zondag 29 mei 2016

Newsdesk De Werkplaats - week 21 doorgenomen: Grote veranderingen op komst - VERS VAN DE PERS - BEDRIJFSARTS toch nog OP DE SCHOP ?

Bericht van de Newsdesk De Werkplaats

Berichten uit de samenleving, kolom sociale zekerheid, sectie bedrijfsgezondheidszorg - week 21 - 2016

Over op handen zijnde veranderingen , zelfs mogelijke game changers.
Wat zit er in het vat, en wat in de pijplijn.
 
Wat viel op deze week en hoe dat te duiden ?
 
1. Brief van Autoriteit Persoonsgegevens van 24 mei 2016 aan Oval - te lezen als vooraankondiging naar een komend onderzoek naar arbo sector.

Wordt de hele arbo branche binnenkort onderzoeksobject van Autoriteit Persoonsgegevens ? De kans erop lijkt vrij groot. Een nadere toelichting en overdenking

Opnieuw is er een sterk verhoogde 'belangstelling' waarneembaar bij Autoriteit Persoonsgegevens in de arbosector.

Recent heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) haar oude beleidsregels uit 2008 geactualiseerd en verwerkt tot de nieuwe publicatie De Zieke Werknemer. Deze beleidsregels zijn met ingang van 29 april 2016 - 0900 uur in werking getreden (middels publicatie in de Staatscourant).

Al eerder deed de zogenaamde Abrona zaak veel stof opwaaien en was aanleiding tot een uitgebreide (interpretaties) debatten in allerlei gremia. Kern: hoe moeten 'het werkveld ' dit rapport lezen ?

Ook deze nieuwe beleidsregels geven aanleiding tot veel vragen én debat. Zoals mooi terug te lezen valt op de Oval site.

Bericht 26 mei 2016:  Reactie AP op brief OVAL inzake verwerking persoonsgegevens en verzoek uitstel handhaving

Het AP reageert middels brief dd 24 mei 2016 op brief van Oval van 12 mei met verzoek van Oval tot opschorting voor periode van zes maand van eventuele handhaving.

Deze brief van de AP is meer dan close reading waard.
Let op de (*)
In deze brief valt het volgende te lezen:


  • Oval zal uiterlijk op 1 juli 2016 (*) namens branche (*) een inhoudelijke reactie (*) aan het AP sturen. Binnen zes week vanaf nu dus.
 
  • Naast de voorbereiding van een inhoudelijke reactie zal tevens een analyse (*) bij leden met oog op mogelijke impact op dienstverlening, systemen en gegevensstromen tussen arbodienstverleners en hun opdrachtgevers (*) plaats vinden.

  • De AP lijkt Oval enige lucht te geven, maar schaakt vooruit. Dat valt te detecteren uit de volgende zinnen:

  • AP vindt het 'niet opportuun om vlak na uitleg van norm haar handhavende bevoegdheden in te zetten'. Dat is het positieve signaal. Dat is de lucht. Maar noemt nergens een termijn. Van de gevraagde zes maand is niets terug te lezen. Maar 1 juli staat wel genoteerd.

  • De AP stelt harde clausules als zij stelt dat de AP 'er aanhecht dat betrokken partijen de komende tijd  starten met analyse (*) en indien nodig (*) voorbereidingen (*) treffen om implementatie van aanpassing in systemen mogelijk te maken.

  • Aan het werk - lijkt het AP te zeggen. Kort door de bocht samen te vatten als: niet lullen, maar poetsen. Geen woord over een 'inhoudelijke reactie'. AP lijkt met meer dan gewone belangstelling  naar de analyse uit te kijken, maar gaat stap verder als Oval wellicht van te voren bedacht, want wil tevens implementatieplan zien ( indien nodig). Analyse kan als breekijzer worden geinterpreteerd

  • AP gaat ervan dat  'de norm- lees de beleidsregels- zo helder zijn dat betrokken partijen meteen de nodige voorbereidingen kunnen treffen om implementatie van aanpassing in systemen mogelijk te maken.

  • De klapper zit in de laatste alinea: Mocht het AP signalen ontvangen dat betrokken partijen geen begin hebben gemaakt met analyse (*) dan wel implementatie(*) van de norm (*) dan kan voor AP alsnog aanleiding zijn om onderzoek te starten met mogelijke bestuurlijke sanctie tot gevolg.
 
Tip: lees de brief nog eens zorgvuldig na en overdenk de implicaties
 

 


 
links:

Autoriteit Persoonsgegevens - algemeen


Beleidsregels De Zieke werknemer - in werking miv 29 april 2016 0900 uur


 
 
 
Vers van de pers !
 
Bericht 2: Gaat bedrijfsarts toch nog op de schop ?
KNMG- NVAB doen voorzet
 
Vorig najaar lekte vergaderstukken van de KNMG werkgroep Toekomst Arbeidsgerelateerde Zorg uit. Dat deed in inner circles nogal wat stof opwaaien.
 
Oval nodigde daarop NVAB bestuur uit voor nadere toelichting. NVAB bestuur ontkende in grote lijnen.
 
Daarna bleef het lang stil.
 
Op de BG dagen van afgelopen week lichtte de voorzitter  van de werkgroep Gerrit van der Wal een tip van de sluier op.
 
KNMG blijkt (toch) voor grote stelselwijziging te zijn. Naast bedrijfsarts en verzekeringsarts blijkt er derde uitstroom profiel te komen: de arbeidsarts, gefinancierd uit basispakket Zvw. Tenminste: dat zijn de voorstellen.
 
 
 
Eerste reactie van de Newsdesk: dit komt niet uit de lucht vallen. Lees eerdere blog daarover.
 
 
 
 
Tweede reactie van de Newsdesk: NVAB bestuur lijkt wat uit te leggen te hebben aan Oval.
 
 
 
Lees en beoordeel zelf: Bekijk de presentatie van prof dr Gerrit van der Wal. Vers van de pers ! Net op het net.
 
 
 
Nadere berichten en duidingen, commentaar volgen binnenkort
 

vrijdag 27 mei 2016

De NVAB papers - gaat de bedrijfsarts dan toch nog op de schop ?

Vrijdag 27 mei 2016
 
Gisteren een nieuwe blog aangeleverd bij Medisch Contact - dé website voor artsen en het weekblad voor alle KNMG-ers.
 
 
Maar deze was/bleek toch ietsiepietsie te spicy.   De redactie vond hem in ieder geval niet geschikt voor publicatie.  Maar even zo goed dus nu wel te lezen op De Nieuwe Bedrijfsarts. Oordeel zelf. U kunt zelf het aantal pepertjes scoren. 
 
 
 
 
De NVAB papers: gaat de bedrijfsarts - toch nog - op de schop ?
Wordt de bedrijfsarts dan toch nog opgesplitst in een werknemers én werkgevers arts ? En dat allemaal met medeweten, mogelijk zelfs op initiatief van de NVAB ?
Gaat het oude plannetje van de FNV uiteindelijk - via een achterdeurtje én na 6 jaar gesjor, lobbywerk én stemmingmakerij rond positie van bedrijfsarts - dan toch nog stiekum door ?
En zet de KNMG werkgroep Toekomst Arbeidsgerelateerde Zorg (TAZ) in op een grote stelselwijziging- met arbeidsparticipatie als behandeldoel en (dus ?) financiering vanuit het  basispakket Zvw?
Komt er straks één discipline voor het specialisme arbeid en gezondheid met drie uitstroomprofielen ? Bedrijfsartsen, werkend in opdracht van een bedrijf. Verzekeringsartsen die werken in opdracht van een verzekeringsmaatschappij(UWV of particuliere verzekeraar), én een nieuwe functie: de arbeidsgeneeskundige, die werkt in opdracht van de werkende. Lees én begrijp ik dat nu allemaal goed ? Een arbeidsgeneeskundige - werkend in opdracht van werkende ??
Voor me - op mijn bureau - liggen de uitgelekte stukken van deze KNMG werkgroep TAZ die lange tijd onder de radar opereerde. Boven op de stapel: de KNMG visie - Zorg die werkt - conceptversie 25 september 2015 (49 bladzijden dik). Daaronder: een zogenaamde covernotitie met algemeen commentaar (11 bladzijden). Gevolgd door: bijlagen bij vergaderstukken van 6 oktober 2016 met werkaantekeningen en interviews met deskundigen en nog wat losse memo's en notities. Een heel pak papier dus. Goeie dag. Ik weet niet wat ik lees.
Takenpakketten voor de werkgeversarts/bedrijfsarts en werknemersarts/arbeidsgeneeskundige blijken al keurig te zijn uitgewerkt - zo valt uit de bijlagen op te maken. Ik val van mijn stoel. Moet resetten.
Even nadenken: allemaal half jaar oud. Dus niets staat nog écht vast. Toch ? Ouwe bouwtekeningen- zal ik maar zeggen. Wellicht zijn er nieuwe inzichten opgedaan in de tussentijd. Dat is het positieve nieuws. Maar stel eens dat dit allemaal toch werkelijkheid wordt ? Wat dan ?
De voorstellen van de KNMG werkgroep TAZ blijken bij nader inzien naadloos aan te sluiten bij nieuwe strategienota van de NVAB. (Helaas nog niet openbaar). De NVAB wil ook naar 'een andere configuratie' van de bedrijfsgezondheidszorg. En hanteert hetzelfde denkraam: sociaal medische begeleiding is vorm van behandeling. Behandeling is zorg én dus lijkt financiering vanuit het basispakket Zvw vanzelfsprekend. Geen valide redenering, onbegaanbare weg, maar even zo goed bekend NVAB deuntje. Maar waarom moet de functie bedrijfsarts worden opgesplitst ? Wat is de meerwaarde van een arbeidsgeneeskundige ? Gaat dat werken ? Dat is mij niet helder.
Deze plannetjes (b)lijken ook niet zomaar uit de lucht te komen vallen. In januari van dit jaar pleitte de drie BGZ professoren ( Van Mechelen, Anema en Hulshof) ook al voor een grote stelselwijziging. Toeval bestaat niet, zou je denken.
Ter zake: hoe moet dit verder, wanneer is 'men' uitgedacht ?  Wellicht zal prof dr Gerrit van der Wal al komende vrijdag 27 mei (om 11.55 uur  om precies te zijn) een tip van de sluier oplichten tijdens zijn presentatie Zorg die werkt. Een KNMG-visie (nog in ontwikkeling) over de arbeidsgerichte medische zorg. Ben erg benieuwd.
Nog in ontwikkeling dus. Dat is mooi: maar welke kant uit ?
Links:

dinsdag 24 mei 2016

Managers lijken op dieren

Oude column uit de mottenballen

Dierentuin

Publicatie
Nr. 4 - 21 januari 2002
Jaargang
2002
Auteur
Dolf Algra

Vrijwel iedereen heeft een baas, chef of manager boven zich, een regelaar dus. Het is de bedoeling dat daardoor de zaken beter, gemakkelijker en overzichtelijker verlopen.
 
Er wordt beleid gemaakt, dagelijkse problemen opgelost, en logistieke en financiële zaken afgehandeld. Kortom, als medewerker op de werkvloer moet je er baat bij hebben.
 
Helaas gaat die vlieger niet altijd op.

Sommige medewerkers krijgen niet alleen de kriebels van hun chef, ze worden zelfs ziek van hem. Ze lijden aan bazenstress en worden overspannen van hun baas. Veel van die medewerkers komen bij de bedrijfsarts op het spreekuur om hun verhaal te doen, uit te huilen of tijd te winnen.
 
Het is aan de bedrijfsarts om daarvan weer iets werkbaars te maken. Iets wat niet altijd meevalt, maar wel de jeu van het vak.

Sommige bazen zijn dan ook niet voor de poes. Zo ging Jack Welch, ex-directeur van General Electric, zeg maar de Cor Boonstra van de Verenigde Staten, prat op zijn favoriete managementstijl onder de bijpassende benaming ‘management by fear’. Meer een tijger dus.

Als je goed oplet en om je heen kijkt, kun je zo een hele dierentuin samenstellen.
 
Ze lopen allemaal in de organisaties en bedrijven rond: de olifanten, de luiaards, de papegaaien, de brulapen, de haaien, de stokstaartjes en de hyena’s.
 
Van de interimmanagers wordt vaak gezegd dat zij zich als zeemeeuwen gedragen: ze komen krijsend aangevlogen, poepen de hele zaak onder, en laten een rotzooi achter.
 
De favoriete managementstijl van één van mijn vorige bazen was ‘management by surprise’: altijd kwam er weer een ander konijn uit zijn hoge hoed.

Ik ben er nog niet uit bij welk dier dit het meest past.

woensdag 18 mei 2016

System meltdown op het spreekuur - Jim Faas - blog Medisch Contact

Oud NVVG voorzitter Jim Faas - is van af nu begonnen met blogs op de site van Medisch Contact - onderstaand zijn eerste worp - herkenbaar - helder, to the point 

                     
Maandagochtend negen uur. Buiten regent het. Binnen start een nieuwe dag. Voor me zit Kees. Het eerste ziektewetconsult van vandaag. Kees werkte voor een bedrijf met zelfsturende teams. Daar blijkt hij niet tegen te kunnen. Hij raakt het overzicht én de draad kwijt. Hij wordt dan rood, gaat hakkelen én loopt weg.                              
 
 
Zijn verzuim is de laatste twee jaar enorm gestegen. Kees trekt het niet meer, maar de organisatie evenmin. Bij de zoveelste reorganisatie is Kees dan ook aan de kant geschoven. Kees is niet alleen de pineut, maar heeft zich ook ziekgemeld en zit daarom nu hier.
 
Je zou dit gedrag medisch kunnen duiden. Schot voor de boeg: autismespectrumstoornis. Moet Kees daarvoor nu wel of niet langs de psychiater? En wordt hij daar ‘beter’ van? Hij is dan wel verzekerd van gratis stempel. Maar voor je het weet transformeert dat stempel (ha fijn: erkenning!) in een stigma (hoe vervelend: ik ben besmet!). En zie daar dan maar weer eens vanaf te komen. Dat schijnt heel lastig te zijn. Alle juichverhalen uit de re-integratiewereld over omkering van beperkingen in ‘talenten’ ten spijt. Kees is pas vijftig en moet dus nog wel even mee.
 
Maar: is er eigenlijk wel iets mis met Kees? Gewoon een bijzondere medewerker, beetje teruggetrokken type: so what? Een uitgesproken nerd. Een detailfreak. Geen gezellige maar wel een vriendelijke vent – als je het hem niet te moeilijk maakt. En niet onbelangrijk: dit is toch 30 jaar goed gegaan? Tot aan die zelfsturende teams, dus.
 
Ik worstel. Wat is de kip, wat het ei. Maar ja: hier heb ik voor doorgeleerd, toch ? Laten we de zaak nog eens doorlopen. Of Kees kan niet meer meekomen én dat heeft een medische oorzaak – ik kies dan het meest passende label uit. Of mijn conclusie is dat Kees zich onvoldoende heeft aangepast aan de eisen van deze tijd. Tough luck! Sluit aan in de rij baanlozen. Jammer voor Kees, maar ik kan het werkloosheidsprobleem niet in mijn eentje voor hem oplossen.
 
Sla ik linksaf – medisch label – dan gaat Kees de verzuimbegeleiding in en kan er twee jaar worden uitgetrokken om hem te re-integreren. Hij komt daardoor financieel voorlopig niet in de problemen. Kosten voor de maatschappij. Het pamperen kent dan geen einde want Kees kan altijd terugvallen op zijn ‘stoornis’.
 
Ik kan ook rechtsaf slaan – de wereld verandert en jij dus wel of niet ook – onder het motto: niks aan de hand, gewoon iemand die niet meer op de werkplek past en dus de bakens moet verzetten. Kees moet subiet ander werk gaan zoeken. Daar staat hij dan. Geen ziekengeld. Op zijn vijftigste werkloos. De statistieken doen de rest.
 
Nu de hamvraag: is Kees mét medische diagnose nou zo’n heel andere vent dan zonder medisch label? En rechtvaardigt dat een compleet ander uitkeringsregime? Lijn 1: twee jaar compensatie voor ziekte, mogelijk gevolgd door een langdurige arbeidsongeschiktheidsuitkering. Lijn 2: pak ‘m beet twee jaar WW. Slechte arbeidsmarktkansen, waarna de bijstand lonkt, als ie daar al recht op heeft.
Halverwege ‘t spreekuur blijkt dat Kees een plaatsje in lijn 1 claimt. Hij is niet gek. Kwestie van gezond verstand en berekend gedrag. Als ik daar niet in meega, kan ik een forse dosis verzet verwachten. Ziek zijn blijkt toch lucratiever te zijn.
 
Do your job, Faas!
 
Ik pak stiekem het handboek verzekeringsgeneeskunde erbij. Op zoek naar het hoofdstuk: wat te doen bij een system meltdown?
 
 

dinsdag 17 mei 2016

Zware beroepen en loopbaan

Nieuw onderzoek bevestigt oude inzichten. Erasmus onderzoeker en gezondheidseconoom Bastiaan Ravesteijn onderzocht de zware beroepen en promoveert daarop over twee dagen, donderdag 19 mei.
 
 
Top 5 fysiek zware beroepen:
 
1. metselaar,
2. timmerman,
3. postsorteerder,
4. bakker en
5. verpleger.
 
Top 5 beroepen met minste regelruimte:
1. lopende bandmedewerker,
2. bediener van machines in chemische fabrieken,
3. metselaar,
4. postsorteerder en
5. kassamedewerker.

Geen zware arbeid meer op latere leeftijd

Onderzoek naar gezondheidsverschillen tussen arm en rijk

Mensen met zware beroepen zouden zich na hun vijftigste moeten omscholen. Zo wordt voorkomen dat hun werk zoveel schade toebrengt dat ze niet meer kunnen werken. Het gezondheidseffect van een jaar fysiek zwaar werk op latere leeftijd is namelijk vergelijkbaar met het effect van maar liefst zestien maanden ouder worden.
 
Dat blijkt uit promotieonderzoek door gezondheidseconoom Bastian Ravesteijn naar het effect van beleid op de gezondheidsverschillen tussen arm en rijk. Hij verdedigt zijn proefschrift op donderdag 19 mei 2016 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
 
Hoe kan overheidsbeleid gezondheidsverschillen tussen arm en rijk verkleinen? Die vraag staat centraal in het proefschrift van Ravesteijn 'Measuring the Impact of Public Policy on Socioeconomic Disparities in Health'. Hij onderzocht het effect van beleid op de gezondheidsverschillen tussen arm en rijk.
 
Ravesteijn stelt dat mensen met zware beroepen geholpen zouden moeten worden om zich na hun vijftigste om te laten scholen. Zo wordt voorkomen dat hun werk zoveel schade toebrengt dat ze niet meer kunnen werken. Het gezondheidseffect van een jaar fysiek zwaar werk op latere leeftijd is namelijk vergelijkbaar met het effect van maar liefst zestien maanden ouder worden. Voor het hebben van beperkte controle over de dagelijkse bezigheden op het werk - wat vaak voorkomt bij zware beroepen - is het effect zes maanden. Langer doorwerken betekent dat mensen met deze zware beroepen langer worden blootgesteld aan effecten van werken die de gezondheid schaden, juist op een leeftijd waarop dat werk hen het zwaarst valt.
 
 
Top vijf van zware beroepen
De promovendus heeft op basis van data over kenmerken van beroepsgroepen een lijst met 320 beroepsgroepen opgesteld, gerangschikt naar de mate van gezondheidsbelasting. De fysiek meest zware veelvoorkomende beroepen zijn: metselaar, timmerman, postsorteerder, bakker en verpleger.
 
De top vijf voor beperkte controle over de dagelijkse bezigheden bestaat uit lopende bandmedewerker, bediener van machines in chemische fabrieken, metselaar, postsorteerder en kassamedewerker.

Voor zijn onderzoek gebruikte Ravesteijn data over werk en gezondheid in Nederland en in Duitsland waar mensen tot 29 jaar lang werden geobserveerd. Zo kon rekening worden gehouden met factoren die zowel selectie in beroepsgroepen als de gezondheid beïnvloedden.
 
Ravesteijn toont verder aan dat mensen met laag gewaardeerde beroepen in Nederland drie keer zo vaak een slechte gezondheid rapporteren als mensen met hoog gewaardeerde beroepen. Hun sterftecijfer is tweemaal zo hoog en ze raken tweemaal zo vaak arbeidsongeschikt. Een algemene verhoging van de AOW-leeftijd is daarmee nadeliger voor mensen met zware beroepen: als zij twee jaar langer moeten doorwerken, dan is dat een relatief groter aandeel van hun resterende verwachte levensduur na pensionering. AOW-leeftijd voor mensen in ‘lichtere’ beroepen - doorgaans mensen met een hoge opleiding en een hoger inkomen - sterker laten stijgen lijkt wèl een verstandige beleidsmaatregel.
 
Effecten van latere schoolkeuze
Eén van de andere studies in het proefschrift gaat over de effecten van een latere schoolkeuze op gelijke kansen in het onderwijs en op de gezondheid op latere leeftijd. Volgens de promovendus zorgt het uitstellen van de schoolkeuze met een paar jaar voor meer gelijkheid tussen tussen arm en rijk.
In Nederland kiezen kinderen al na groep acht voor een middelbare schoolniveau, zodat ze al vroeg van elkaar gescheiden worden en op verschillende niveaus les krijgen. Dit in tegenstelling tot landen als Finland, waar kinderen van verschillende niveaus sinds de jaren '70 tot hun zestiende bij elkaar in de klas zitten.
 
Zo wordt voorkomen dat kinderen op een te jonge leeftijd een bepaalde richting inslaan. Doordat de schoolkeuzeleeftijd in Finland op sommige plekken eerder werd verhoogd dan in andere regio’s was het voor Ravesteijn mogelijk de effecten van dit systeem te schatten terwijl er kon worden gecontroleerd voor verschillen tussen geboortecohorten en regio’s.
 
 
De promovendus concludeert dat het verhogen van de schoolkeuzeleeftijdin Finland—waar de schoolkeuzeleeftijd met vijf jaar werd verhoogd —goed bleek uit te pakken voor kinderen uit gezinnen met lage inkomens. Hun kans om een universitair diploma te halen steeg van 6 naar 7,5 procent. De kans op een universitaire opleiding voor kinderen uit gezinnen met hogere inkomens daalde door de lagere schoolkeuzeleeftijd juist, van 24 naar 22,5 procent.
 
 
De late schoolkeuzeleeftijd had effecten over de gehele levensloop: de sterftekans van kinderen uit arme gezinnen tot aan het vijftigste levensjaar nam met 20 procent af, zo blijkt uit het onderzoek van Ravesteijn. Ook hier was het effect voor kinderen met rijkere ouders negatief: hun (oorspronkelijk lagere) sterftekans nam juist met 25 procent toe, zodat het verschil in sterftekans tussen arm en rijk vrijwel verdampte. In het oude systeem hadden kinderen uit gezinnen met lagere inkomens nog een 50 procent hogere overlijdenskans.
 
 
Scholieren worden in het voortgezet onderwijs op een spoor gezet en vormen er hun sociale netwerk dat over de gehele levensloop van invloed zal zijn op hun gedrag. Beroepskeuze en levensstijl kunnen ook van invloed zijn op de overlijdenskans.

zondag 8 mei 2016

Aanjager instroom bedrijfsartsen

 

Aanjager instroom bedrijfsartsen
                    

Van Gastel is de naam. Drs. M.P. van Gastel. ABD Topconsultant. Nieuwe taak: aanjager, kwartiermaker. Opdracht: bevorderen van de instroom van bedrijfsartsen. Het devies bij deze opdracht is simpel: move ‘em on, head ‘em up and ride ‘em in. Rawhide!
 
 
 
                                            Afbeeldingsresultaat voor rawhide
 
Kopje koffie?

Meteen ter zake maar. Het probleem: een dreigend tekort aan bedrijfsartsen. Er zijn nu nog 1750 bedrijfsartsen, maar over vier jaar nog 1200. Dus een daling van 130 bedrijfsartsen per jaar. Ouderen gaan met pensioen en jongeren stromen nauwelijks in. De oorzaak: het slechte imago van het ‘vak’ bedrijfsarts én de onbekendheid bij basisartsen met werk van de bedrijfsarts. Tenminste: dat staat in deze stapel rapporten. Nieuwe aanwas is nodig. Interventie is onafwendbaar. Dat is mijn specialiteit als aanjager.

De aanpak: in gesprek gaan met partijen in het veld. U dus. Voor de zomer nog. Heel veel babbel-de-babbel. Nagaan wat nodig is om de instroom weer op gang te brengen. Basisidee lijkt nu: het imago een beetje oppoetsen en het werk aantrekkelijker maken.
 
Stroopwafel erbij?

De aanpak in vijf zinnen: er zijn genoeg rapporten geschreven, nu spijkers met koppen slaan. Koe bij de horens vatten én de pijnpunt(en) op tafel leggen. Commitment organiseren. Uitgangspunt is geen financiering van de overheid. Dus zelf je broek ophouden. Normaal toch?
 
Is dit anders dan u had gehoopt? Mogelijk een bittere pil, een tegenvaller wellicht? Beter luisteren en lezen voortaan. Want dit stond al in graniet geschreven. Ok, even diep ademhalen. Nu: back to reality. Overheidsgeld is gepasseerd station. Dat is en harde randvoorwaarde en heldere boodschap.
Even zo goed: de karavaan trekt verder. Wij dus ook. Daarvoor zit hier ik hier én jullie daar. Het is nu tijd om afspraken te maken over de verdeling van de pijn en wie wat doet. Baseline: meedoen of afhaken. Nu beslissen.
 
Glaasje water?

Het eindproduct: een rapport met een concreet uitgewerkt en toepasbaar voorstel. Het liefst namens u, de veldpartijen. De trefwoorden zijn: gezamenlijke agenda én gezamenlijke routekaart. Samen dus. Met handtekeningen. Geen weg terug. Dus met harde commitment. Zo niet: dan zonder jullie. Maar dat is dan een echt ‘lost case’, lijkt me.
 
Het tijdpad: afronding en opleverdatum is uiterlijk oktober 2016. Dus nog een paar maandjes. Zomertje erbij. Makkie. Alles is namelijk al bekend. Tijd van afwachten, moeilijk doen, doorschuiven, circulatievoetbal én wegkijken is nu echt voorbij. Niet op de eigen postzegel blijven zitten. Het is nu de tijd om knopen door te hakken. Daar is geen woord Spaans bij, toch? Als je maar wilt, dat is het verschil! Dus wie zet de eerste stap?
 
Biertje dan maar?
Bitterballetje erbij?
Ober, muziek graag!
 
Don’t try to understand ‘em
Just rope, throw an’ brand ‘em
Soon we’ll be livin’ high an’ wide
Move ‘em on, head ‘em up and ride ‘em in.
Rawhide!
 
Kijk, ik zie ze al aan komen rennen, die jonge garde!
 
 
 
 
                                             Afbeeldingsresultaat voor rawhide