Is de nieuwe NVAB
strategie nota een game changer ?
Wordt 6 april 2016 - de NVAB voorjaarsvergadering - een
sleuteldag, een game changer voor de bedrijfsarts ? Dat zou zo maar eens
kunnen.
Het heeft er namelijk alle schijn van dat - zoals gebruikelijk - een kleine groep van
(slechts) veertig tot zestig aanwezige NVAB leden met acclamatie zullen
instemmen met de nieuwe strategie nota van het NVAB bestuur.
Dit alles geheel volgens de interne (spel)regels én conform
het verenigingsrecht. De aanwezigen bepalen - deels - de toekomst van de
bedrijfsarts. De niet aanwezige NVAB leden hebben echter geen reden tot klagen.
'Hadden ze maar aanwezig moeten zijn' is het te verwachten antwoord. De
verenigingsdemocratie heeft haar werking gedaan.
De bedrijfsartsen die geen lid meer van de NVAB zijn - een
groeiend aantal overigens - hebben nagelaten zich afdoend efficiënt te
verenigen én hebben de kans laten lopen om met een werkbaar alternatief te
komen. Deze nota ligt al meer dan half jaar op de planken. Er is geen tegennota
verschenen.
Tegengeluiden waren er wel - zie De Nieuwe Bedrijfsarts -
Dat Kan Anders - maar de impact ervan is op dit moment niet groot genoeg
gebleken om tot een omslag in het denken in het NVAB bolwerk te kunnen leiden.
Een feitelijke constatering.
http://denieuwebedrijfsarts.blogspot.nl/2014/10/nieuwe-beroepsorganisatie-voor-de.html
Zoveel bedrijfsartsen, zoveel meningen lijkt het
kernprobleem. Dus: wie zich het best heeft georganiseerd slaat de piket
paaltjes. Simpel. En dat lijkt vooralsnog de NVAB te zijn.
De kern: Opting out - weg bij arbodienst, op naar het
gezondheidscentrum
De NVAB strategienota is zonder meer grensverleggend te
noemen. Want de NVAB is/blijkt voorstander van een grote stelselwijziging,
alhoewel ze dat (juist niet) hardop ventileert. Dat moet je tussen de regels
door lezen. Kort samen te vatten als: opting out : weg bij de arbodiensten en
de sociale zekerheid, én op naar de eerste lijn,het gezondheidscentrum in de
zorg.
Als vertrekpunt van haar strategie stelt de NVAB in het
begin van haar nota (pg 8) dat 'de
NVAB in deze ontwikkelingen de
mogelijkheid én de uitdaging ziet om tot een andere configuratie in de BGZ te
komen.
Een andere configuratie ? Op pagina 27 wordt helder wat NVAB daar onder
verstaat:
De NVAB wil ' de
bedrijfsarts te positioneren als een autonome professional in het domein van de
zorg én met minder prioriteit in de dienstverlening en advisering'.
Een viertal aspecten vallen in deze zin op, te weten:
1.
autonoom,
2.
domein zorg,
3.
minder prioriteit aan dienstverlening en
4.
minder prioriteit aan advisering
Laten we de zaak even puntsgewijs doorlopen:
1. Autonoom, onafhankelijk, en/of integer ? Wat
mag het zijn ?
In deze nota worden een aantal begrippen door elkaar heen
'gehusseld'. Ieder met haar eigen - soms verborgen en niet beschreven
connotatie.
Eerder is/wordt in de nota het begrip 'onafhankelijkheid
' ingeruild voor het begrip
'integer' (pagina 9) .
Blijkbaak is de soesa over het begrip onafhankelijkheid
de NVAB te groot geworden. Ik verwijs naar de verzuchting van het NVAB bestuur
in 2014: NVAB is gezeur beu- de bedrijfsarts is onafhankelijk. https://www.nvab-online.nl/actueel/nieuws/nvab-gezeur-beu-de-bedrijfsarts-onafhankelijk
Integer handelen moet - volgens de NVAB - gezien worden
in termen van:
·
zorgvuldig - steeds opnieuw kritisch
reflecterend op het handelen
·
uitlegbaar - verantwoorden, verwijzend naar
richtlijnen en voorschriften
·
standvastig -
consistent maar met het oog voor eventuele tegengestelde belangen
Maar de meerwaarde van het inwisselen van deze begrippen
blijft duister. Wat precies onder 'autonoom' in deze context moeten worden
verstaan wordt niet verder uitgewerkt.
2. Domein zorg ? Maar....
Voor de goede orde: de bedrijfsarts is nu niet in de zorg
gepositioneerd, maar in de sociale zekerheid. Dat is de feitelijke situatie.
Altijd al zo geweest.
Dit in tegenstelling/ondanks de vele
verwijzingen/beschrijvingen in de NVAB nota dat de bedrijfsgeneeskunde deel uit
zou maken van de 'eerstelijns gezondheidszorg'. Een arbodienst is dan ook geen
zorginstelling en/of gezondheidscentrum.
Dat is een verkeerde voorstelling van zaken. Nogal cruciaal
lijkt me.
Het lijkt eerder een wensgedachte, wellicht ingegeven door
diepere identiteits problemen ? Blijkbaar worstelt de NVAB nog steeds over of
zij nu primair een 'dokter-als-alle -dokters' is of adviseur. Een
schijntegenstelling in mijn ogen overigens.
Het is vooral een kwestie van aanvliegen. Het woord klant is
de grote afwezige in het gehele stuk. Het NVAB startpunt lijkt meer de eigen onvrede
/onmacht/aangeleerde hulpeloosheid/ongemak/.... te zijn.
3. Minder prioriteit aan dienstverlening ?
Het is niet goed te volgen wat hier precies mee bedoeld
wordt, maar het is wel een zorgwekkende opmerking. Hoezo minder dienstverlening
? Dat is toch waar alles omdraait? Goede, adequate, efficiënte dienstverlening
met echte meerwaarde voor de klant/client/patient/bedrijf/organisatie ? Dat kan
toch ' geen onsje ' minder ?
4. Minder advisering ?
Even zo goed is niet helder wat hier onder verstaan moet
worden. Alles draait toch om advisering ? Dat is toch onze boterham !
Opvallend statement overigens - ook als je de laatste
voorstellen tot wijzigingen van de Arbowet van de minister van Sociale Zaken Asscher
in het achterhoofd erbij neemt - die
juist de adviespositie van de bedrijfsarts extra heeft benadrukt - op
voorspraak van de NVAB nota bene.
De klant is toch de zon waarom wij - als bedrijfsartsen-
draaien ? Of bevindt de NVAB zich in ander zonnestelsel ?
Deel 2: de NVAB strategie nota - de hoofdpunten in het kort
Deel 3: hoe nu verder ?
met als cliffhanger: De KNMG nota: Zorg die werkt - een KNMG brede visie op de toekomst van de bedrijfsgezondheidszorg.
Tip van de sluier alvast: het vakgebied van de bedrijfsarts wordt/moet in de visie van de KNMG (op initiatief van NVAB en NVVG ) opgesplitst en ook omgedoopt in arbeidsgerichte zorg.
Kortom: wordt vervolgd
De serie zal voor as woensdag 6 april worden afgesloten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten