Aardig artikel in de NRC van vandaag - 8 december 2015 - over WRR rapport Robots de baas. Klinkt allemaal nogal alarmistisch. Wie is er nu de baas ?
Het werk verandert, als altijd- nooit ander geweest. net als de hele maatschappij. Technologische ontwikkelingen versnellen processen en dienstverlening. Dus ...
Lees het artikel:
Hoe Nederland robots de baas kan blijven - bron: NRC
Vandaag presenteert de WRR een studie naar de gevolgen van robots op de maatschappij. Die levert een aantal moeilijke politieke vraagstukken op.
Ja, robots en kunstmatige
intelligentie gaan waarschijnlijk allerlei banen ingrijpend veranderen
en misschien zelfs vervangen. Maar nee, dat is geen reden voor angst:
het gaat namelijk niet zo snel als veel pessimisten beweren. Bovendien
bepalen mensen nog altijd zelf hoe ze technologie gebruiken, dus kunnen
beleidsmakers, bedrijven en burgers veel doen om mee te veranderen.
Dat zijn de belangrijkste conclusies van de studie De robot de baas
van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR). Dat onderzoek
naar robotisering presenteert het onafhankelijke adviesorgaan vandaag
aan minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken, PvdA). In de studie komt
de WRR met vier agendapunten voor beleidsmakers, bedrijven en burgers.
Sommige van die vragen liggen politiek behoorlijk gevoelig.
1 Gaan robots mensen vervangen of helpen?
Robotisering biedt volgens de onderzoekers veel kansen, dus ze
pleiten ervoor dat Nederland op allerlei manieren investeert in nieuwe
toepassingen van robots en kunstmatige intelligentie. Maar dan wel op
zo’n manier dat robots mensen helpen in plaats van dat ze alleen worden
ontwikkeld om mensen te vervangen.
De WRR vindt dat beleidsmakers bij het uitgeven van publiek geld aan
robots vaker expliciet die vraag moeten stellen: helpt dit of maakt het
alleen werkloos? Ook werkgevers zouden hiernaar vaker moeten kijken bij
beslissingen.
Neem de zorg. Dat is bij uitstek een branche waar veel verwacht wordt
van robots en algoritmes die het werk van artsen en verpleegkundigen
kunnen overnemen. „Maar ga je dan technologieën ontwikkelen omdat ze de
zorg beter maken, of om te bezuinigen op personeelskosten”, vraagt
Monique Kremer van de WRR zich hardop af. „Daar moeten alle betrokken
partijen al in het eerste stadium over nadenken.”
Maar veel technologie wordt in het buitenland bedacht en ontwikkeld:
hoe gaat Nederland überhaupt invloed krijgen op dat proces? „De overheid
is ook een belangrijke aanbesteder”, zegt mede-opsteller Robert Went.
Bijvoorbeeld in de zorg. „Bij publieke aanbestedingen zijn miljarden
gemoeid. En er zijn overheidsfondsen voor innovatieve ondernemers en e-health bijvoorbeeld.”
2. Hoe verdelen we robot-opbrengsten?
Een van de belangrijkste gevolgen van robotisering waar de meeste
experts het over eens zijn, is groeiende ongelijkheid. Mensen die robots
bouwen of de baas zijn bij bedrijven die robots inzetten, zullen veel
geld kunnen verdienen. Maar wie wordt vervangen door robots,
bijvoorbeeld medewerkers van snel automatiserende verzekeraars, krijgt
juist minder kansen. De WRR vindt dat politici beter moeten nadenken
over nieuw sociaal beleid, en over nieuwe manieren van
inkomensherverdeling.
Zij opperen bijvoorbeeld de mogelijkheid van een ‘robotdividend’ dat
bedrijven aan de samenleving zouden moeten betalen, waardoor iedereen
zou profiteren van de opbrengsten. Ook staat er in de studie een advies
om werknemers aandeelhouder te maken van bedrijven en kapitaal, zoals
bij veel start-ups al gebruikelijk is. Of bijvoorbeeld om zogeheten public venture funds
op te richten, waarmee de overheid investeert in robotbedrijven. Die
zouden dan een ‘maatschappelijk dividend’ uitkeren aan alle burgers.
Dat zijn vrij verregaande voorstellen: hoe realistisch denken de
onderzoekers dat die zijn? „Dat is aan de politiek. Maar politici zouden
ook buiten dogma’s moeten denken”, zegt Went. Hij oppert bijvoorbeeld
ook het herinvoeren van regelingen voor arbeidsduurverkorting of
vervroegde pensionering voor mensen die buiten de boot vallen. „Maar dan
niet een regeling die voor iedereen hetzelfde is, maar op maat
gemaakt.” Vergelijkbare regelingen werden de afgelopen jaren juist
afgeschaft.
3 Is het onderwijs klaar voor robots?
Als het gaat over robots, gaat het in politieke discussies ook vaak
over het onderwijs. Vaak gaat het dan om twee dingen: hoe gaan mensen de
vaardigheden leren die nodig zijn om de concurrentie aan te gaan met
robots? En: hoe zorgen politici, werknemers en werkgevers ervoor dat
mensen tijdens hun carrière voldoende doen aan bijscholing en omscholing
zodat ze de technologische veranderingen bij kunnen benen?
Dat is ook allemaal belangrijk, staat in de WRR-studie. Je kunt een
leven lang leren bijvoorbeeld stimuleren met belastingvoordelen. En het
ligt voor de hand dat het onderwijs zich meer richt op sociale
vaardigheden, het stellen van vragen, creativiteit en empathie:
vaardigheden die computers nog heel lang niet zullen hebben.
Maar dat is niet de kernvraag, als het aan de WRR ligt. Die is:
„Welke taken, relaties en verantwoordelijkheden wíllen we bij mensen
houden?”
„Als je nou vindt dat beslissingen in bijvoorbeeld de zorg nog gedaan
moeten worden door menselijke artsen, moet je daar rekening mee houden
met hoe je hun onderwijs inricht”, zegt Kremer.
Of neem de rechtspraak. Het is niet ondenkbaar dat afwegingen van
wetten tegen bepaalde feiten op een gegeven moment beter gedaan kan
worden door een computer dan door een rechter van vlees en bloed. Nu al
gebruiken rechters soms kunstmatige intelligentie voor het analyseren
van bepaalde jurisprudentie. „Maar wil je dat een oordeel wordt geveld
door een robot of een mens?”
Volgens de WRR moet de maatschappij eerst de vraag beantwoorden welke
beslissingen computers mogen nemen, en voor welke besluiten we per se
mensen het laatste woord laten houden. „Pas dan kun je eigenlijk
besluiten op welke specifieke vaardigheden je in het onderwijs wil
inzetten.”
Lees ook: Hoe robots Nederland veranderen
4 Hoe reageren mensen op een robot-baas?
Dit is een vraag waar nog geen goed antwoord op is: er is weinig
onderzoek gedaan naar wat het effect is van robots en algoritmes op
werknemers. Nu steeds meer medewerkers te maken krijgen met smartphones
die ze instructies geven, of technologieën die hun locatie in de gaten
houden, rijst de vraag wat het effect daarvan is op hun welbevinden. Hoe
reageren chauffeurs die rijden voor de digitale taxidienst Uber
bijvoorbeeld op geautomatiseerde instructies van een appje?
Autonomie is een van de belangrijkste factoren die bepalen of een
medewerker gelukkig is, blijkt uit diverse onderzoeken die in de
WRR-studie staan vermeld. „Als aan autonomie een gebrek is in een baan,
krijgen mensen vaker een burn-out, en ook neemt hun productiviteit af”,
aldus Kremer.
Technologie kan de autonomie van medewerkers negatief beïnvloeden,
staat in het WRR-rapport. Maar misschien ook positief. Dat is nu nog
onbekend omdat er weinig aandacht voor is in de academische wereld. De
onderzoekers willen dat voor deze vraag meer aandacht komt bij
beleidsmakers, werkgevers en wetenschappers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten