie op de toekomst van de bedrijfsgezondheidszorg.
 
Tip van de sluier alvast: het vakgebied van de bedrijfsarts wordt/moet in de visie van de KNMG (op initiatief van NVAB en NVVG ) opgesplitst en ook omgedoopt in arbeidsgerichte zorg.
 
Kortom: wordt vervolgd
De serie zal voor as woensdag 6 april worden afgesloten.