donderdag 15 september 2016

Aanpassing Arbowet - een korte impressie over wat er op 7 september in de Tweede Kamer werd besproken

Bedrijfsarts en preventie centraal bij aanpassing Arbowet

 

bron: Tweede Kamer
 
 
 
7 september 2016, wetsvoorstel - Bij een wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet houdt minister Asscher (Sociale Zaken) de positie van de bedrijfsarts tegen het licht. Ook is er aandacht voor preventie, handhaving en toezicht.
              
De duurzame inzetbaarheid van de beroepsbevolking verbeteren in een veranderende arbeidsmarkt. Dit wil Asscher bereiken met zijn voorstel om de Arbeidsomstandighedenwet aan te passen. Daarbij gaat het met name om de betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij arbodienstverlening, preventie en de positie van de bedrijfsarts. Kerstens (PvdA) vindt de voorgestelde veranderingen een verbetering. Ook Heerma (CDA) en Van Weyenberg (D66) zijn op hoofdlijnen positief. Maar Schut (VVD) ziet vooral procedurele maatregelen, zoals instemming van de or bij aanstelling van een preventiemedewerker, die de arbozorg niet verbeteren. Ulenbelt (SP) noemt het wetsvoorstel een "lapmiddel": er moet veel meer gebeuren.

Rol van en toegang tot bedrijfsarts beter geregeld

De toegang van werknemers tot de bedrijfsarts en de onafhankelijkheid van die bedrijfsarts worden in de wet vastgelegd. Een belangrijke verandering, vindt Kerstens. Ulenbelt is blij met de herinvoering van het arbeidsomstandighedenspreekuur. Verder benadrukt hij, net als Van Weyenberg, het recht op een second opinion voor werknemers die het oneens zijn met hun bedrijfsarts. Schut denkt dat de kwaliteit van de bedrijfsgezondheidszorg pas echt omhooggaat als de samenwerking met huisartsen en specialisten verbetert. Nu de rol van bedrijfsartsen groter wordt, zijn er meer nodig, stelt Heerma vast. Hij pleit voor maatregelen om een tekort te voorkomen.

Melden van beroepsziekten is belangrijk voor preventie

Het lessen trekken uit beroepsziekten is belangrijk voor preventie in de toekomst. Daarom moeten werkgevers een meldingsplicht krijgen, betoogt Ulenbelt. Hiervoor krijgt hij bijval van Kerstens. Maar door privacyregels en het medisch beroepsgeheim weten werkgevers vaak helemaal niet dat een werknemer een beroepsziekte heeft, werpt Schut tegen. Dat is inderdaad een probleem, erkent Van Weyenberg. Hij spoort de minister daarom aan om het mogelijk te maken dat bedrijfsartsen geanonimiseerde informatie over beroepsziekten aan bedrijven verstrekken. Het is beter om de meldingsplicht bij de bedrijfsarts te laten liggen, antwoordt Asscher.
De Kamer stemt op 13 september over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
 

dinsdag 13 september 2016

Kamer stemt in met wijzigingen Arbeidsomstandighedenwet

Kamer stemt in met wijzigingen Arbeidsomstandighedenwet
De Tweede Kamer heeft vandaag ingestemd met de voorgestelde wijziging van de Arbowet. Met de beoogde aanpassing van de wet wil het kabinet het functioneren van de bedrijfsgezondheidszorg voor werknemers en werkgevers verbeteren.
 
Het voorstel gaat nu voor behandeling naar de Eerste Kamer. Wanneer die de wet aanneemt, zal deze naar verwachting in 2017 in werking treden.
 
Vorige week werd in de kamer gedebatteerd over de voorgestelde wijzigingen van de Arbowet die onder meer gaan over het recht van een werknemer op een second opinion door een andere  bedrijfsarts en de plicht voor werkgevers om een basiscontract af te sluiten met een bedrijfsarts of een arbodienst.
 
Na de behandeling van het voorstel zijn elf amendementen en twee moties ingediend. Hiervan zijn de volgende aangenomen:

Meer informatie

Op de website van de Tweede Kamer zijn de behandeling van het voorstel en de stemming terug te kijken. Ook de ingediende amendementen, moties en andere relevante stukken zijn hier terug te vinden.

maandag 12 september 2016

Wetswijziging arbowet - De stemming erover in de tweede Kamer is morgen - di 13 september 2016

Laatste up date - 12 sept 2016
 
 
 
 

De stemming over de voorstellen tot wetswijziging van de Arbowet zoals voorgesteld door Minister Asscher van Sociale zaken vind morgen di 13 september plaats.

Naast eerder bekende amendementen blijken er - in de tussentijd og velen te zijn toegevoegd.

U kunt ze hier terug vinden:

Tijdstip stemming: 15.15


Bekijk de lijst met amendementen


En waar spraken zij over ?
Bespreking Tweede Kamer  op 7 september 2016
 
De bespreking van deze wetswijzigingen vond vorige week - 7 september 2016-  in de Tweede Kamer in de Grote Zaal plaats.
 
Debat gemist ?  Terug kijken kan middels deze link:
 
 
 
Het verslag daarvan is tevens nu al te vinden op deze link:
 
kijk bij stenogram
 

Voorstellen wetswijzigingen arbo wet - laatste stand van zaken: besproken in Tweede Kamer op 7 september - stemming vind plaats op di 13 september 2016

 
1. Het wetsvoorstel

De Tweede Kamer heeft een dikke week geleden de voorstellen tot wetswijzigingen van de Arbowet besproken. Dit wetvoorstel is terug te  vinden op: - via de site Arbo portaal
 



 
2. De wijziging Arbowet in een notendop

- bron - arbo online
Eind december 2015 heeft minister Asscher een wetsvoorstel ingediend voor wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet. Wat zijn in het kort de belangrijkste doelstellingen en wijzigingen van dit wetsvoorstel?
 
De afgelopen jaren is er veel discussie geweest over de arbeidsgerelateerde zorg. Er is forse kritiek geuit op het functioneren van de arbodienstverlening in het algemeen en op de rol van de bedrijfsarts in het bijzonder. Op verzoek van minister Asscher heeft de Sociaal Economische Raad (SER) op 19 september 2014 een advies uitgebracht over de toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg.

Wetsvoorstel

Op basis van dit advies heeft de minister in mei 2015 via ‘internetconsultatie’ een eerste Voorstel van wet voorgelegd aan de branche. De in totaal 41 ontvangen reacties heeft minister Asscher gebruikt bij het opstellen van het uiteindelijke wetsvoorstel. Na advies op het voorstel door de Raad van State is het ingediend bij de Tweede Kamer.

Van kracht

Naar verwachting behandelen de Eerste en Tweede Kamer het wetsvoorstel in de loop van 2016. De wet zal dan waarschijnlijk op zijn vroegst van kracht zijn vanaf medio 2016, mogelijk zelfs pas per 1 januari 2017. Lopende arbodienstverleningscontracten zullen nog een jaar na inwerkingtreding van de wet ongewijzigd van kracht blijven.

Doelstellingen en wijzigingen

Wat zijn de belangrijkste doelstellingen en wijzigingen? En wat zijn de gevolgen voor de contracten van werkgevers en werknemers met arbodiensten en bedrijfsartsen? U vindt het hieronder kort op een rij.
 
Doelstellingen
  • versterking van de positie van de preventiemedewerker en samenwerking met de arbodienstverleners/arbodeskundigen;
  • verduidelijken van de adviserende rol van de bedrijfsarts bij verzuimbegeleiding;
  • het kunnen consulteren van de bedrijfsarts;
  • ruimte voor professionele beroepsuitoefening door bedrijfsarts en andere arbodienstverleners;
  • het basiscontract arbodienstverlening;
  • meer mogelijkheden voor handhaving en toezicht.
Wijzigingen
  • Betere toegang tot de bedrijfsarts door middel van een ‘open spreekuur’, bedrijfsarts moet iedere arbeidsplaats kunnen bezoeken en er moet een “adequate procedure” komen voor het afwikkelen van klachten.
  • Recht van werknemer op second opinion van andere bedrijfsarts, buiten de arbodienst of het bedrijf waar de eerste bedrijfsarts werkt. Zelfstandige bedrijfsartsen en arbodiensten moeten hiertoe contracten gaan afsluiten met andere arbodienstverleners.
  • Afspraken over de arbodienstverlening vastleggen in een schriftelijke overeenkomst, het basiscontract arbodienstverlening. Daarin moet staan: 1) dat de bedrijfsarts toegang heeft tot elke werkplek, 2) op welke manier de arbodienstverlener of bedrijfsarts zijn wettelijke taken kan uitvoeren, 3) hoe de toegang tot de bedrijfsarts en het overleg met de preventiemedewerker en or zijn geregeld, 4) hoe werknemers gebruik kunnen maken van het recht op second opinion, 5) hoe de klachtenprocedures werken en 6) hoe de bedrijfsarts omgaat met de meldingsplicht voor beroepsziekten.
  • Handhaving en toezicht: uitbreiding van de sanctioneringsmogelijkheden van de Inspectie SZW ten opzichte van werkgevers, arbodiensten en bedrijfsartsen. In sommige gevallen wordt de bedrijfsarts gelijkgesteld aan de werkgever. De I-SZW mag werkgevers zonder basiscontract arbodienstverlening beboeten.
  • Grotere betrokkenheid van werknemers bij de totstandkoming van afspraken met arbodiensten en bedrijfsartsen. Zo krijgt het medezeggenschapsorgaan instemmingsrecht bij de keuze van de preventiemedewerker en diens positionering in de organisatie.
    Voor risico’s en afspraken over aansprakelijkheden moeten medezeggenschapsorganen en werkgevers zich goed laten informeren over de rechten en plichten die zij aangaan in de overeenkomsten met arbodienstverleners. Door scholing of door een adviseur in de arm te nemen.
 
3. En waar spraken zij over ? Bespreking Tweede Kamer  op 7 september 2016
 
De bespreking van deze wetswijzigingen vond vorige week - 7 september 2016-  in de Tweede Kamer in de Grote Zaal plaats.
 
Debat gemist ?  Terug kijken kan middels deze link:
 
 
 
Het verslag daarvan is tevens nu al te vinden op deze link:
 
kijk bij stenogram
 
 
 
4. Stemming - di 13 september

deze zal plaats vinden op di 13 september
 

5. Een drietal amendementen zijn ingebracht:

1. betreffende het verzoek aan de regering een werkprogramma voor verbetering samenwerking tussen curatieve - en de bedrijfsgezondheidszorg op te stellen - voor februari 2017

2. een tweetal over het beboetbaar maken van het niet melden van (vermoede) beroepsziekten


Aan het eerste onderwerp - het werkprogramma-  zijn al dikke stapels rapporten gewijd.
Dus het opstellen cq fabriceren van zo'n werkprogramma is relatief eenvoudig.

Niet dat enige zoden aan de dijk zal zetten, want ook dit werkprogramma - net als al zijn voorgangers- in schoonheid sterven. Mooi werkgelegenheidsproject voor Zonmw programma makers.

Het tweede onderwerp - het beboetbaar maken van het niet melden van beroepsziekten wordt erg interessant casus. Dit kan vergaande implicaties hebben. Heel slecht doordacht plan namelijk.

Ik verwijs naar: schaf meldplicht af . Werkend nederland verdient beter

http://www.csverbindt.nl/schaf-meldplicht-beroepsziekte-af/


Benieuwd wat er uiteindelijk uitkomt.


We keep you informed






 
 

Meer flex, maar de verschillen zijn groot - nieuwe cijfers en up date van De Nederlandse Bank - bekijk de cijfers

Bericht van De Nederlandse Bank:

 

Grote verschillen in flexibilisering arbeidsrelatie tussen beroepen

Datum12 september 2016
Thema Economie
Saldo lopende rekening gevoelig voor renteberekening
 
 
De afgelopen jaren is de Nederlandse arbeidsmarkt in toenemende mate geflexibiliseerd. Dat geldt echter niet voor alle beroepen in dezelfde mate. In sommige beroepen heeft de afgelopen tien jaar een grote verschuiving plaatsgevonden van vaste naar flexibele arbeid, maar er zijn ook beroepen waar vaste en flexibele arbeid beide zijn gegroeid.

Flexibilisering sinds crisis niet versneld

Nederlanders werken steeds vaker als zzp’er of als werknemer met een flexibel dienstverband (tijdelijk contract, uitzendkracht, payrolling). In de afgelopen tien jaar groeide het aandeel van de flexibele schil (werknemers met een flexibel dienstverband en zzp’ers) in de totale werkzame beroepsbevolking met 10 procentpunt, van 24% in 2005 naar 34% in 2015. Deze groei is ten koste gegaan van het aandeel werknemers met een vast dienstverband, dat in dezelfde periode afnam van 72% naar 62%. De groei van het aandeel flexibele arbeid ten koste van het aandeel vaste dienstverbanden noemen we flexibilisering van de arbeidsmarkt. Uit CBS-cijfers voor de periode 2003-2015 blijkt dat vòòr 2009 het aandeel van werkzame personen met een vast dienstverband in de totale werkgelegenheid gemiddeld met 1,4% per jaar afnam, terwijl in de periode vanaf 2009 het flexibiliseringstempo nauwelijks lager lag (-1,3%). De gemiddelde jaarlijkse groei van het aandeel van de flexibele schil nam sinds de crisis af van 4,0% vòòr 2009 tot 3,2% vanaf 2009. Hieruit volgt dat flexibilisering van de arbeidsmarkt sinds de kredietcrisis niet is versneld. 

Grote verschillen tussen beroepen

De flexibilsering treft vrijwel alle beroepen, maar lang niet in dezelfde mate. Gedetailleerde cijfers van het CBS maken het mogelijk om voor 42 beroepen de ontwikkelingen van de aandelen werknemers met een vast en flexibel dienstverband, zelfstandigen met personeel (zmp’ers) en zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) door de tijd te volgen. Figuur 1 presenteert de vijf beroepen met de grootste mate van flexibilisering in de afgelopen tien jaar (bovenaan figuur) en de vijf beroepen met geen of de minste mate van flexibilisering (onderaan figuur). Midden in de figuur staat het gemiddelde voor alle beroepen. 
Figuur 1. Ontwikkeling in het soort arbeidsrelatie tussen 2005 en 2015 per beroep
figuur1

Bron: CBS Statline (2016)

De verschuiving van vast naar flex is het grootst onder sportinstructeurs. Het aandeel sportinstructeurs met vaste dienstverbanden is in de afgelopen tien jaar met 23 procentpunten gedaald. De verschuiving vond plaats naar zowel werknemers met een flexibel dienstverband als zzp’ers. Ook bouwvakkers staan in de top vijf, waarmee het beeld wordt bevestigd dat de arbeidsrelaties in de bouwsector snel zijn veranderd. Onder de hulpkrachten in de landbouw is juist geen sprake van flexibilisering. Daar nam het aandeel werknemers met een flexibele arbeidsrelatie juist met 14 procentpunten af. Een kanttekening hierbij is dat de gepresenteerde CBS-cijfers alleen betrekking hebben op personen die als inwoner ingeschreven zijn bij een Nederlandse gemeente. De grote aantallen buitenlandse seizoenarbeiders die in de landbouw werken, worden dus niet meegeteld. Als daarmee wel rekening wordt gehouden, is er waarschijnlijk ook bij deze beroepsgroep sprake van flexibilisering. 

Flexibilisering op alle beroepsniveaus

Flexibilisering doet zich niet alleen aan de onderkant van de arbeidsmarkt voor, ook in hogere beroepen (met minimaal hbo-niveau) is het aandeel van de flexibele schil toegenomen ten koste van het aandeel vaste dienstverbanden (Figuur 2). De mate van flexibilisering neemt echter wel toe naarmate het beroepsniveau daalt; de verschuiving van vast naar flex is het grootst op elementair beroepsniveau (geen of basisonderwijs). Ook valt op dat op het hoogste beroepsniveau het aandeel werknemers met een flexibel dienstverband even sterk is toegenomen als het aandeel zzp’ers. Bij de overige beroepsniveaus heeft de verschuiving vooral plaatsgevonden naar werknemers met een flexibel dienstverband.
Figuur 2. Verandering aandelen type arbeidsrelatie tussen 2005 en 2015 per beroepsniveau
figuur2

Bron: CBS Statline (2016)

Flexibilisering gaat niet overal gepaard met minder vast werk

Flexibilisering (uitgedrukt in veranderingen in procentpunten) betekent niet altijd dat sprake is van een daling van het absolute aantal werknemers met een vast contract. Sterker nog, in 11 beroepen waar sprake is van flexibilisering, is de afgelopen tien jaar het aantal werknemers met een vast dienstverband gegroeid. De groei van het aantal vaste dienstverbanden was voor die beroepen echter minder sterk dan van het aantal flexibele dienstverbanden. Ook voor beroepen op het hoogste niveau geldt dat de werkgelegenheid van zowel vaste als flexibele arbeid is gegroeid, ondanks de flexibilisering. Op alle andere niveaus is het aantal werknemers met een vast dienstverband wel afgenomen.
 
In totaal nam de werkgelegenheid op hoog beroepsniveau in de afgelopen tien jaar met ruim 550 duizend personen toe, zie de zwarte stippen in Figuur 2. Ook op elementair niveau is de werkgelegenheid gegroeid, zij het in mindere mate. De groei van het aantal werkenden in de flexibele schil was groter dan de daling van het aantal werknemers met een vast dienstverband. Op laag en middelbaar beroepsniveau is de werkgelegenheid per saldo afgenomen; de groei van de flexibele schil blijft daar achter bij de krimp van werknemers met een vast dienstverband.
 
Al met al kan worden geconcludeerd dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt zich niet in alle geledingen van de arbeidsmarkt in dezelfde mate heeft voorgedaan en dat er aanmerkelijke verschillen bestaan tussen beroepen en beroepsniveaus. Naast beroepen waarin de werkgelegenheid is verschoven van vast naar flexibel, zijn er ook diverse beroepen waar zowel het aantal flexibele als het aantal vaste dienstverbanden is gegroeid.

vrijdag 1 juli 2016

Lulkoek bingo voor de zorg

Zomaar ergens van het web geplukt: de lulkoekbingo voor de zorg. Kijk en geniet
 

zaterdag 11 juni 2016

We zijn banger voor zinloosheid dan voor de dood - de filosoof John Gray - weekend overdenking

 

Deze week start De Nieuwe Bedrijfsarts nieuwe serie De Weekend Overdenking
Inspirerende interviews en artikelen die aanzetten tot nadenken
 
De aftrap: John Gray - filosoof
bron: Vrij Nederland
 
 

                                                    
 
We zijn banger voor zinloosheid dan voor de dood’
Het leven heeft geen doel, zegt filosoof John Gray. En daarom hebben we verhalen nodig, mythen, illusies. ‘Dat wat lelijk is en zinloos, kan door een verhaal mooi en waardevol worden.’
Een van de laatste verhalen die Heinrich von Kleist schreef, heet het ‘Het marionettentheater’. De verteller van het verhaal komt op het marktplein de choreograaf van de opera tegen terwijl die naar dansende marionetten kijkt. De verteller verbaast zich erover dat de choreograaf zo geboeid staat te kijken naar de mechanische bewegingen van een pop en vraagt hem wat hij in het kinderspel ziet. De choreograaf, ‘onderwijl een snuifje nemend’, vraagt verwonderd aan de verteller of hij het dan niet ziet, de eindeloze gratie van de marionetten, niet gehinderd door bewustzijn, niet in staat tot geaffecteerdheid omdat ze niet reflecteren, enkel gehoorzamend aan de wetten van de zwaartekracht.
Het nieuwe boek van de Britse filosoof John Gray (1948) heet De Ziel van de marionet. Een zoektocht naar de vrijheid van de mens. De ondertitel is misleidend, want het klinkt alsof je na lezing een stukje dichter bij die vrijheid bent gekomen, terwijl Gray juist beschrijft hoe iedere menselijke poging vrij te worden gedoemd is te mislukken. Vrijheid heeft in dit boek niets te maken met hoeveel vrijheid anderen jou toestaan of hoe die begrensd wordt door de wet of welke rechten je hebt als mens. De vrijheid waar het Gray om te doen is, is de vrijheid van een marionet die onbevangen danst naar het pijpen van de poppenspeler, of de vrijheid van een beest dat zonder het zelfbespiegelende denken van de mens doet wat zijn natuur hem ingeeft. Het is de vrijheid van Adam en Eva in het paradijs voordat ze een hapje van die vermaledijde appel van de boom van de kennis namen, voordat ze zich begonnen te schamen voor hun naaktheid, voordat ze beseften wat het betekende om vrij of onvrij te zijn of überhaupt ergens een tel bij stilstonden.
Net als in zijn vele voorgaande boeken richt John Gray ook in dit boek zijn pijlen op het project van de Verlichting. De Verlichting verwachtte dat de mens met de ontwikkeling van de rede en vermeerdering van kennis onherroepelijk gelukkiger zou worden. De wereld zou er beter voorstaan wanneer emoties en instincten steeds minder en het verstand steeds meer de boventoon zou voeren. De natuur werd gezien als een uurwerk dat we op den duur zouden doorzien én beheersen.
Het verstand op het schild gehesen
Dat Gray al decennialang zijn scepsis over dit vooruitgangsdenken uit, laat onverlet dat hij in zijn werk keer op keer aan de kaak stelt wat het betekent rationeel te zijn en dat dat een gelegitimeerde vraag blijft. ‘Ratio’ betekent ook ‘verhouding’ – misschien een aanwijzing waarom het veelbesproken rendementsdenken, een afweging tussen kosten en baten, als zo rationeel wordt beschouwd. Nee, de mens is niet alleen maar rationeel en de homo economicus heeft ook al een paar jaar zijn hielen gelicht, maar er is nog geen ander soort mens voor in de plaats gekomen. Als rationaliteit calculeren betekent, kan dat net zo goed worden overgelaten aan de computer, die doet het nog sneller ook.
In de Verlichting hebben we het verstand op het schild gehesen. Niet onterecht, zou Gray zeggen, maar voor sommigen is de ratio zelf een soort religie geworden, en dat is dan weer heel irrationeel. Gray schrijft: ‘Het seculiere denken volgt een door religie ingegeven patroon terwijl het de meest waardevolle religieuze inzichten wegmoffelt.’
 
Eén zo’n religieus patroon is het gnosticisme. Gnostici waren er al in de klassieke oudheid, en geloofden dat ze de materiële wereld konden ontstijgen via mystieke praktijken, door te mediteren, te vasten, te preken enzovoorts. De materiële wereld was die van het lichaam, het verval en de dood, en de geest was het bewustzijn, de rede, het goddelijke en onsterfelijke. Alleen de volle ontwikkeling van de rede zou verlossing en het eeuwige leven brengen.
Bevrijd uit dat zwakke lijf
Volgens Gray is het gnosticisme nog lang niet verdwenen uit ons gedachtegoed: ‘De inzet van de moderne wetenschap is dat wij mensen boven de natuur kunnen staan en haar kunnen beheersen. Dat betekent ook dat we onze eigen natuur zouden kunnen controleren en kunnen uitschakelen. Tegenwoordig is het gnosticisme de godsdienst van mensen die geloven dat ze zelf een machine zijn. Een futuroloog als Ray Kurzweil denkt dat we dankzij onze toenemende kennis en technologische vooruitgang binnenkort onze herseninhoud ergens kunnen uploaden en ons lichaam niet meer nodig zullen hebben. De ondertitel van een van zijn boeken is veelzeggend:
Het moment waarop de mensheid de grenzen van de biologie overstijgt. De menselijke geest moet bevrijd worden uit dat zwakke lijf. Rondwarend in een of andere cloud zouden we niet langer kwetsbaar zijn voor tumoren of hartinfarcten, voor kogels of kalasjnikovs.’
Gray mag dan wel met verachting over Kurzweil praten, ondertussen is Kurzweil wel hoofd engineering bij Google, prees Bill Gates hem als ‘de beste voorspeller van de toekomst waar het op kunstmatige intelligentie aankomt’, ontvangt hij voor zijn onderzoek miljoenenbeurzen en bekleedt hij leerstoelen aan de meest prestigieuze universiteiten ter wereld. Zo subversief zijn zijn ideeën kennelijk ook weer niet.
‘Kurzweil zou in alle toonaarden ontkennen dat zijn bedenksels gnostische trekken hebben. Als hij al weet wat het gnosticisme is.’ Gray schept er zichtbaar genoegen in de theorieën van collega-filosofen en wetenschappers te ontmaskeren als irrationeel en religieus getint.
‘Niemand begrijpt het menselijke hart slechter dan hij die niet inziet hoe reusachtig zijn vermogen is tot het koesteren van illusies, ook als die strijdig zijn met zijn belangen’
Is filosofie wat u betreft vooral het doorprikken van mythen?
‘Ik ben niet zo’n denker als Richard Dawkins of Daniel Dennett, die vinden dat het menselijk denken op een gegeven moment een punt bereikt waarop het zich heeft ontdaan van alle mythes en illusies en irrationele ideeën. Dat lijkt mij dan weer een mythe.
Het geloof in de rationele mens is allang wetenschappelijk weerlegd. Denk aan de theorie van de cognitieve dissonantie, in de jaren vijftig ontwikkeld door de sociaal psycholoog Leon Festinger. Die theorie houdt in dat wanneer de overtuigingen van een mens in conflict zijn met dat wat hij waarneemt, hij bereidwilliger is zijn waarnemingen aan te passen dan zijn overtuigingen. Festinger deed een experiment om zijn theorie te bewijzen, beschreef het in het prachtige boek
When Prophecy Fails. Een vrouw uit Michigan beweerde dat ze contact had met buitenaardse wezens en dat de wereld op een zekere dag in december 1954 zou worden getroffen door een zondvloed. Alleen zij en haar volgelingen zouden het overleven, omdat ze net op tijd zouden worden weggevoerd door een vliegende schotel. Collega’s van Festinger infiltreerden in de sekte en beschreven wat er gebeurde toen de dag van de apocalyps aanbrak. Er gebeurde natuurlijk niets. Maar de sekteleden riepen: “Dankzij onze leider en haar bezwerende woorden zijn we gespaard gebleven!” en ze geloofden alleen nog maar sterker in de charlatan die voor hen stond.
In veel gevallen hadden mensen hun baan, hun huis, hun bezit en hun gezinnen opgegeven om met elkaar te wachten op het einde. Het besef dat ze verschrikkelijk in de luren waren gelegd en voor deze nonsens alles hadden achtergelaten, was wat je noemt geen werkbaar verhaal. Want daar zijn we toch allemaal op uit: een werkbaar verhaal dat het leven een beetje betekenis geeft. Het was veel makkelijker voor ze om te blijven geloven in hun leider. Zoals T.S. Eliot al schreef: de menselijke soort kan niet al te veel werkelijkheid verdragen.’
In zijn boek citeert Gray de negentiende-eeuwse dichter Giacomo Leopardi: ‘Niemand begrijpt het menselijke hart slechter dan hij die niet inziet hoe reusachtig zijn vermogen is tot het koesteren van illusies, ook als die strijdig zijn met zijn belangen, of hoe vaak het uitgerekend van datgene houdt waardoor het overduidelijk zelf wordt geschaad.’
‘Het is het besef van onze sterfelijkheid dat ons denk ik het meest onderscheidt van andere dieren. Andere dieren bouwen geen graftombes’
Hoe rijmt u uw eigen zo realistische denken met uw geloof in de noodzaak van mythen?
‘Volgens mij ben ik heel realistisch als ik zeg dat we mythen nodig hebben. Ze halen betekenis uit reeds gestrande betekenis. Dat wat lelijk is en zinloos kan door een verhaal weer mooi en waardevol worden.’
Waar komt ons verlangen naar mythen en illusies vandaan?
‘Het is het besef van onze sterfelijkheid dat ons denk ik het meest onderscheidt van andere dieren. Andere dieren bouwen geen graftombes. Bevers bouwen dammen, prieelvogels bouwen prachtige huisjes, maar in het dierenrijk delft alleen de mens een graf voor de doden. We beseffen dat ons leven eindig is en daarom willen we geloven dat ons leven zin heeft, dat het een coherent verhaal vormt, dat er een betekenisvol patroon in zit.
Er zijn veel filosofen geweest, Thomas Hobbes bijvoorbeeld, die veronderstelden dat de mens het meest van alles een gewelddadige dood vreest. Maar volgens mij kan je met een blik op de geschiedenis zeggen dat mensen niet zozeer bang zijn voor de dood, maar voor een gebrek aan betekenis. En in die zoektocht naar betekenis gaan mensen over lijken. Daarmee doel ik niet alleen op jihadisten; het geldt net zo goed voor communisten, nazi’s of christenen. De Tamiltijgers op Sri Lanka waren de eersten die bomvesten ontwikkelden. Zij geloofden niet in Allah of in God, maar in Lenin. Dat is van belang, want ze geloofden niet in een leven na de dood, ze bliezen zichzelf niet op omdat ze uitzagen naar tweeënzeventig maagden in het hiernamaals. Ze kozen de dood omdat ze daarmee hun leven in het teken van een verhaal stelden.’
‘Mensen kunnen hun leven op vele fronten beter maken, ze kunnen proberen iets van beschaving te beschermen, maar het morele verval ligt altijd op de loer’
Ze geloofden in een betere wereld.
‘En dat is een nog absurder geloof dan het geloof dat er tientallen maagden op je staan te wachten bij de hemelpoort. Mensen kunnen hun leven op vele fronten beter maken, ze kunnen proberen iets van beschaving te beschermen, maar het morele verval ligt altijd op de loer. Een betere wereld is alleen mogelijk voor een beperkte tijdspanne, het is een fragiel evenwicht, nooit definitief of vanzelfsprekend. Mensen denken dat we vooruitgang boeken, dat we in de loop der tijd steeds verder opschuiven naar een volmaakte wereld, soms onderbroken door een kleine terugval, vier centimeter vooruit, twee terug, maar op den duur toch vooruitgang. Het is niet waar. Godzijdank werden de nazi’s verslagen, maar de Tweede Wereldoorlog betekende niet twee centimeter terug in de beschaving, maar tien kilometer.’
Je hebt toch een verhaal nodig om je ergens voor in te zetten? Wat stelt u voor? Achterover leunen en uitzitten?
‘Nee, ik stel voor dat je probeert erger te voorkomen. Als Chamberlain premier was gebleven in de oorlog hadden de nazi’s misschien nog decennia lang hun gang kunnen gaan en waren de gevolgen niet te overzien geweest. Als Churchills uitdager, Lord Halifax, was verkozen, had Engeland geprobeerd vrede te sluiten met nazi-Duitsland. Churchills standpunt was dat er gevochten zou worden en dat overgave uitgesloten was, ook als dat beleid een allesverwoestende nederlaag zou betekenen.’
Dan had Churchill een ideaal voor ogen.
‘Ik zou zeggen dat hij praktisch was, dat hij wist dat vrede sluiten met Duitsland een onoverzienbare ramp voor Europa en ver daarbuiten zou betekenen. Het is het waard te proberen bepaalde vormen van beschaving vast te houden, ook als je weet dat er altijd weer een moment zal komen waarop we terug bij af zullen zijn. De geschiedenis is cyclisch. Dat is geen reden om op te geven: er zijn waarden die je moet beschermen, voor een jaar, een decennium, een generatie, voor zo lang het duurt. In het geval van Churchill was oorlog voeren de enige morele keus. Als het op buitenlandse politiek aankomt, weigert men te erkennen dat je soms moet kiezen tussen twee kwaden.’
Onmenselijke toestand
Gray trekt hard van leer tegen de halfslachtigheid van het Europese beleid. ‘IS is niet uit te roeien in een week of een maand. Het duurt misschien wel jaren. En daar hebben we geen zin in, dus gooien we een bom hier of daar en trekken we vervolgens onze handen er vanaf. Het is narcistisch beleid: we doen iets minimaals om ons geweten te sussen maar zijn niet bereid om ons er duurzaam voor in te zetten.
Ook de manier waarop met Griekenland wordt omgesprongen, is een toonbeeld van hoe Europa denkt dat het voor het maximaal haalbare moet gaan en weigert concessies te doen. Varoufakis zei iets heel verstandigs: als Europa Syriza niet serieus neemt en Tsipras met lege handen naar Athene wordt teruggestuurd, is de kans groot dat de regering uiteenvalt en bij de volgende verkiezingen de Gouden Dageraad de tweede of zelfs de eerste partij wordt. Vijf jaar geleden was het amper een serieuze partij, nu is het de op twee na grootste in het parlement. En intussen vragen we van de Grieken het onmogelijke. In de ziekenhuizen zijn er niet genoeg chirurgische handschoenen meer, infecties verspreiden zich sneller, mensen nemen hun eigen lakens mee naar het ziekenhuis omdat die niet meer worden gewassen, er zijn niet genoeg vaccins meer voor kinderen, enzovoorts. Een vrij onmenselijke toestand. Misschien is een Grexit de oplossing, ik weet het niet. Maar nu nog verder bakkeleien in Brussel en geen beslissingen nemen en zo de Gouden Dageraad in het zadel helpen is een scenario dat we absoluut moeten vermijden. Wees een beetje realistisch: werk met Syriza en voorkom zo dat je straks met de Gouden Dageraad zit opgescheept.’
Het geloof in een betere wereld of een hogere mensensoort zorgt uiteindelijk alleen maar voor geweld in de strijd die te bereiken, vindt Gray. We hebben weliswaar mythen nodig, maar we moeten nogal selectief zijn in het kiezen ervan omdat het gros niet alleen het eigen leven betekenis geeft, maar ook dat van een ander overbodig maakt.
Gray: ‘Schadelijk zijn die mythen die een bevolkingsgroep demoniseren, religies die andersdenkenden uitsluiten. Er zijn veel levensbeschouwingen en politieke ideologieën die zich daarvan bedienen. De mantra is dan: als er maar geen homo’s waren, geen Joden, geen Roma, geen bankiers of kapitalisten, dan zou het goed komen met de wereld. In zekere zin is het seculiere denken daarin nog verder doorgedraafd dan bijvoorbeeld het christendom. Volgens de christelijke theologie is de mens van nature nooit alleen maar goed – het kwaad is in de mens verankerd. Een ideale wereld wordt nooit bereikt zonder tussenkomst van een of ander opperwezen. Seculieren zijn eerder geneigd om de schuld van al het kwaad bij een bepaalde bevolkingsgroep neer te leggen.’
‘Ik probeer mijn lezers niet te overtuigen van een of ander standpunt. Ik wil hooguit dat mijn lezers zich bewust worden van bepaalde denkpatronen’
Wat zijn dan goede mythen om aan vast te houden?
‘Ik moet altijd denken aan een vriend, de schrijver J.G. Ballard, hij overleed een paar jaar geleden. Hij groeide op in Shanghai. Toen hij jong was, brak de Tweede Wereldoorlog uit en werd de stad bezet door de Japanners. Hij kwam met zijn ouders in een kamp terecht. Hij beschreef in zijn memoires dat hij het daar eigenlijk helemaal niet zo erg vond. Hij was een tiener, voelde zich sterk, uitgedaagd, zag de strijd om voedsel als een spel. Later, terug in Shanghai, wandelde hij met zijn vader door de verwoeste stad. Ze liepen een casino binnen. Overal lagen fiches, gebroken glazen, speeltafels lagen op hun kant, kroonluchters troonden er tussenin. Het glas glinsterde, het messing van de bar blonk. Het halfduistere casino maakte een magische indruk op Ballard. Hij realiseerde zich dat dat wat de ene dag vanzelfsprekend is, de volgende dag weg kan zijn, of, zoals hij zelf schreef, dat “de prachtigste dingen die je tegenkwam zo op de mestvaalt van de geschiedenis konden belanden. Ik had ook het idee dat het casino nu echter en betekenisvoller was dan toen het tot de nok met de gokkers en dansers was gevuld.” Ballard ontwikkelde zijn eigen persoonlijke mythen om met zijn trauma’s af te rekenen.’
Als u schrijft, probeert u ook een zinnig verhaal te produceren met een begin en een eind. Zijn uw boeken het betekenisvolle patroon in uw leven?
‘Anders dan veel andere filosofen, en veel wetenschappers ook, probeer ik mijn lezers niet te overtuigen van een of ander standpunt. Kinderachtige atheïsten als Richard Dawkins voeren in hun boek een kruistocht tegen iedereen die nog ergens in gelooft. Zij denken dat religie een soort primitieve wetenschappelijke theorie is die nu zo langzamerhand wel weerlegd is, terwijl de oudste kerkvaders al wisten dat je het scheppingsverhaal niet letterlijk moet lezen. Mijn boeken zijn voor iedereen. Ik wil hooguit dat mijn lezers zich bewust worden van bepaalde denkpatronen. Wat ze daar dan mee doen, moeten ze zelf weten. Voor mij is het het schrijfproces, het maken van iets, waar ik heel veel plezier uithaal.’
Dus betekenis zit hem voor u in het creëren op zich?
‘Ik praat liever niet over mijn persoonlijke ervaringen. Natuurlijk, ik heb mijn manier gevonden, bepaalde illusies overboord gezet en leef nu verder en geniet van wat ik lees en wat ik schrijf.’
‘Volgens mij is niet het bewustzijn de meest typerende eigenschap van de mens, maar zijn innerlijke verdeeldheid’
Het overboord zetten van illusies – werkt dat louterend? Benadert u zo toch een beetje meer de vrijheid waar u het in uw boek over heeft?
‘We moeten allemaal een manier vinden om met het gebrek aan zin om te springen. Daarvoor hebben we die mythen nodig – om de zinloze realiteit iets van betekenis te verlenen. Maar het blijft een strijd, want er is nu eenmaal geen doel in het leven en een perfecte wereld is een illusie.
De vrijheid waar Kleist het over had, die van de marionet en die van het dier, is een toestand waarin de mens niet wordt gekweld door zijn tweeslachtige natuur. Volgens mij is niet het bewustzijn de meest typerende eigenschap van de mens, maar zijn innerlijke verdeeldheid: geen enkel ander dier streeft naar bevrediging van begeerten en doet ze tegelijkertijd af als zondig en slecht, geen enkel dier is zijn hele leven bang voor de dood en tegelijkertijd bereid te sterven voor een verhaal, geen enkel dier wordt heen en weer geslingerd tussen zijn natuur, zijn lijfelijkheid en zijn bewustzijn.’
En zo blijft die vrijheid onbereikbaar.
‘Vrij zou de mens zijn als die óf geen enkel zelfbewustzijn zou bezitten en kon dansen als de marionet, of wanneer hij het volle bewustzijn zonder de kluisters van de materiële wereld zou hebben: het bewustzijn van een god. Het verlangen vrij te zijn, het verlangen verlost te worden van een ellendige wereld en ons ambigue gestel is nu eenmaal een religieus verlangen dat zo oud is als mensheid. We zijn allemaal grootgebracht met die paar brokjes bedorven christendom waardoor we denken dat aan het einde van de tunnel het paradijs gloort.’
Heeft u zelf geen religieuze denkbeelden?
‘Ik herinner me een interview van de BBC uit de jaren zeventig waarin dezelfde vraag werd gesteld aan P.G. Wodehouse. Een schrijver, maar heel veel wijzer dan welke filosoof dan ook. Hij moet toen al een jaar of negentig zijn geweest.
Hij antwoordde: “It’s frightfully hard to say you know”. Dat zou ik nu ook willen zeggen: frightfully, frightfully hard to say.’
‘Als je regeert, als je minister bent, moet je zo realistisch mogelijk zijn. Voor een individu, voor ieders persoonlijk leven, vind ik het een intolerante eis’
Laat ik het anders formuleren: wanneer betrapte u uzelf voor het laatst op een irrationele gedachte?
‘U moet nu niet denken dat ik uw vraag ontwijk, maar ik zou het echt niet weten. Het is verschrikkelijk moeilijk te zeggen. Er zit ongetwijfeld ook een zweem religie in mijn denken verstopt, er zijn vast mythen waarin ik geloof zonder me daar bewust van te zijn. Het zijn heel subtiele dingen, ze komen en gaan. Maar waarom zou ik het zeker moeten weten? Die mythen zijn niet altijd schadelijk. Als je regeert, als je minister bent of president, dan moet je zo realistisch mogelijk zijn en op basis daarvan beslissen. Voor een individu, voor ieders persoonlijk leven, vind ik het een intolerante eis. “Geloof of geloof niet!” Waarom zou ik daarop moeten antwoorden?’
Als we altijd met mythen, fantasieën en illusies zullen blijven leven, waarom zouden we dan überhaupt nog ons best doen om iets van een objectieve waarheid te vinden?
‘Dat klinkt een beetje naar de vraag waarom je überhaupt nog zou leven terwijl je weet dat je toch wel doodgaat.’
Ik bedoel: kunnen we het onszelf niet gemakkelijk maken in ons eigen gekozen verhaal?
‘Het is niet zo makkelijk om een goed verhaal te vinden, een verhaal waar je anderen niet mee schaadt. Maar als je er een vindt, grijp het, klamp je er aan vast!’
John Gray, ‘De ziel van de marionet. Een zoektocht naar de vrijheid van de mens’, Ambo Anthos, 174 p., € 18,99. U kunt het boek hier bestellen.
 
 

woensdag 8 juni 2016

Gaat de bedrijfsarts toch nog op de schop? De NVAB papers : is de bedrijfsarts de dodo onder de dokters ?

Is de bedrijfsarts de dodo onder de dokters ?

Het hoge woord is eruit. Positie en takenpakket van de bedrijfsarts moeten op de schop. Dat stelt de KNMG/NVAB-werkgroep Toekomst Arbeidsgerelateerde Zorg (TAZ) voor. De gevolgen daarvan zijn – ook voor niet-bedrijfsartsen – ingrijpend: de huisarts krijgt er bijvoorbeeld een nieuwe collega bij in het gezondheidscentrum. Roepnaam: de arbeidsarts. Maakt u alvast een kamertje vrij?

En om het nog dichterbij huis te houden: ook de sociaal-medische begeleiding van zieke medewerkers in ziekenhuis, zorginstelling of gezondheidscentrum zal totaal anders worden georganiseerd. Alles wat nu werkt, wordt anders. Heel anders.
 
Verkondiger van deze blijde boodschap was de voorzitter van de KNMG-werkgroep prof. dr. Gerrit van der Wal. Hij gaf de NVAB, de beroepsvereniging van bedrijfsartsen, de primeur van dit baanbrekende nieuws tijdens zijn presentatie ‘Zorg die Werkt’ op de jaarlijkse Bedrijfsgeneeskundige Dagen.
 
                             
 
 
Ja, de NVAB was het gezeur over de positie van de bedrijfsarts meer dan beu. Nee, een stelselwijziging was niet aan de orde, én de financiering was ook niet het probleem. Dat was tenminste jarenlang hét standaard antwoord van de NVAB. Zij die daaraan twijfelden, hadden het allemaal niet goed begrepen. Ook dat was een vaste NVAB-tekst.
 
De werkgroep TAZ zet nu definitief in op een grote stelselwijziging met arbeidsparticipatie als behandeldoel (voor alle artsen) en financiering vanuit het basispakket zorgverzekeringswet. De coming out compleet.
 
 
                               
                     
 
 
 
Het is letterlijk een ‘baanbrekend’ plan. Positie en takenpakket van de huidige bedrijfsarts worden namelijk opgesplitst. Er komt straks één discipline voor het specialisme arbeid en gezondheid met drie uitstroomprofielen. Want naast een (uitgeklede) bedrijfsarts, en verzekeringsarts (oude/nieuwe stijl) wordt de sociaal-geneeskundige familie uitgebreid met een geheel nieuwe dokter: de arbeidsarts
.
Het plan: de uitgeklede bedrijfsartsen werken in opdracht van een bedrijf, verzekeringsartsen (oude/nieuwe stijl) in opdracht van een verzekeringsmaatschappij (UWV of particuliere verzekeraar), én de splinternieuwe arbeidsarts – in de eerste lijn – in opdracht van de ‘werkende’. Die werkende – eigenlijk iedereen tussen 16 en 67 jaar – krijgt drempelloze en vrije toegang tot de arbeidsarts. Gratis dus, zonder eigen bijdrage – alles betaald vanuit basispakket Zvw. Zorgpremie gaat (fors) omhoog.
Wellicht pijnlijk, maar het is voor de goede zaak en het helpt werkend Nederland vooruit. Zeker weten. Wis en waarachtig
 
 
 
                           
 
 

Lange tijd heeft deze werkgroep onder de radar gewerkt. Je moet een broedende kip tenslotte niet storen: voorstellen zijn gewikt en gewogen, deskundigen geraadpleegd, notities geschreven, langdurig is aan teksten gesleuteld. Totdat dit najaar uitgebreide vergaderstukken uitlekten – in kleine kring beter bekend als de NVAB-papers. Kortom: de TAZ werkgroep, met grote NVAB-delegatie, is niet over één nacht ijs gegaan. Hier is over nagedacht.
 
Het lijkt allemaal verrassend veel op het oude FNV-plan van de werknemersarts. Hetzelfde maar toch anders.
 
Maar één dingetje: welk probleem moest hier ook al weer mee worden opgelost?
 
 
 
                             
 
 

zondag 29 mei 2016

Newsdesk De Werkplaats - week 21 doorgenomen: Grote veranderingen op komst - VERS VAN DE PERS - BEDRIJFSARTS toch nog OP DE SCHOP ?

Bericht van de Newsdesk De Werkplaats

Berichten uit de samenleving, kolom sociale zekerheid, sectie bedrijfsgezondheidszorg - week 21 - 2016

Over op handen zijnde veranderingen , zelfs mogelijke game changers.
Wat zit er in het vat, en wat in de pijplijn.
 
Wat viel op deze week en hoe dat te duiden ?
 
1. Brief van Autoriteit Persoonsgegevens van 24 mei 2016 aan Oval - te lezen als vooraankondiging naar een komend onderzoek naar arbo sector.

Wordt de hele arbo branche binnenkort onderzoeksobject van Autoriteit Persoonsgegevens ? De kans erop lijkt vrij groot. Een nadere toelichting en overdenking

Opnieuw is er een sterk verhoogde 'belangstelling' waarneembaar bij Autoriteit Persoonsgegevens in de arbosector.

Recent heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) haar oude beleidsregels uit 2008 geactualiseerd en verwerkt tot de nieuwe publicatie De Zieke Werknemer. Deze beleidsregels zijn met ingang van 29 april 2016 - 0900 uur in werking getreden (middels publicatie in de Staatscourant).

Al eerder deed de zogenaamde Abrona zaak veel stof opwaaien en was aanleiding tot een uitgebreide (interpretaties) debatten in allerlei gremia. Kern: hoe moeten 'het werkveld ' dit rapport lezen ?

Ook deze nieuwe beleidsregels geven aanleiding tot veel vragen én debat. Zoals mooi terug te lezen valt op de Oval site.

Bericht 26 mei 2016:  Reactie AP op brief OVAL inzake verwerking persoonsgegevens en verzoek uitstel handhaving

Het AP reageert middels brief dd 24 mei 2016 op brief van Oval van 12 mei met verzoek van Oval tot opschorting voor periode van zes maand van eventuele handhaving.

Deze brief van de AP is meer dan close reading waard.
Let op de (*)
In deze brief valt het volgende te lezen:


  • Oval zal uiterlijk op 1 juli 2016 (*) namens branche (*) een inhoudelijke reactie (*) aan het AP sturen. Binnen zes week vanaf nu dus.
 
  • Naast de voorbereiding van een inhoudelijke reactie zal tevens een analyse (*) bij leden met oog op mogelijke impact op dienstverlening, systemen en gegevensstromen tussen arbodienstverleners en hun opdrachtgevers (*) plaats vinden.

  • De AP lijkt Oval enige lucht te geven, maar schaakt vooruit. Dat valt te detecteren uit de volgende zinnen:

  • AP vindt het 'niet opportuun om vlak na uitleg van norm haar handhavende bevoegdheden in te zetten'. Dat is het positieve signaal. Dat is de lucht. Maar noemt nergens een termijn. Van de gevraagde zes maand is niets terug te lezen. Maar 1 juli staat wel genoteerd.

  • De AP stelt harde clausules als zij stelt dat de AP 'er aanhecht dat betrokken partijen de komende tijd  starten met analyse (*) en indien nodig (*) voorbereidingen (*) treffen om implementatie van aanpassing in systemen mogelijk te maken.

  • Aan het werk - lijkt het AP te zeggen. Kort door de bocht samen te vatten als: niet lullen, maar poetsen. Geen woord over een 'inhoudelijke reactie'. AP lijkt met meer dan gewone belangstelling  naar de analyse uit te kijken, maar gaat stap verder als Oval wellicht van te voren bedacht, want wil tevens implementatieplan zien ( indien nodig). Analyse kan als breekijzer worden geinterpreteerd

  • AP gaat ervan dat  'de norm- lees de beleidsregels- zo helder zijn dat betrokken partijen meteen de nodige voorbereidingen kunnen treffen om implementatie van aanpassing in systemen mogelijk te maken.

  • De klapper zit in de laatste alinea: Mocht het AP signalen ontvangen dat betrokken partijen geen begin hebben gemaakt met analyse (*) dan wel implementatie(*) van de norm (*) dan kan voor AP alsnog aanleiding zijn om onderzoek te starten met mogelijke bestuurlijke sanctie tot gevolg.
 
Tip: lees de brief nog eens zorgvuldig na en overdenk de implicaties
 

 


 
links:

Autoriteit Persoonsgegevens - algemeen


Beleidsregels De Zieke werknemer - in werking miv 29 april 2016 0900 uur


 
 
 
Vers van de pers !
 
Bericht 2: Gaat bedrijfsarts toch nog op de schop ?
KNMG- NVAB doen voorzet
 
Vorig najaar lekte vergaderstukken van de KNMG werkgroep Toekomst Arbeidsgerelateerde Zorg uit. Dat deed in inner circles nogal wat stof opwaaien.
 
Oval nodigde daarop NVAB bestuur uit voor nadere toelichting. NVAB bestuur ontkende in grote lijnen.
 
Daarna bleef het lang stil.
 
Op de BG dagen van afgelopen week lichtte de voorzitter  van de werkgroep Gerrit van der Wal een tip van de sluier op.
 
KNMG blijkt (toch) voor grote stelselwijziging te zijn. Naast bedrijfsarts en verzekeringsarts blijkt er derde uitstroom profiel te komen: de arbeidsarts, gefinancierd uit basispakket Zvw. Tenminste: dat zijn de voorstellen.
 
 
 
Eerste reactie van de Newsdesk: dit komt niet uit de lucht vallen. Lees eerdere blog daarover.
 
 
 
 
Tweede reactie van de Newsdesk: NVAB bestuur lijkt wat uit te leggen te hebben aan Oval.
 
 
 
Lees en beoordeel zelf: Bekijk de presentatie van prof dr Gerrit van der Wal. Vers van de pers ! Net op het net.
 
 
 
Nadere berichten en duidingen, commentaar volgen binnenkort
 

vrijdag 27 mei 2016

De NVAB papers - gaat de bedrijfsarts dan toch nog op de schop ?

Vrijdag 27 mei 2016
 
Gisteren een nieuwe blog aangeleverd bij Medisch Contact - dé website voor artsen en het weekblad voor alle KNMG-ers.
 
 
Maar deze was/bleek toch ietsiepietsie te spicy.   De redactie vond hem in ieder geval niet geschikt voor publicatie.  Maar even zo goed dus nu wel te lezen op De Nieuwe Bedrijfsarts. Oordeel zelf. U kunt zelf het aantal pepertjes scoren. 
 
 
 
 
De NVAB papers: gaat de bedrijfsarts - toch nog - op de schop ?
Wordt de bedrijfsarts dan toch nog opgesplitst in een werknemers én werkgevers arts ? En dat allemaal met medeweten, mogelijk zelfs op initiatief van de NVAB ?
Gaat het oude plannetje van de FNV uiteindelijk - via een achterdeurtje én na 6 jaar gesjor, lobbywerk én stemmingmakerij rond positie van bedrijfsarts - dan toch nog stiekum door ?
En zet de KNMG werkgroep Toekomst Arbeidsgerelateerde Zorg (TAZ) in op een grote stelselwijziging- met arbeidsparticipatie als behandeldoel en (dus ?) financiering vanuit het  basispakket Zvw?
Komt er straks één discipline voor het specialisme arbeid en gezondheid met drie uitstroomprofielen ? Bedrijfsartsen, werkend in opdracht van een bedrijf. Verzekeringsartsen die werken in opdracht van een verzekeringsmaatschappij(UWV of particuliere verzekeraar), én een nieuwe functie: de arbeidsgeneeskundige, die werkt in opdracht van de werkende. Lees én begrijp ik dat nu allemaal goed ? Een arbeidsgeneeskundige - werkend in opdracht van werkende ??
Voor me - op mijn bureau - liggen de uitgelekte stukken van deze KNMG werkgroep TAZ die lange tijd onder de radar opereerde. Boven op de stapel: de KNMG visie - Zorg die werkt - conceptversie 25 september 2015 (49 bladzijden dik). Daaronder: een zogenaamde covernotitie met algemeen commentaar (11 bladzijden). Gevolgd door: bijlagen bij vergaderstukken van 6 oktober 2016 met werkaantekeningen en interviews met deskundigen en nog wat losse memo's en notities. Een heel pak papier dus. Goeie dag. Ik weet niet wat ik lees.
Takenpakketten voor de werkgeversarts/bedrijfsarts en werknemersarts/arbeidsgeneeskundige blijken al keurig te zijn uitgewerkt - zo valt uit de bijlagen op te maken. Ik val van mijn stoel. Moet resetten.
Even nadenken: allemaal half jaar oud. Dus niets staat nog écht vast. Toch ? Ouwe bouwtekeningen- zal ik maar zeggen. Wellicht zijn er nieuwe inzichten opgedaan in de tussentijd. Dat is het positieve nieuws. Maar stel eens dat dit allemaal toch werkelijkheid wordt ? Wat dan ?
De voorstellen van de KNMG werkgroep TAZ blijken bij nader inzien naadloos aan te sluiten bij nieuwe strategienota van de NVAB. (Helaas nog niet openbaar). De NVAB wil ook naar 'een andere configuratie' van de bedrijfsgezondheidszorg. En hanteert hetzelfde denkraam: sociaal medische begeleiding is vorm van behandeling. Behandeling is zorg én dus lijkt financiering vanuit het basispakket Zvw vanzelfsprekend. Geen valide redenering, onbegaanbare weg, maar even zo goed bekend NVAB deuntje. Maar waarom moet de functie bedrijfsarts worden opgesplitst ? Wat is de meerwaarde van een arbeidsgeneeskundige ? Gaat dat werken ? Dat is mij niet helder.
Deze plannetjes (b)lijken ook niet zomaar uit de lucht te komen vallen. In januari van dit jaar pleitte de drie BGZ professoren ( Van Mechelen, Anema en Hulshof) ook al voor een grote stelselwijziging. Toeval bestaat niet, zou je denken.
Ter zake: hoe moet dit verder, wanneer is 'men' uitgedacht ?  Wellicht zal prof dr Gerrit van der Wal al komende vrijdag 27 mei (om 11.55 uur  om precies te zijn) een tip van de sluier oplichten tijdens zijn presentatie Zorg die werkt. Een KNMG-visie (nog in ontwikkeling) over de arbeidsgerichte medische zorg. Ben erg benieuwd.
Nog in ontwikkeling dus. Dat is mooi: maar welke kant uit ?
Links: