vrijdag 4 oktober 2013

Open rondzendbrief aan de leden van NVAB en het NVAB bestuur


 

               

 
Rotterdam

4 oktober 2013

Open (rondzend) brief aan de leden van de NVAB en het NVAB bestuur

 

Over de rafelranden van onze beroepsuitoefening en de randvoorwaarden waaronder bedrijfsartsen werken. En: over de tien kernwaarden van de NVAB, maar nu in de praktijk gebracht. Leerstuk: wat maakt een (goede) bedrijfsarts ?

Beste collega's


Middels deze open (rondzend) brief wil ik jullie deelgenoot maken van mijn bezorgdheid over de randvoorwaarden waaronder bedrijfsartsen werken. Directe aanleiding voor dit schrijven én het opstarten van deze discussie is een nu lopende aanbesteding voor de Gemeente Rotterdam. Maar er zijn meer signalen. Wat bijvoorbeeld te denken van een landelijk werkende arbodienst die met de klant afspreekt dat het spreekuur slechts 15 minuten (inclusief administratietijd)  mag duren ? Wat moet je dan als bedrijfsarts ? Wellicht kunt U dit - uit eigen ervaring-  met andere voorbeelden aanvullen. Kernthema is:wat maakt een (goede) bedrijfsarts ?

De nu beschreven casus bergt een veelheid aan vraagstukken in zich en kan als leerstuk dienen. Waar houdt het grijs op en is het gewoon zwart te noemen. Wanneer een grens te trekken. En:  hoe verhouden deze knelpunten zich tot de tien kernwaarden en professioneel statuut van de bedrijfsarts, zoals opgesteld door NVAB ? Of is dat (toch) een papieren tijger ?

Wat is er concreet aan de hand ?

Op 12 september is de aanbesteding 'Gezocht: de beste bedrijfsartsen voor Rotterdam' van start gegaan. De Gemeente Rotterdam, met zo'n 12.500 medewerkers, is middels deze aanbesteding op zoek naar acht tot zestiental zelfstandige bedrijfsartsen. De sluitingstermijn voor de inschrijving is gesteld op 8 oktober 2013. Het doel van de Gemeente Rotterdam is om per 1 januari 2014 operationeel te zijn (over drie maand dus).

De aanbesteding is uitvoerig beschreven in een 37 pagina's dik document (zie onderstaande link). De Gemeente Rotterdam werkt vanuit het zgn.eigen regie model en het programma van eisen aan de bedrijfsarts beslaat zo'n drie pagina's. Het lijkt op het eerste gezicht business as usual bij een grote aanbesteding anno 2013.

 Wat is het probleem ?

Ik heb de stukken uitgebreid bestudeerd en ben flink geschrokken. In de kern zijn er een zevental knelpunten/problemen te benoemen. Maar deze vraagstukken spelen even zo goed in andere actuele situaties. Vandaar deze open brief.

1.  De Gemeente Rotterdam stelt eigenaar van de medische dossiers te zijn. Maar: kan, mag, cq is het verstandig dat een werkgever eigenaar is van het medisch dossier ?

In de aanbestedingsstukken wordt melding gemaakt van het feit dat ' de Gemeente Rotterdam eigenaar is van de medische dossiers' (zie pagina 10 en 30).  Na wat research blijkt het eigenaarschap van het medisch dossier in de kern - strikt juridisch gesproken - een erg complexe materie te zijn ( ik verwijs daarvoor naar de visie van het Nictiz in deze). Maar een werkgever is geen zorginstelling en ook geen behandelaar.

Bij een eerste ronde navraag zijn een aantal ingewijden/experts van mening dat dit juridisch niet door de beugel kan cq zelfs onwettelijk zou zijn. Persoonlijk lijkt het mij maatschappelijk gesproken ook buitengewoon onwenselijk. Daar zijn betere oplossingen voor te bedenken.

Ter zijde: zou de Centrale Ondernemingsraad (COR) van de Gemeente Rotterdam hiermee hebben ingestemd of anderszins van de implicaties van het bovenstaande op de hoogte zijn ?

Maar nu even concreet: Ervan uitgaande dat dit niet kan cq mag en/of wenselijk is: wat zijn de implicaties voor de nu lopende aanbesteding ? De sluitingstermijn is dinsdag 8 oktober. Is het verstandig van een bedrijfsarts om in te schrijven op een aanbesteding wetende dat er  mogelijk/zeker iets niet in de haak is ? Hoe dit kenbaar te maken ? Wat is de visie, het standpunt van de beroepsvereniging in deze ? en op welke wijze maakt zij die kenbaar ?

Actuele toelichting Gemeente Rotterdam na berichtgeving mijnerzijds over dit vraagstuk:

Bij nota van inlichting per 1 oktober stelt de Gemeente Rotterdam dat er sprake is van een 'ongelukkige formulering' en dat het medisch dossier 'uiteraard eigendom is van de medewerker'. De Gemeente 'biedt faciliteiten voor opslag en beheer van de medische gegevens. Deze faciliteiten worden volgens de eisen van de wet ingericht en beveiligd' en 'het medisch dossier is alleen voor de bedrijfsarts toegankelijk'.

De Gemeente beheerder, patient eigenaar, en bedrijfsarts ? Deze toelichting roept eigenlijk alleen maar nog meer vragen op. Dat wordt versterkt door de indruk dat de Gemeente Rotterdam in eigen beheer een electronisch patienten dossier (EPD) opzet ( 'de medisch dossiers worden in Oracle opgebouwd).  Concreet: volgens planning zou de dienstverlening per 1 januari 2014' in full swing' moeten zijn. Binnen drie maand dus. Kan middels testresultaten en/of certificaten worden aangetoond dat de beveiliging afdoend is en dat ook op 7x24 basis functioneel en operationeel is ?  Blijft over: hoe om te gaan met een batterij aan onbeantwoorde vragen ?

2. Zelfstandige bedrijfsarts of  toch gewoon in loondienst ?

De Gemeente Rotterdam richt zich bij deze aanbesteding expliciet op zelfstandige bedrijfsartsen. Maar bij lezing van de aanbesteding kan men zich in gemoede afvragen in hoeverre er sprake is van (enige vorm) van zelfstandigheid.

Zo stelt de Gemeente dat: ' voor de te contracteren bedrijfsarts geldt dat men de visie op het verzuim volledig dient te onderschrijven en kan laten zien op welke manier men deze visie vertaalt naar concrete handelswijzen'. Expliciet wordt vermeld dat 'een bedrijfsarts die niet volgens deze visie kan of wil werken, of dit niet overtuigend kan aantonen, niet in aanmerking komt voor deelname aan de raamovereenkomst dienstverlening bedrijfsarts'.

Daarnaast dient de bedrijfsarts ook ' integraal volgens verzuimbegeleidingmodel 3 van Falke en Verbaan te werken'. Expliciet wordt vermeld dat andere diensten nadrukkelijk niet worden gevraagd. 

Het programma van eisen aan de bedrijfsarts beslaat drie pagina's onderverdeeld in dertig randvoorwaardelijke punten én een gunningscriterium die stelt dat' onvoorwaardelijk en ondubbelzinnig aan het programma van eisen voldaan dient te worden '.

En: als er dan ook nog te lezen valt dat de bedrijfsarts ' te werk wordt gesteld' , dat anderen de agenda planning regelen én dat er regels/afspraken zijn/moeten komen ten aanzien van vakantie en vervanging bij verzuim - lijkt er geen sprake meer te zijn van zelfstandigheid maar van een verkapte loondienstbetrekking.

In wezen bepaalt de opdrachtgever ( de Gemeente Rotterdam)  waar, wanneer en hoe er gewerkt wordt. Dat betekent dat er sprake is van een gezagsrelatie en dus een dienstverband. En dat zou de Belastingdienst na onderzoek in het kader van de VAR (Verklaring Arbeids Relatie) ook  kunnen concluderen.

Aan de orde is de kernvraag: waar houdt zelfstandigheid op en waar begint een dienstverband. Een intrigerende vraag voor een sector waar meer dan 25% van de beroepsbeoefenaren claimt zelfstandig te werken.

Wat is Uw conclusie na lezing ?

En: wat zijn eigenlijk de benodigde randvoorwaarden om zelfstandig, professioneel en kwalitatief hoogwaardig als bedrijfsarts te kunnen werken ? Wat zijn daarvoor de minimumvoorwaarden en wordt daar in deze casus aan voldaan ?  Your votes please.

3. Bedrijfsarts of Wvp dokter ?  Of: onder welke randvoorwaarden kun je nog claimen als bedrijfsarts te werken ? en wanneer is het pakket te smal geworden ?

De Gemeente Rotterdam heeft een helder profiel opgesteld wat van de bedrijfsarts wordt verwacht. Zonder meer. Deze is in mijn opinie te typeren als Wvp dokter, een sociaal medisch adviseur met als aandachtsgebied verzuimbeheersing. Dat blijkt uit de activiteiten die van de bedrijfsarts gevraagd worden: spreekuur doen, werkhervattingsadviezen geven , sociaal medische begeleiding regelen en overleggen over lopende gevallen, én een rol van Super Nanny naar de leidinggevenden en de rest van de organisatie ( pro actief, coachend, bijsturend, aanspreken op eigen verantwoordelijkheid).

Gezien de gevraagde activiteiten is de concrete tijdsbesteding van de bedrijfsarts goed te voorspellen: de sociaal medische begeleiding zal naar verwachting 95% van de tijd in beslag nemen (onder te verdelen in: 75% spreekuur en 20 % overleg). Blijft er nog 5% overige activiteiten over.

Is dit nog te omschrijven als 'goede  bedrijfsgeneeskundige zorg', zoals de NVAB dit beschrijft in haar tien kernwaarden van de bedrijfsarts ? en waar liggen de grenzen precies ?

En wie toets dit ?  In de visie van de NVAB is de bedrijfsarts zelf verantwoordelijk voor het toetsen van de overeenkomst aan de kernwaarden.

Benieuwd dus hoe U dit na lezing weegt. Voor hulp bij deze afweging verwijs ik naar het competentieprofiel van de bedrijfsarts en kritische beroepsactiviteiten (zie de link in de bijlage).

Maar ook de hamvraag:  wat vind de beroepsvereniging hiervan ? is hier nog sprake van de uitoefening van het vak van bedrijfsarts' in zijn volle breedte '? of is sprake van een 'te smal pakket' ?  Stel dat laatste: wat zijn daar de implicaties van bijvoorbeeld ten aanzien van de herregistratie en visitatie ? Anders gesteld: is een dergelijk pakket nog afdoend herregistratie waardig ?

Tijd om concreet te worden en de grenzen helderder te krijgen. Deze casus biedt daar een goede aanleiding toe. Een echt leerstuk dus. Ik ben meer dan benieuwd naar het standpunt van de beroepsvereniging in deze.

4. Doelstelling van de Gemeente Rotterdam is het verzuim van 6.3% naar 5.5% te verlagen: een haalbare target of een mission impossible ?  en: wat is het afbreukrisico voor de bedrijfsarts ?

De doelstelling van de Gemeente Rotterdam is het verzuim te verlagen van 6.3% in 2012 naar 5.5% in 2013/2014, in de wetenschap dat het langdurig verzuim het grootste struikelblok is. De bedrijfsartsen worden gevraagd daaraan een bijdrage te leveren

In voetbal termen uitgelegd: de Gemeente Rotterdam bevindt zich nu in de middenmoot van de Eerste Divisie van de Verzuim League (range verzuim 8-5%). Gevalletje Sparta dus. De Gemeente Rotterdam hoopt te eindigen in de top van de Eerste Divisie (5.5%), met wellicht de verborgen wens door te kunnen stoten naar de Ere Divisie (range verzuim < 5%).  Maar is dit een realistische ambitie ?

In principe zou dat best moeten kunnen, want dat hebben veel bedrijven reeds eerder bewezen. Mits: aan de juiste randvoorwaarden worden voldaan én het onder het juiste gesternte plaats vind. Om met dat laatste te beginnen: in de aanbesteding valt te lezen dat er gemeentebreed sprake is van een grote reorganisatie met forse krimp, gepaard gaand met centralisatie ( van 17 naar 7 concernonderdelen), welke een nieuwe vorm van samenwerken vraagt. Tegelijkertijd vindt de invoering van Het Nieuwe Werken (bekend onder HNW010) plaats en worden de 25 kantoorlocaties teruggebracht naar 4 hoofdlocaties. Teveel tegelijk. Geen gelukkige uitgangspositie dus.

Maar ook bij de ontwikkelingsgang van het verzuimbeleid zijn vraagtekens te plaatsen, want  'alhoewel model 3 het uitgangspunt is', - zo is de aanbesteding te lezen - 'zijn nog niet alle clusters en organisatie onderdelen zo ver. Sommige onderdelen zijn bezig zich naar dit model te ontwikkelen '. Ergo: er is nog veel ontwikkelingswerk te verrichten. Dit kan met recht als 'een uitdaging' worden bestempeld. Zie hier de concrete situatieschets waarin de bedrijfsarts wordt ingevlogen.

Op basis van mijn ervaring en expertise durf ik de stelling wel aan dat deze doelstelling - gezien de opzet en randvoorwaarden - geen haalbare kaart zal blijken te zijn. Een mission impossible dus. Want: de bedrijfsarts is nu gepositioneerd als uitvoerende professional met een coachende rol naar leidinggevenden. Dit is onvoldoende om ook oplossend (veranderkundig) te kunnen functioneren. Daarvoor is zowel een andere adviespositie noodzakelijk, maar bovenal ook een andere aansturing van de verzuimproblematiek vanuit de top van de gemeentelijke organisatie. Kortom: Geen realistische target lijkt me, met groot afbreuk risico voor de bedrijfsarts en dus slecht voor zijn professionele naam.

Vragen te over: Wat te doen als de randvoorwaarden de kans op succes (ernstig) blokkeren ? Waar liggen de grenzen om hoogstaand kwalitatief werk te kunnen afleveren ? Hoe je professionele naam hoog te houden ?

5. Eigen Regie Model - onvoldoende aandacht voor implementatie ?

De Gemeente Rotterdam hanteert - naar eigen zeggen - het Eigen Regie Model - verzuimbegeleidingsmodel 3 volgens de Falke en Verbaan methodiek.

Nu wint het Eigen Regie Model snel aan populariteit, maar even zo vaak loopt het vast in de implementatie. Te vaak heeft men te weinig oog voor de kritische faalfactoren in de eigen organisatie.

Een veel voorkomend knelpunt is dat de verzuimbeheersing naar het middenmanagement is 'weggedecentraliseerd' met de bedrijfsarts in de rol van uitvoerende professional. Dat lijkt ook hier het geval. De leiding van de organisatie (de gezagvoerder/bestuurder in de cockpit) heeft de verzuimbeheersing - om het wat beeldender te formuleren - in de 'automatische piloot' gezet in de veronderstelling 'dat het allemaal vanzelf goed komt'. Dat is bij verzuimbeheersing een grote valkuil. Verzuimbeheersing vereist - juist vanuit de top van de organisatie - de continue aandacht en de mogelijkheid om bij of om te schakelen én zeker als het verzuimpercentage 6.3% is.

In de Toolkit Eigen Regie (van Immediator Bedrijfsartsen) zijn de kritische succes en faalfactoren van het zgn Eigen Regie Model nader te bestuderen.

Concrete vraag:

Zou u als bedrijfsarts onder deze randvoorwaarden kunnen en willen werken ?

6. Is het verzuim losgekoppeld van de context en is de schakel verbroken ?

Thema's als duurzame inzetbaarheid, preventie, arbeidsomstandigheden beleid, gezondheidsmanagement, leefstijl en bravo aanpak, gerichte aanpak beroepsgebonden aandoeningen, werkplek onderzoek komen niet tot nauwelijks in de aanbesteding aan de orde. Het verzuimbeleid lijkt geheel los gekoppeld van zijn brede context. De schakel lijkt verbroken.  Wat als bedrijfsarts dan te doen ?

Een gemiste kans, want dat kan anders én beter: ik verwijs daarvoor naar het recent uitgebrachte Tienpuntenplan voor een gezonde samenwerking tussen werkgevers en arbodiensten ( van de Oval en AWVN) en de Schijf van vijf - voor Duurzame Inzetbaarheid.

7. Over het probleem van dichtgetimmerde contracten en te verwachten spanningsveld

In de arbodienstverlening is het gebruik aan het worden om aanbestedingen en contracten zoveel mogelijk 'dicht te timmeren'. Ook in deze aanbesteding is er sprake een uitgebreid overzicht van de do en don'ts.  In de praktijk van alledag blijkt dit een bijna onneembare hobbel te zijn om flexibel in te kunnen spelen op de (vaak dringende) vragen vanuit de klantorganisatie. De inhoud van het contract wint het daarbij vrijwel altijd van de oplossing. Met alle frustraties voor de werkvloer en de bedrijfsarts van dien. Wat is uw ervaring ?

Afsluitend

Alhoewel potentieel geïnteresseerd zal ik zelf niet reflecteren op de optie/aanbesteding van de Gemeente Rotterdam. Dat moge helder zijn.

Toegegeven: het is een (te) lange brief geworden, maar de uitwijdingen waren noodzakelijk om de vraagstukken helder voor het voetlicht te kunnen brengen. De Gemeente Rotterdam zoekt  in  mijn ogen geen bedrijfsarts, maar een sociaal medisch adviseur met als aandachtgebied verzuimbeheersing en de Wvp. Op zich een respectabele set aan activiteiten, maar een te smal pakket om als bedrijfsarts in de volle breedte te kunnen werken.

Deelt u mijn bezorgdheid ? Stuur deze open rondzendbrief dan door naar een collega of andere belangstellende/belanghebbende en geef deze discussie een impuls.

Ik verneem graag op korte termijn de visie en/of het standpunt van het NVAB bestuur  (als vertegenwoordiger van onze beroepsgroep) op deze aanbesteding en de vele andere open vragen.

Geïnteresseerd in hoe het anders, beter kan  ? Lees dan het eerste en tweede Manifest van De Nieuwe Bedrijfsarts en de negen knoppen om de performance te verhogen

Dolf Algra
zelfstandig bedrijfsarts

De Werkplaats - kwaliteitsbureau De Nieuwe Bedrijfsarts
a5.algra.advies@euronet.nl 06-53.75.91.91



 

bijlage: links naar achtergrond informatie

 

link naar aanbesteding gemeente rotterdam
klik op beschrijvend document en zie pg 10 en blz  30- programma van eisen bedrijfsartsen - punt 21

https://login.commerce-hub.com/index.cfm?fuseAction=__requestBook.description&_kid=0BD60D86-10168


Kernwaarden van de NVAB:

http://nvab.artsennet.nl/Nieuws/Kernwaarden-van-de-bedrijfsarts.htm

 

Competentie profiel van de bedrijfsarts en kritische beroepsactiviteiten

http://www.nspoh.nl/ContentFiles/StudiegidsMvoBedrijfsgeneeskunde2012-2.pdf

 

kwadranten model 3 - Falke en Verbaan:

http://www.falkeverbaan.nl/Kwadrant-iii

Tien punten plan Oval AWVN - gezond samenwerken tussen werkgevers en arbodienstverleners

http://www.awvn.nl/smartsite.net?id=22019

Schijf van vijf duurzame inzetbaarheid

http://duurzameinzetbaarheid.nl/

 

link naar de Nieuwe Bedrijfsarts:

blogspot: http://denieuwebedrijfsarts.blogspot.nl/

 

Manifest De Nieuwe Bedrijfsarts:

http://denieuwebedrijfsarts.blogspot.nl/2011/10/het-manifest-de-nieuwe-bedrijfsarts_23.html

 

Tweede Manifest De Nieuwe Bedrijfsarts: http://denieuwebedrijfsarts.blogspot.nl/2013/04/tweede-manifest-van-de-nieuwe.html

woensdag 25 september 2013

De Verzuimpolitie: het gebeurt recht onder je neus


De Verzuimpolitie deel 3:


Nu het stof van Zembla's Verzuimpolitie deel 3 is neergedaald is het tijd voor enige reflectie en een nabeschouwing. Daarom alle afleveringen nogmaals achter elkaar bekeken. Wat is er nu eigenlijk aan de kaak gesteld?
In Verzuimpolitie deel 1 werd het commerciële verzuimbedrijf Verzuimreductie op de korrel genomen, nadat was gebleken dat het op grote schaal de privacyregels van zieke medewerkers schond. Dit bleek inderdaad een behoorlijk foute boel te zijn. Gevolg: veel onrust in bedrijven en de arbobranche. Staatssecretaris zette de arbeidsinspectie erop. Onderzoeksrapport volgde, Rode kaart werd uitgedeeld. Punt voor Zembla.
 

Lek computer systeem

In aflevering twee van de Verzuimpolitie werd helder dat een veel gebruikte verzuimapplicatie zo lek als een mandje was, want gemakkelijk hackbaar. Heel onprettig idee. Fraai in beeld toegelicht door de professoren Jacobs - 'Is dit informatie van de bedrijfsarts? Dit wil ik helemaal niet zien! Ik vind dit schokkend, onprofessioneel!-  en Prins - 'Een digitale inbraak is als een veenbrand. Het kan zo ergens weer opduiken'. Onze dank gaat uit naar een tweetal wakkere Zembla kijkers (met IT achtergrond), die doorpakten. Tweede goal voor Zembla.
 

Verzekeraars over de schreef

In aflevering drie stonden de verzuimverzekeraars centraal. Werkgevers werden door de verzuimverzekeraars gesommeerd gevoelige medische informatie aan te leveren. En dat bleek ook nog eens als voorwaarde in hun polisvoorwaarden te staan. Voorzitter Jacob Kohnstamm van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) reageerde meer dan geprikkeld: 'Omdat die gegevens niet aan de verzekeraars verstrekt mogen worden, vind ik dit uitlokking van iets onrechtmatigs. Dit zou niet moeten mogen. Dit is een vorm van chantage'.
 

Proefproces

Algemeen directeur Lode Wigersma van de KNMG was ook niet amused en vindt het zelfs voer voor de rechter : 'Wij pleiten voor een proefproces. Laat de rechter hier maar eens een oordeel over vellen'.
De verzekeringsbranche reageerde door per direct het boetekleed aan te trekken : 'Ik heb geen behoefte me te verdedigen, fout is fout', aldus de directeur inkomensverzekering van Achmea. Direct gevolgd door damage control van de verzuimverzekeraars: alles wordt tegen het licht gehouden en verbeteringen meteen doorgevoerd. Mea culpa.
 

Eindstand

Drie nul voor Zembla. Heilzame exercities met behulp van geraffineerde technieken op basis van principe het doel heiligt de middelen. De serie lijkt ten einde, het onderwerp uitgemolken. De rest kan nu wondenlikkend aan de slag met de benodigde verbeteracties.
 

Wegkijken

Toch blijft er bij mij iets schuren. Deze incidenten komen toch niet zomaar uit de lucht vallen. In al de drie casussen (Verzuimreductie, verzuimapplicatie, en verzuimverzekeraars) hebben niet alleen een hoop mensen lopen slapen, maar toch ook actief (?) weggekeken. Hoezo zelfreinigend vermogen? Blijkbaar moeten de dames en heren van Zembla, met een gereedschapskistje aan sluwe technieken er aan te pas komen, voordat wat krom is recht wordt gezet. Dat geeft eigenlijk het meest te denken. Maar daar is nu geen tijd voor, want de actualiteit roept.
 

Onder mijn neus

Live vanuit Rotterdam met als kernvraag: mag de werkgever de eigenaar zijn van het medisch dossier van haar werknemers? Wat is er aan de hand?
De gemeente Rotterdam blijkt per 1 januari 2014 de gehele verzuimbegeleiding van haar zieke werknemers (12.500) in eigen beheer te gaan uitvoeren. Daarvoor is de gemeente nu op zoek naar acht tot zestien bedrijfsartsen. En wel van het beste soort. Dit weekend heb ik de aanbestedingsstukken daarvoor bestudeerd. 37 pagina's zeer taaie stof. Alleen het programma van eisen aan de bedrijfsarts bestaat al uit drie pagina's do's en don'ts.  Zo wordt de bedrijfsarts natuurlijk geacht het medisch dossier up-to-date te houden. En de gemeente Rotterdam ziet erop toe dat leidinggevenden geen toegang tot het medisch dossier hebben, en - nu komt het - want dit is eigendom van de gemeente Rotterdam (andere systemen zijn niet toegestaan).
 

The devil is in the detail

Lees ik dit nu goed? Een werkgever - in dit geval een grote overheidsdienst - die zegt/claimt de 'eigenaar' van het medisch dossier te zijn? Natuurlijk - het staat erbij: met inachtneming van de regels omtrent de medische geheimhouding. Laat ik daar nu net even wat minder vertrouwen in te hebben gekregen! 
 

Participerend blogonderzoek

Maar ook: wat een totaal verkeerd signaal aan je medewerkers. Kan dit? Mag dit? Waar liggen de grenzen? Is dit niet slimmer, beter op te lossen? Bijvoorbeeld in aparte stichting? Laat ik nu zelf ook niet wegkijken en de koe bij de horens pakken. Op onderzoek uit dus. Participerend blogonderzoek. Daarom spreek ik met u het volgende to-do-lijstje af.
Ik check de ins and outs van eigenaarschap van het medisch dossier, check bij mijn beroepsvereniging (NVAB), maar ook bij het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) hoe zij tegen deze kwestie aankijken en koppel dit middels deze blog aan u terug. Oja, natuurlijk vraag ik de gemeente Rotterdam om een nadere toelichting op deze zaak.

 
Because: the devil is in the detail.
 
pm: deze blog is ook gepost op Artsennet

woensdag 18 september 2013

De Verzuimpolitie: de soap gaat verder

Over goede en slechte tijden in verzuimland. Met dit keer in de hoofdrol: de verzuimverzekeraars

 
Het onderzoeksprogramma Zembla is op een journalistiek goudmijntje gestuit. Want er blijkt veel mis te zijn met de privacy van zieke werknemers en de omgang van medische gegevens.

Verzuimbedrijf in de fout

Vorig jaar maart kwam aan het licht dat het commerciële verzuimbedrijf Verzuimreductie op grote schaal de privacyregels van zieke medewerkers schond. De uitzending van 23 maart 2012 maakte veel los en gevolgen waren verstrekkend. Grote klanten als de Bijenkorf en V&D beëindigden per acuut het contract, het regende Tweede Kamervragen en kort daarop moest de directie van Verzuimreductie het veld ruimen.
Het was een even onthutsende als intrigerende uitzending opgevrolijkt met prachtige oneliners als 'hier is sprake van ongezonde nieuwsgierigheid'. De meest dodelijke opmerking in de uitzending werd gemaakt door een medewerkster van blijkbaar Roemeense afkomst: 'ik heb twee slechte periodes in mijn leven gehad: de dictatuur van Ceausescu en mevrouw Renate. Zij was mijn contactpersoon én mijn nachtmerrie!'

Lek computersysteem

Een maand later (20 april 2102) volgde aflevering twee van de Verzuimpolitie: het computerprogramma Humannet bij Verzuimreductie bleek erg eenvoudig te hacken en zo lek als een mandje. Verzuimbedrijven, arbodiensten, en bedrijfsartsen kwamen in een schemerig daglicht te staan. Was het een incident of is er iets structureels aan de hand? Onderzoek volgde en privacy waakhond CBP liet niet alleen haar tanden zien, maar beet ook door. Grote reparatie actie bij Verzuimreductie volgde. Eindconclusie: uit de hand gelopen incident, regelgeving is op orde, geen structureel probleem.

En dan nu: de verzuimverzekeraar

Donderdag 19 september volgt de derde aflevering in deze enerverende serie. Dit keer staat de handel en wandel van de verzuimverzekeraars centraal. Houden zij zich afdoende aan de spelregels rond privacy? Beoordeel zelf en kijk op donderdag 19 september op Nederland 2 om 21.10 uur en/of daarna op Uitzending Gemist.

De Verzuimpolitie: het boek en the making of ....

De makers van Zembla blijken niet van gisteren, ook niet als het om de eigen exposure gaat. In het net verschenen boek De Verzuimpolitie - een onthullend verhaal over de jacht op uw medische gegevens - (handig toch?) gaan ze dieper in op de door hun gebruikte methoden en technieken. 
Het is smeuïge geschreven, met veel oog voor kleine details (dikke Audi 8 voor de deur, of: tikje modieus gekleed, en: rode wangen, gedrongen postuur, kleine ogen, rond gezicht) en kleurrijke sfeertekeningen. Kortom : het leest lekker weg, maar het biedt vooral ook een intrigerend inkijkje in hoe de dames en heren van Zembla te werk gaan: de trukendozen dus.

Als ik vragen mag......

En dat kan van belang zijn. Want wie weet staan ze morgen zomaar bij u in het ziekenhuis en/of gezondheidscentrum op de stoep. Op zoek naar ...
Na lezing ben ik er nog niet uit hoe ik hun technieken en /of trukendozen moet bestempelen of benoemen. Is het leep: op een berekende manier, slim? Of is uitgekookt: slim op een sluwe manier het betere  woord ervoor? Gewiekst kan ook: snel en slim op je voordeel uit zijn, of gehaaid: heel handig je zin krijgen? Geraffineerd kan ook natuurlijk: zo slim dat je het niet direct ziet en/of begrijpt of is het gewoon doortrapt: slim met slechte bedoelingen?
Wellicht van alles wat waarschijnlijk.
 
ps: De verzuimpolitie: de recensie van het boek en de nabeschouwing van de uitzending verschijnt volgende week op deze blog
 
Deze column/blog verscheen ook in deze vorm op artsennet blog dd 18 sept 2013

De bedrijfsarts transparant

Geen warme associatie ?

De bedrijfsarts roept niet direct warme en positieve associaties op. Dat weten we als bedrijfsarts als geen ander. Ik heb daar zelf ook last van. Op een verjaardagsfeestje zal ik niet snel zeggen dat ik bedrijfsarts ben en als ik het toch doe dan volgt per direct een zeer uitgebreide toelichting en/of bijsluiter.




Geen sterk merk ?

Bedrijfsartsen zijn niet populair.  Niet onder collega's, want geen echte dokter ('dat is toch geen echt medisch handwerk, zeg ), niet bij de vakbonden ( slapjanussen en slippendragers, die doen wat de werkgever wil, want wie betaalt, bepaalt toch ?), niet in de publieke opinie ( arbo artsen, controle arts, claimbeoordelaars).

De beroepsgroep helpt daar zelf geweldig aan mee door de positionering van de bedrijfsarts continu ter discussie te blijven stellen terwijl er een prachtig positief rapport van Astri op tafel ligt met klinkende positieve cijfers. Soort vorm van collectieve zelfkastijding lijkt het wel.

Nu ook al als droeve figuur in de literatuur
Zelfs in de literatuur duikt de bedrijfsarts als droeve figuur op, zo blijkt uit het laatste boek van Herman Koch Zomerhuis met zwembad.

'Een week voor het einde van de schoolvakantie heropende ik mijn praktijk. Maar de bezieling was weg"  'Ik bracht het niet meer op' .'Ik leunde achterover in  mijn stoel en sloot de ogen. Ik probeerde uit te rekenen hoeveel maanden het zou duren voordat ik helemaal zonder zou komen te zitten'

'Een enkele keer, tijdens een helder moment, dacht ik aan de financiële consequenties. Niet te lang, want de oplossing lag voor de hand' Een luizenbaantje misschien. Bedrijfsarts. Of iets geheel anders. Een radicale verandering. Hotel arts op een Canarisch eiland.

Tegen dergelijke beelden is het moeilijk weerwerk te geven

Open en integer

Toch blijkt het mogelijk dit negatieve beeld bij te stellen. Dat blijkt uit een video impressie van bedrijfsarts Wendel Slingerland, in samenwerking met Immediator Bedrijfsartsen.

Het recept blijkt erg simpel. Niks geen opgeklopte verkoop praatjes, geen dikke nota's over de geringe instroom van bedrijfsartsen, geen wervingsplannen voor studenten.

Gewoon hardop vertellen wat je leuk aan je vak vind. Open, eerlijk en tegelijkertijd merkwaardig kwetsbaar.

Bekijk deze bijzondere video.

De link is:

http://vimeopro.com/user4661032/bedrijfsarts-transparant







 

dinsdag 17 september 2013

Verzuimpolitie van Zembla - aflevering 3 is in aantocht - as donderdag 19 sept ned 2 - 21.20 uur

Over goede en slechte tijden en zaken in arbo en verzuimland
Zembla De Verzuimpolitie deel 3 - donderdag te zien op Ned 2

Ter voorbereiding even terug naar het eerste en meest spraakmakende deel.
Daarom in de herhaling het blog commentaar van De Nieuwe Bedrijfsarts van 25mrt 2012

En: net van de pers: het boek de Verzuimpolitie - uit sinds 6 sept 2013 en lees hoe Zembla te werk is gegaan (binnenkort  op weblog De Nieuwe Bedrijfsarts  De Verzuimpolitie - 'de' recensie.



De Verzuimpolitie - de nabeschouwing: enige overdenkingen - over platte bedrijven, klagende huurlingen, rechte ruggen en slappe knieeën.
Zondag 25 mrt 2012

Zembla en de Verzuimpolitie
Afgelopen vrijdag werd de documentaire 'De Verzuimpolitie' door de nieuwsrubriek Zembla uitgezonden. Toegegeven: het werd geen voorpagina nieuws bij de Volkskrant, zoals voorspeld. Maar de Tweede Kamervragen vliegen ons al wel om de oren. Het was een even onthutsende als intrigerende uitzending, die genoeg stof tot discussie en overdenkingen geeft.

De kwestie:
Centraal bleek de vraag te staan hoe het bedrijf Verzuimreductie omgaat met de medische informatie die wordt bevraagd bij de ziekgemelde medewerkers. Daar kunnen we kort over zijn en we citeren de woorden van de voorzitter van de NVAB: dit kan niet de bedoeling zijn- dit is echt fout ' Geen wonder dat het CBP een nader onderzoek instelt.

Prachtige one liners en inkijkjes:
De uitzending werd 'opgevrolijkt' door een aantal erg fraaie one liners:

'Hier is sprake van ongezonde nieuwsgierigheid ' ( voorzitter van de NVAB) over het bevragen van de medewerkers

Tja, hier schrik ik wel even van, hoor. Alles staat erin. Dat is natuurlijk helemaal niet goed ! Dit kan niet de bedoeling zijn; dit is echt fout ! voorzitter van de NVAB bij het bekijken van de verslagen van de call center medewerkers.

'Ja, jongens wat moet ik hier opzeggen !' directeur van detacheringsbedrijf van bedrijfsartsen op de vraag waarom zij als bureau zaken doet met dit soort verzuimbedrijven

'Wij zijn deel van een verkeerd systeem, het is niet zo dat wij daarvoor kiezen, de hele wetgeving zit verkeerd in elkaar, de wet klopt niet' Dezelfde directeur van detacheringsbedrijf van bedrijfsartsen

'Dat vind ik een lastige, meneer Wenting': interviewerTon van der Ham in reactie op uitblijvend antwoord van de directeur van Verzuimreductie Marcel Wenting, en later in het radioprogramma DeGidsFM: 'hij had opvallend weinig goede teksten'

De meest 'dodelijke' opmerking werd gemaakt door een medewerkster van blijkbaar Roemeense afkomst: ik heb twee slechte periodes gehad: de dictatuur van Caucescu en mevrouw Renate. Zij was mijn contactpersoon en mijn nachtmerrie !


Een drietal overdenking van eigen bodem:

1. Over de veronderstelde 'weeffout': het lijkt een terugkerend item, de veronderstelling dat er sprake is van een 'weeffout in het systeem'. Niet helder wordt in deze uitzending wat daar exact mee bedoeld wordt. Al eerder is onderzoek naar de positie van de bedrijfsarts gedaan ( Astri onderzoek) en de beleidsmakers ( ministerie van SZW en VWS) kwam tot de conclusie dat er ruimte voor verbetering was, maar dat er geen sprake zou zijn van structurele weeffouten.

Niet iedereen is het daar mee eens ( op basis van eigen visies én belangen). Zo maakt de Fnv zich sterk voor wat zij noemen een 'werknemersarts', en de NVAB wil graag de bedrijfsarts uit de 'sociale zekerheidskolom' halen en in de 'zorgkolom' te positioneren( met als financiëringsbasis de zorgverzekeringswet) . Naar mijn opinie zijn al deze twee opties onwerkbaar en dus niet wenselijk. Het huidige systeem legt de verantwoordelijkheid daar waar die hoort te liggen: in het bedrijf zelf - bij werkgevers én werknemers.

2. Over 'Platte bedrijven':

Het basis probleem is mijns inziens dat een aantal bedrijven het verzuim vooral en alleen maar zien wordt als een 'schadelast''probleem. Een medewerker die niet aan het werk is, levert verlies op, en is dus een schadepost. De kern van deze benadering is simpel: wel/niet aan het werk.

Dit is een nogal 'platte' benadering van de arbeidsverhoudingen. Het miskent ten diepste het 'psychologisch contract ', dat ongeschreven deel van de arbeidsovereenkomst', waar zoveel vanaf hangt en wat maakt dat iemand een medewerker is en geen werknemer, ingehuurde kracht, knecht, lijfeigene, horige of slaaf.

Een dergelijke 'platte' benadering vraagt ook om een 'platte verzuimaanpak', zoals VerzuimReductie blijkbaar biedt. Dus: alles in het werk gesteld om medewerkers aan het werk te zetten.

3. En over bedrijfsartsen: 'klagende huurlingen' , rechte rug en slappe knieeën
VerzuimReductie 'huurt' externe bedrijfsartsen in, voor het noodzakelijke, want wettelijke uitvoerende werk . Wat ik eigenlijk niet snap is waarom deze bedrijfsartsen zich daarvoor laten 'lenen', terwijl je weet en op je vingers kunt natellen dat deze opzet/constructie niet werkt én niet klopt. Hebben we hier met 'klagende huurlingen' van doen ?

De oplossing is erg simpel: je als bedrijfsarts niet laten inhuren als de randvoorwaarden niet kloppen. Daar heb je geen leidraad of richtlijn voor nodig , maar een rechte rug en sterke knieeën !


dinsdag 10 september 2013

Bedrijfsarts, quo vadis ? Het eindspel lijkt gestart

De toekomst van de bedrijfsgezondheidszorg ter discussie

Vervolgonderzoek gevraagd naar toekomst bedrijfsgezondheidszorg

Het kabinet heeft bij monde van minister Asscher van Sociale Zaken de SER om een vervolgonderzoek gevraagd ten aanzien van de toekomst van de bedrijfsgezondheidszorg.

Dit in vervolg op het eerdere SER advies 'Stelsel voor gezond en veilig werken - 2012-  en het rapport van het bureau Astri naar de positie van de bedrijfsarts (2011).

Input voor dit vervolgonderzoek wordt gevormd door het recent uitgebrachte rapport Scenariostudie arbeidsgerelateerde zorg door KPMG Plexus. Dit rapport uit febr 2013 wordt nu door het ministerie van SZW vrijgegeven en is downloadbaar.

Vijf in plaats van vier scenario's
Het ministerie van Szw en Vws zijn de directe opdrachtgevers tot dit rapport, waarvan de concept - versie al een half jaar rondcirculeerde in de inner circles. Het ministerie had om uitwerking van een viertal scenario's gevraagd, maar kreeg er één gratis en voor niks bij van de schrijvers van dit rapport, zodat er nu een vijftal scenario's worden uitgewerkt.

scenario 1: huidige model met kleine aanpassingen
scenario 2:  het huisartsen - specialisten model met meer klinische arbeidsgeneeskundigen
scenario 3: het uitgebreidere meer preventieve sectorale en branche model
scenario 4: model zonder bedrijfsarts met huisarts in the lead
scenario 5: specialisering binnen eerste lijn ( KPMG - Plexus model)

Scenario 2 en 3 lijken voor dit moment op kop te liggen en worden met name gevraagd nader te worden uitgewerkt.

Randvoorwaarden door kabinet
Maar: er worden wel een aantal randvoorwaarden genoemd door het kabinet:
a. er per saldo geen kostenstijging mag optreden voor de zorgverzekeringswet (zvw)
b. dat de werkgever de verplichte bijstand door een bedrijfsarts in kader van Wvp en arbowet blijft bekostigen.




Extra punten
Daarnaast wordt extra aandacht gevraagd voor een aantal eerder genoemde knelpunten als toegang tot bedrijfsarts, melding van beroepsziekten en diagnostiek van beroepsziekten.

Renaming en reframing ?
Opvallend is dat de term bedrijfsgezondheidszorg blijkbaar heeft afgedaan en is/wordt (door wie ?) vervangen door arbeidsgerelateerde zorg. Interessant.

Quizvraag
Wat gebeurt er eigenlijk al je de term bedrijfsgezondheidszorg vervangt door arbeidsgerelateerde zorg ? Wat win én verlies je dan ? Bedenk de verschillen en kleur de plaatjes zelf verder in.

Het eindspel is gestart..
Met dit verzoek tot een vervolgadvies lijkt het eindspel te zijn gestart en wordt de toekomst van de bedrijfsgezondheidszorg verder ingekleurd. het eindadvies wordt voor 1 maart 2014 in Den Haag verwacht .

Bestudeer de stukken, want de teerling is geworpen !

Weblog De Nieuwe Bedrijfsarts start een serie van commentaren en bespiegelingen over dit onderwerp. Dit was de aftrap.

Leestip 1: de brief van Asscher van de SER bij het rapport van KPMG Plexus

dinsdag 3 september 2013

De bedrijfsarts: de zorg uit en het bedrijf in!

                    
Daar wordt aan de deur geklopt. Wie zal dat zijn? De toekomst! De toekomst?!?  Ja, de toekomst klopt óók aan de deur van de bedrijfsarts, maar deze geeft niet thuis. De bedrijfsarts oude stijl is te druk bezig met zijn werk als uitvoerende routine professional en zit te vaak en te lang in de spreekkamer. Hij/zij lijkt gewoonweg geen tijd voor de toekomst te hebben.
Een tijdje geleden verscheen er een interessant rapport onder de titel: Bedrijfsgezondheidszorg, de toekomst is nu. Het beeld wordt geschetst van een krimpende low interest markt, vol met spelers die ‘alles voor iedereen’ doen. Bedrijfsgezondheidszorg is de thuismarkt van de arbodiensten, maar zij kampen echter met een verouderd model, een stoffig ambtelijk imago, en zoeken nu allemaal tegelijk een uitweg in ‘duurzame inzetbaarheid’.
 

Aflopende zaak?

De bedrijfsarts zelf komt slechts in de rafelranden van het rapport aan de orde. Niet als spelbepaler, maar als dure uitvoerende professional én als ‘voornaamste bezit’ van de arbodiensten. De opstellers zijn sceptisch over de groeimogelijkheden in de markt van de bedrijfsgezondheidszorg, en sluiten een ‘aflopend scenario’ niet uit, want ‘teveel aanbieders wedden op alle paarden tegelijk’. Onvoldoende onderscheidend vermogen en geen maatwerk is de voornaamste makke.

Ophouden met klagen

Om te overleven - en niet als de dodo onder de dokters de boeken in te gaan - zal de bedrijfsarts zich razendsnel moeten aanpassen en vooral haar huidige slachtofferrol en - imago - zij: werkgevers, directie arbodiensten, overheid, marktwerking hebben de schuld en wij, arme dokters die zo ons best doen- moeten gered worden - moeten afleggen. De overheid wordt nu gezien als reddende engel, maar de bedrijfsarts zal vooral zichzelf moeten (leren) redden. Daar is niets mis mee en daar wordt je sterk van. Op eigen kracht en professionaliteit vertrouwen is het vertrekpunt.
 
 
 
 

Bedrijfsarts, quo vadis ?

Dé bedrijfsarts bestaat niet (meer). Er lijkt zich een vierstromenland te ontwikkelen. Die ziet er al volgt uit:
 
1.    In de hoofdstroom - de 'traditionele' bedrijfsarts
Het merendeel van de huidige bedrijfsartsen kan - metaforisch gesproken - blijven werken als wegenwacht op de grote WVP (Wet Verbetering Poortwachter/ziektewet) Autobahn: bij ‘panne’( ziekmelding) zetten wij U - middels sociaal medische begeleiding - weer op de rit.
Dankbaar werk, gewaardeerd door klanten – ‘want daar wil ik er geen buikpijn van hebben’- én bovendien (chapeau!) gebleken effectief ( zie de recente evaluaties van Wvp en Wia).
De Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) kan nu snel fuseren met de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) tot de Nederlandse Vereniging voor Reïntegratie-artsen, de NVRA. Geschatte grootte: 1.600 bedrijfsartsen en 1.000 verzekeringsartsen. Beiden soorten artsen zijn werkzaam in de verzuim- en reïntegratieketen en de werkvelden van deze professionals zijn geheel complementair.
 
2. In een zijtak: de bedrijfsarts als verzekeringsgeneeskundige/claimbeoordelaar/medisch adviseur in case management constructies.
De bedrijfsarts werkt in deze constructie als medisch adviseur in een 'tweede lijns'-positie (achter de case manager/poortwachter) en beoordeelt de juistheid van de claim (de ziekmelding wordt hierbij primair als schadelast gezien) en werkt vanuit de driehoek ziekmelding, medische klacht en claim wel/niet met terecht ziekteverlof. Geschatte aantal: honderd bedrijfsartsen.
 
3. In de medische bijstroom: de klinisch arbeidsgeneeskundige
Bij ernstige panne en/of forse schade op de WVp Autobahn is een snelle verwijzing (via de vluchtstrook) naar de poliklinieken van mens en arbeid voor uitgebreidere medische diagnostiek en interventie noodzakelijk en wenselijk. Zinvol en interessant werk voor de echte dokters onder de bedrijfsartsen. Echt medisch handwerk thuishorend in het zorgsegment. Groeimogelijkheid tot tweehonderd klinisch arbeidsgeneeskundigen lijkt realistisch. Een eigen vereniging de Nederlandse Vereniging voor Klinische Arbeidsgeneeskunde (NVKA) bestaat er al sinds 2007.
 
4. Voorbij de hoofdstroom : De Nieuwe Bedrijfsarts 
In de niches van de arbodienstverlening en bedrijfsgezondheidszorg houden zich op dit moment naar schatting honderd tot mogelijk tweehonderd bedrijfsartsen op, die vooral organisatiegericht werken. Bij MKB-bedrijven, grote en kleine interne arbodiensten, en grote concerns. Bedrijfsartsen die niet primair werken vanuit de traditionele driehoek: medische klacht, beperking, verzuim/reïntegratie, maar vanuit de driehoek mens, werk en organisatie. Uitdagend en erg interessant werk.

Het betere alternatief
 

Voor bedrijven die naar de toekomst kijken is De Nieuwe Bedrijfsarts het betere alternatief. De natuurlijke habitat en het domein van de bedrijfsarts is namelijk het werk, het bedrijf, de organisatie en niet de zorg. Haar counterpart is niet de huisarts of medisch specialist, maar het management van het bedrijf, de OR, de afdeling human resource management, de organisatieadviseur.
Dus op naar de toekomst onder het motto: de bedrijfsarts - de zorg uit en het bedrijf in!

Meer over De Nieuwe Bedrijfsarts:

NVAB- Richtlijn ontwikkeling: een koekoeksjong?                   

Een maand of wat geleden luidde de beroepsvereniging van bedrijfsartsen, de NVAB, de noodklok. In een brandbrief aan zowel minister Asscher van Sociale Zaken als Schippers van VWS wordt dringend aandacht gevraagd voor het feit 'er binnenkort acht NVAB richtlijnen de gebruikelijke wetenschappelijke geldigheidstermijn van 5 jaar ruim hebben overschreden'.
 
Ja, daar schrik je als minister toch wel even van. Heftig.
Aangezien de NVAB onvoldoende bij kas zit om de actualisatie van deze richtlijnen zelf te betalen (richtlijnontwikkeling blijkt namelijk een erg dure hobby te zijn), en de andere subsidie-infusen intussen zijn opgedroogd, doet zij nu een dringend beroep op de overheid voor subsidie.
 
 
 
O, zit die zo. Tja, dat wordt een beetje lastige zaak, gezien de toch wat precaire economische situatie waarin Nederland zich nu bevindt en de bezuinigingen die moeten worden doorgevoerd.

Deadline: 1 januari 2014

Maar - en nu komt de aap uit de mouw - indien de actualisatie van de richtlijnen niet op tijd wordt afgerond is de NVAB genoodzaakt om deze richtlijnen per 1 januari 2014 in te trekken.
 
Hé, lezen we dat nou goed? Richtlijnen intrekken? Gaan we nu een potje lopen dreigen? Interessant gegeven overigens: het zou een unicum zijn! Een wetenschappelijke beroepsgroep, die een streep trekt.   
     
Dat intrekken van die richtlijnen heeft grote en vergaande consequenties, aldus de NVAB. Niet alleen voor de dagelijkse praktijk van de bedrijfsartsen, maar ook van de verzekeringsartsen, en de toetsing van medische deel van de reïntegratie (Wvp en Wia).
 
Ho, ho, ho, dames en heren van de NVAB, overdrijven we nu niet wat? Uit recent onderzoek met de passende titel: waarom NVAB richtlijnen niet worden gevolgd - een kwalitatief onderzoek naar het oordeel van bedrijfsartsen (Plomp, TBV sept 2012) blijkt dat ongeveer de helft van de bedrijfsartsen de richtlijnen niet uitvoert omdat deze juist niet bij die dagelijkse praktijk blijken aan te sluiten!
 
 

Drie opties

Tijd voor de tussenstand in dit debatje: Hmm, komt allemaal toch behoorlijk opgeklopt over. Timing en toon zijn bovendien niet goed. En: waarom wil een wetenschappelijk beroepsvereniging aan een overheidssubsidie infuus liggen?  
 
Op weg naar de oplossing dan maar. Hoe nu verder ?
Er tekenen zich een drietal opties af:
  1. De laat- maar -waaien- optie:  gewoon doen alsof de brief niet verstuurd is. Dat lijkt het beste, want de brandbrief is categorie beetje dom. Dus: brief in de onderste la leggen en het er niet meer over hebben.
  2. De paradoxale optie: De ministerie antwoordt de NVAB officieel dat de minister helaas niet op het verzoek in kan gaan (omdat .. en gezien ...) en gaat daarna over tot de orde van de dag. De NVAB is dan 'gedwongen' hun dreigement van intrekking door te zetten, want: wie a zegt moet b doen. Bovendien: grote jongens huilen niet. Dus intrekken die richtlijnen. Dat brengt de NVAB in een lastig parket. Want: welke sluitende argumentatielijn heeft zij ter beschikking om dit soort besluiten te kunnen cq mogen nemen. Is zij uberhaupt geautoriseerd om zo iets te kunnen cq mogen doen en hoe serieus neem je jezelf als beroepsvereniging als je tot dergelijke acties overgaat ?
  3. De pas-op-de-plaats optie: De huidige richtlijnontwikkeling bij de bedrijfsartsen lijkt op een koekoeksjong en is verworden een 'industrietak' die buitensporig veel geld opslokt. De dagelijks praktijk is het kind van de rekening en komt in het hele verhaal nauwelijks voor.
Juist de huidige opzet, en structuur vormen dé belemmering tot verbetering, innovatie en vernieuwing.
 
 
 
Er moet tegenwicht worden geboden ten opzichte van het doorgeschoten EBM denken, waarvan het 'schriftgeleerde'/true believers-gehalte sterk stijgende is. Niets dodelijker voor innovatie als de EBM mantra '' 'Can you provide me with the evidence for what you just said…? '
 
Een grondige en fundamentele reflectie op de zin en onzin, plussen en minnen van de huidige opzet is daarom noodzakelijk. Innovatie in de praktijk moet weer leidend worden. Kortom: eerst bezinnen, alvorens verder te beginnen.

Your votes please

Optie twee lijkt mij overigens een aardig experiment om mee te starten. Doorschakelen naar optie drie volgt daarna vanzelf.
 
Wat zou U kiezen?

dinsdag 6 augustus 2013

Basispakket kleiner, eigen bijdrage omhoog ? Wat vinden economen ervan ?

Me Judice is een discussieplatform voor economen. Regelmatig start deze interessante site panel discussies over belangwekkende maatschappelijke vraagstukken.





Zo is recent uitgebreid gediscussieerd over de zorg. Wat te doen in deze financieel benarde tijden ?
Op zoek naar voors en tegens van de verschillende opties ? Neem eens de tijd om langs te wippen op deze site. Zeer de moeite waard.

Me Judice Economenpanel: Zorgen om de zorg van morgen

21 jan 2013

De Nederlandse politiek staat voor de opdracht om de kwaliteit van de zorg te handhaven en tegelijk betaalbaar en toegankelijk te houden in een omgeving waarin de zorgkosten stijgen. In Nederland wordt 83% van de zorg collectief gefinancierd, vooral vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Om de dilemma’s van de houdbaarheid van het zorgstelsel zichtbaar te maken zijn de volgende stellingen aan het Me Judice Economenpanel voorgelegd:
Noot: zie ook het begeleidende artikel: “Me Judice Economenpanel: zorgen om de zorg van morgen”.

Stelling 1

Voor de financiële houdbaarheid van het zorgstelsel is de combinatie van een kleiner basispakket en hogere eigen bijdragen van patiënten onontkoombaar.

Stelling 2

Samenwerking tussen zorgaanbieders moet bij handhaving van de mededingingswet door de NMA worden ontzien.

Stelling 3

Het is in het belang van een houdbaar zorgstelsel als alle medisch specialisten in loondienst komen van het ziekenhuis.

CVZ topman: Basispakket kleiner - De discussie gaat nieuwe fase in


Interessant nieuws van Medisch Contact:
CVZ-topman: basispakket wordt kleiner

Het basispakket zal komende jaren worden ingekrompen. Daarvoor waarschuwt bestuursvoorzitter Arnold Moerkamp van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ)vandaag in de Telegraaf.  Het CVZ adviseert de minister van Volksgezondheid over de samenstelling van het basispakket, waarin de medische behandelingen die standaard worden vergoed door de zorgverzekeraars zijn opgenomen.

Volgens Moerkamp zullen de komende jaren meer gericht zijn op de inkrimping van het pakket dan op de uitbreiding ervan. ‘De vraag is nu wat er uit het basispakket gaat, niet meer wat erin komt.’ Dat is structureel anders dan in het verleden, stelt de topman van het CVZ. ‘We komen uit een periode waarin verzoeken tot toelating van een bepaald middel in het pakket meestal leidden tot positieve adviezen. Dat is niet meer zo. Mede door de economische crisis zijn dingen in een ander perspectief komen te staan.’

Moerkamp betreurt de commotie die vorig jaar ontstond als gevolg van het mogelijk schrappen van de medicijnen voor de ziekte van Pompe en Fabry. In een uitgelekt conceptrapport opperde het CVZ de mogelijkheid de vergoeding van die dure medicijnen te staken. ‘We hebben de impact van onze bevindingen en suggesties vorig jaar enorm onderschat’, aldus Moerkamp. Hij stelt dat het adviescollege in de toekomst meer oog zal hebben voor de impact van een maatregel op de betrokken patiënten. ‘Alleen een wetenschappelijke benadering is niet genoeg om een beslissing op te baseren.’

bron: Medisch Contact 6-8-13
auteur: Mathijs Smit "

 

Wat er wel en of niet in het basispakket verzekerde zorg zit geeft vaak aanleiding tot heftige  maatschappelijke discussies.

Een goed voorbeeld is de ophef rond de vergoeding van (bepaalde) behandelingen van de ziekte van Pompe en Fabris. Maar ook of bijvoorbeeld behandeling van beroepsziekten cq werkgebonden aandoeningen onder het basispakket verzekerde zorg vallen. Erg actueel is de discussie over de behandelingen in de ggz. Men leze daarover bijvoorbeeld het laatste advies van het CVZ -advies geneeskundige geestelijke behandeling deel 2

Maar: hoe zit het eigenlijk in elkaar ? Wie heeft welke taak ?

Base line: Het College voor Zorgverzekering ,CVZ is pakket beheerder, en doet voorstellen aan de minister van VWS, die op haar beurt verantwoording aflegt aan de Tweede Kamer, die op haar beurt  weer kan bepalen wat er wel/niet in komt op basis van de op dat moment heersende krachtverhouding in het parlement.

 
Onderstaand de belangrijkste teksten daarover van het CVZ

'Het CVZ adviseert de overheid over de inhoud en omvang van het wettelijk verzekerde zorgpakket. In dat kader verduidelijkt het CVZ welke zorg wel of niet mag worden gerekend tot de verzekerde aanspraken Zvw en AWBZ. '

'In het beoordelingstraject gaat het CVZ daarvoor via consultaties de dialoog aan met de betrokken partijen in de zorg. Die partijen kunnen via de consultatieagenda's volgen wanneer het CVZ welke onderwerpen behandelt en afrondt'

'Als pakketbeheerder heeft het CVZ tot doel om de burger een duurzame toegang tot de wettelijke zorgverzekeringen en een passende inhoud van het wettelijk verzekerde basispakket te garanderen '

'De medisch noodzakelijke zorg uit de Zvw heeft de overheid vastgelegd in het zorgpakket. Welke zorg dit precies is werken de verzekeraars uit in de zorgpolis. De soort polis bepaalt of de verzekerde zelf een zorgverlener mag kiezen. Voor het gebruik van zorg geldt een wettelijk verplicht eigen risico. In sommige gevallen moet de verzekerde een eigen bijdrage betalen'.


Geïnteresseerd in meer achtergronden ?
Lees de discussie op het economen forum Me Judice waarin economen met elkaar in de slag gaan op basis van stellingen over zorgen voor de zorg van morgen. Bekijk het economen panel en de uitslagen van de stellingen discussie - de moeite waard om eens nader te bestuderen

vrijdag 2 augustus 2013

Is veel flex eigenlijk te flex ? en dus toch maar liever een 'vaste' flexpool ? over geworstel in de polder

Een interessant signaal vanuit de werkvloer van Bv Nederland.

Als de flexibele schil te groot en te wisselvallig is/wordt levert dat natuurlijk weer problemen op. Dus op zoek naar een nieuw optimum.

Dat kun je opmaken uit het onderstaande bericht van consultantbureau Kirkman, zoals gepubliceerd op www.consultancy.nl ( een heel aardige website).


Vaste flexpool gunstig voor bedrijven
 
 
30 juli 2013 Consultancy.nl
       
Bedrijven hebben baat bij het werken met een pool van vaste flexwerkers. De juiste balans tussen vaste en flex medewerkers levert organisaties flexibiliteit in hun arbeidspool en zekerheid over de geleverde kwaliteit. Belangrijke randvoorwaarde is dat flexwerkers gelijk worden behandeld ten opzichte van vaste werknemers. Dit blijkt uit een onderzoek van Kirkman Company en Kim Kronenburg, afstudeerder aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR).
De twee bedrijven onderzochten hoe arbeidspools zijn opgezet binnen 9 grote organisaties, waaronder Essent, Heineken, DAS, BAM, Merck en Sigra.

Volgens Renee Duijf, HR-expert bij Kirkman Company, bevestigen de resultaten een trend die al geruime tijd zichtbaar is in de markt. “Veel bedrijven waar wij mee werken zijn hun arbeidspool anders aan het organiseren dan voorheen”.

Flexibele schil

Een van de belangrijkste veranderingen binnen de arbeidspool is het opbouwen en onderhouden van een vaste flexibele arbeidscommunity. Hierdoor wordt niet alleen flexibiliteit gecreëerd voor werkgevers, maar ook zekerheid. Zo hebben werkgevers naast directe toegang tot (tijdelijke) arbeidskrachten ook een ‘zekerheid’ van gekwalificeerde mensen die graag bij hun organisatie willen werken en de gewenste kwaliteit kunnen leveren. “Flexibiliteit en zekerheid zijn twee belangrijke speerpunten voor werkgevers” aldus Duijf.

Gelijkwaardige behandeling

Als gevolg van de toename aan flexwerkers de afgelopen jaren is er een groeiende behoefte om de arbeidsverhoudingen zo goed mogelijk te regelen. Het onderzoek toont aan dat een gelijkwaardige behandeling het meeste oplevert. “Wanneer organisaties de flexwerkers hetzelfde behandelen als de vaste mensen in dienst, ontstaat tussen beide partijen meer binding en wordt aan een sterke werkgevers-werknemers-relatie gebouwd. Hierdoor komt een flexwerker, na een periode bij een andere organisatie te hebben gewerkt, ook weer eerder terug op de oude werkplek. De kennis die dan is opgedaan bij het andere bedrijf wordt toegankelijk voor de oorspronkelijke werkgever”.

woensdag 31 juli 2013

Verzuim beheersing - berichten uit de oude doos, maar nog altijd actueel - direct toepasbare stuff

Verzuimbeheersing blijft een actueel thema. Zeker nu het nog steeds loonsancties regent vanuit het UWV. Naar verluid heeft het UWV een 'interne doelstelling' van 30% loonsancties bij twee jaar arbeidsongeschiktheid. Dat is dus bijna één op de drie !

Daarnaast is de nieuwe ziektewet voor flexwerkers (Bezeva is de nieuwe te onthouden afkorting) in aantocht per 2014. Lees over de inhoud het volgende item , zoals weergegeven in Hr praktijk

Uit de oude doos, maar o zo actueel
Soms kom je heel aardige voorbeelden uit de oude doos tegen die weer aanleiding zijn tot reflectie op de actuele situatie







Zoals de uitgave Kijk op verzuimaanpak - 29 good practices van gemeenten uit 2004, ter afsluiting van het project arboconvenanten in de sector gemeenten met een mooi overzicht van de succesfactoren op maat: direct toepasbare stuff.

Aardige statements

over beleid:
Urk: niet afwachten, maar doen
Gouda: ziekteverzuim als spiegel van arbeidsomstandigheden
Smallingerland: werken moet als plezierig worden ervaren
Den Haag: aandacht voor balans tussen mens en organisatie


Over succesfactoren:
- onderzoek naar de interne communicatie. De medewerkers zijn hierover heel tevreden
- actie Bel de Baas - bij ziekmelding bel je de baas zelf.
- de Tom Poezen Club - deze club zonder formele status verzint listen om de aandacht voor verzuim 
  onder medewerkers en leidinggevenden te brengen.
- door een RIE kwam de takendiscussie op gang


zondag 28 juli 2013

Jan Moen over de problematiek bij zorgmanagers : over levelen, schakelen en snorkelen


De helft van de managers heeft geen idee hoe hij overkomt op anderen. Zorgwekkend, volgens Jan Moen. Als hoogleraar onderzoekt en adviseert hij managers in de gezondheidszorg. “Veel te weinig managers houden zichzelf een spiegel voor.”

Dit artikel is geschreven door Dominique Haijtema en gepubliceerd in Management Team ( 1 jan 2001)

Het wordt nu op weblog De Nieuwe Bedrijfsarts geplaatst in aansluiting en ter adstructie op het eerdere bericht over het rapport van IGZ over de problemen bij VUmc


Overvolle boekenkasten en een opgeruimd bureau met een grote kan koffie. Niets wijst erop dat hier – in een keurige nieuwbouwwijk in het dorpje Bleiswijk – soms pijnlijke en persoonlijke gesprekken worden gevoerd. Toch heeft Jan Moen in deze kamer geregeld bestuurders uit de gezondheidszorg op bezoek die dringend advies nodig hebben. Directeuren en managers in de zorg hebben het zwaar. Budgetten staan onder druk en managers zitten klem tussen de overheid die steeds nieuwe regels bedenkt en het eigen personeel. Ook hebben ze te maken met hoogopgeleide, eigengereide specialisten en mondige verpleegkundigen. Wie dan geen goede stijl van leidinggeven heeft, vliegt er snel uit, is de stellige overtuiging van Moen. Hij is hoogleraar management en organisatie van de gezondheidszorg aan de Universiteit van Tilburg en auteur van Leiden of lijden, waarvoor hij met honderden ‘falende’ zorgmanagers sprak. Naar zijn schatting ruimen jaarlijks zo’n honderd directeuren en divisiemanagers in de gezondheidszorg gedwongen het veld. Opvallend is dat veel directeuren het niet zien als hun positie wankelt. Moen werkt tevens al jaren als adviseur. Hij behandelt de problemen van managers in de zorg en analyseert hun gedrag en zelfbeeld. Met behulp van de life style inventory (lsi) brengt hij nauwkeurig in kaart hoe de zorgmanagers zichzelf zien en – wellicht nog belangrijker – hoe de directe omgeving over hem of haar denkt. Helaas komt dat niet altijd overeen. En dan zet Moen maar weer een kan koffie voor het volgende confronterende gesprek in zijn studeerkamer.


Stel dat u morgen begint als directeur van een ziekenhuis. Wat is dan het eerste dat u gaat doen?
“Ik zou in ieder geval niet beginnen met te zeggen wat ik allemaal ga veranderen. Niet van bovenaf redeneren, maar met heel veel mensen kennismaken, vooral met medisch specialisten en managers. Het grote gevaar is als je als nieuwe baas in een ziekenhuis meteen begint met te zeggen dat het er aan leiding ontbrak. En dat dat allemaal gaat veranderen. “Ik ken bijvoorbeeld een ziekenhuis waar veel problemen waren. De nieuwe directeur rolde tijdens de eerste bijeenkomst met het management en de medisch specialisten zijn mouwen op en zei: ‘Er zijn hier veel problemen, die ga ik aanpakken. Maar jullie moeten één ding weten: jullie hebben nu één baas en die baas ben ik.’ Na drie weken kon die vertrekken.”


U beweert dat een ziekenhuis veel moeilijker te leiden is dan een multinational als Unilever.
“Dat is misschien te wild, maar ik ben ervan overtuigd dat een ziekenhuis een organisatie is die heel moeilijk te besturen valt. Heel veel bestuurders uit het bedrijfsleven redden het niet in een zorginstelling. “Een ziekenhuis heeft te maken met wisselende markten, ingewikkelde wet- en regelgeving en een overheid als een windvaantje. Daar heeft natuurlijk iedereen last van. Maar waar het vooral om gaat is de interne cultuur en omgeving. Een ziekenhuisbestuur heeft te maken met medisch specialisten die door een maatschap ook financiële belangen hebben. Je moet zowel opkomen voor de belangen van het ziekenhuis als voor de belangen van de medisch specialisten. Je moet geen generaal zijn, maar een regisseur. Het belangrijkste is misschien wel dat je bereid moet zijn om macht te delen. Anders kan je het wel vergeten een ziekenhuis te besturen.”


Maar bestuur en medisch specialisten hebben toch een gezamenlijk belang: een goedlopend ziekenhuis?
“Daar heeft iedereen belang bij. Alleen is de cultuur anders, minder hiërarchisch dan in het bedrijfsleven. De professionals vinden dat ze autonoom zijn en dat anderen van hun scharrelruimte af moeten blijven. In veertig procent van de ziekenhuizen zijn er conflicten tussen bestuur en de medische staf die ze zelf niet goed kunnen oplossen.”


Wat zijn de belangrijkste vaardigheden voor bestuurders in de zorg?
“Gevoel voor sociale verhoudingen en het beïnvloeden van die verhoudingen. Talent is belangrijk en of je eigen zelfbeeld klopt met het beeld dat de omgeving van je heeft. Als er een discrepantie is tussen het zelfbeeld en hoe jouw omgeving je waarneemt, ben je een stuk minder effectief.”


Uit uw onderzoeken blijkt juist dat er vaak een enorme discrepantie heerst tussen het zelfbeeld van managers en het beeld dat de omgeving van hen heeft. Vindt u dat zorgwekkend? “Het zet je wel aan het denken. Directeuren en managers houden zichzelf te weinig een spiegel voor om te kijken wat het effect is van hun eigen gedrag. Je moet zorgen dat je medewerkers goed kunnen werken, een team vormen en de juiste dingen doen. Het gaat erom dat je zowel resultaat- als mensgericht werkt.”


Het opmerkelijke is dat managers zichzelf altijd beter beoordelen dan hun medewerkers dat doen. Nooit andersom.
“Dan heb je inderdaad een probleem. Je kan jezelf wel heel mensgericht vinden, maar als je omgeving het daar niet mee eens is, heb je toch een aandachtspunt in je ontwikkeling. Dan krijgen je medewerkers ook geen energie van je.”


Hoeveel managers hebben volgens u geen realistisch zelfbeeld?
“De helft. Dat is vrij veel. Het zijn tenslotte mensen die sturing moeten geven aan complexe organisaties.”


De manager heeft het de laatste tijd zwaar te verduren en ook in de zorgsector liggen managers al een tijd onder vuur. Kan je nog wel met goed fatsoen op een verjaardag vertellen dat je manager bent?
“Zo erg is het nou ook weer niet. Het is nu even veel in het nieuws. Misschien zijn er wel steeds meer managers gekomen omdat iedereen zich opeens manager begint te noemen. Maar de turbulentie en regelgeving in de markt is natuurlijk ingewikkeld. Er wordt veel van managers verwacht. Zij moeten aan externe verwachtingen voldoen en vanuit de organisatie wordt er ook steeds meer van ze gevraagd. Wij leven in Nederland in een cultuur waarbij managers steeds moeten onderhandelen met alles en iedereen.”


Hoe kunnen managers het beter doen?
“Er wordt te weinig aan opleiding gedaan. En dan met name op het persoonlijke en interpersoonlijke vlak. Op kennisniveau is het vaak dik in orde, maar hoe ga je met je angsten en onzekerheden om? Dat is veel meer bepalend voor je functioneren. Ik ben het dan ook met Henry Mintzberg eens dat de mba-opleidingen veel meer aandacht moeten besteden aan conflicthantering, leiderschap en andere zaken. Kortom: het ontwikkelen van je emotionele intelligentie.”


Bent u het eens met John Kotter dat bedrijven te veel worden gemanaged en te weinig worden geleid?“Ja. Iedereen wil natuurlijk liever een leider zijn dan een manager. Je wilt liever inspireren dan controleren. Maar de meesten zitten nog op het management- en niet op het leiderschapsniveau.”


U schrijft dat managers ‘bloemen plukken aan de rand van het ravijn’. Wat bedoelt u daarmee?
“Ik hou van metaforen. Als je de verkeerde bloemen plukt, kan je heel diep vallen zonder vangnet. Soms moet je de mooie bloemen laten zitten.”


Waar staan die bloemen dan voor?
“Er zijn dingen waar je je niet mee moet bemoeien. Je moet weten wanneer je in de gevarenzone zit. Er zijn te veel managers die achteloos door het landschap wandelen en niet doorhebben dat ze diep kunnen vallen.”


Uit uw onderzoek blijkt dat veel managers niet zagen aankomen dat ze zouden worden ontslagen. Hoe kunnen managers dit voorkomen?
“Door coaching en intervisiegroepen waarbij managers uit verschillende sectoren van elkaar leren. De meeste problemen zijn tenslotte herkenbaar voor anderen. Ik ga geregeld met managers uit de zorg op bezoek bij het bedrijfsleven. En dan komen de bestuurders uit de zorg erachter dat daar de klant op nummer een staat. Weten wat de klant wil en denken vanuit de klant. Daar kunnen ze veel van leren. “Verder is het belangrijk dat je een visie ontwikkelt en leert te luisteren en doorvragen. De meeste medewerkers vinden niet dat hun baas naar hen luistert of vragen stelt. Managers die goed observeren zijn een stuk effectiever. Oudere managers doen vaak alleen nog maar cursussen op inhoudelijk niveau, terwijl ze beter een cursus persoonlijke ontwikkeling kunnen volgen.”


U schrijft ook dat in Nederland vergaderen bijna synoniem is met managen.
“Ja, er wordt veel te veel vergaderd. Het zit diep in de cultuur van Nederlanders. Zelfs op de voetbalclub vergaderen ze van acht tot een en het gaat over van alles, maar niet over voetbal. Men gaat ervan uit dat als het besproken is, het ook gebeurt. Maar dat is natuurlijk niet zo. Ik ken niemand die blij wordt van vergaderen. Het frustreert en blokkeert alleen maar. Eén-op-één worden veel betere besluiten genomen.”


U heeft het vaak over ‘levelen’ met medewerkers en professionals. Wat bedoelt u daarmee? “Om een voorbeeld te noemen: een kinderarts praat nooit vanuit de hoogte met een kind met zijn witte jas. Die trekt hij uit en gaat door de knieën om op ooghoogte met het kind te praten. Dat leren agenten tijdens hun opleiding ook. We levelen ons hele leven, maar je moet bewust levelen. Je moet in staat zijn contact te maken met mensen.”


Een effectieve bestuurder moet ook goed kunnen ‘snorkelen’.
“Ja, dat betekent dat iemand niet alleen naar de rationele kanten van de organisatie kijkt, maar ook in staat is ‘onderwater’ te kijken naar de gevoelens en de machtsverhoudingen. Vrouwen zijn trouwens beter in staat om te snorkelen.”


Wat is uw belangrijkste advies aan zorgmanagers?
“Van krampachtig gedrag naar ontspannen gedrag komen. Veel bestuurders zijn te krampachtig. Ik zag laatst een directeur van een ziekenhuis op televisie waarvan een afdeling gesloten moest worden. Hij gedroeg zich als een muis en zei: ‘Ik ben hier eigenlijk niet de baas want de mensen zijn hier niet in loondienst.’ Onzin, hij is wel verantwoordelijk en moet zich ook zo gedragen. Het gaat erom hoe jij je gedraagt als je onder druk komt te staan. Mooi weer zeilen kunnen we allemaal.”


Kun je van een muis een krachtige bestuurder maken?
“Er zijn natuurlijk hopeloze gevallen. Je kunt geen spectaculaire veranderingen teweegbrengen. Maar je kan wel leren minder passief te worden en minder in de verdediging te schieten. Het is voor managers erg moeilijk om te zeggen dat ze het gewoon even niet weten of iets ingewikkeld vinden. Bestuurders hebben het ook veel te vaak over beleid en nota’s en te weinig over de echt belangrijke menselijke processen. Ziekenhuizen zijn tenslotte te weinig vanuit de klant of medewerker georganiseerd.”


Wanneer wordt leiden lijden?
“Dat is een lastige vraag. Ik denk als je wegvlucht voor je zwakke eigenschappen. Je moet weten wat je zwakke kanten zijn en daar iets aan doen.”


Wanneer verdient iemand het brevet van leiderschap?
“Als iemand goede resultaten boekt op een manier waarbij anderen zich kunnen ontwikkelen. Dus levelen, schakelen en snorkelen.”

VUmc - Harde noten gekraakt door de IGZ - Inspectie voor de Gezondheidszorg

Weblog De Nieuwe Bedrijfsarts : 'De zorg' is één van de grootste werkgevers van Nederland. Maar voor de bedrijfsarts is 'de zorg' vaak een handenbinder. Al jaren ligt het verzuim en de Wia instroom hoger dan het landelijke gemiddelde. Vaak spelen samenwerkingsproblemen en organisatieperikelen een grote rol daarbij.

Ziekenhuis
Met name ziekenhuizen zijn complexe organisaties, waar talrijke organisatie adviseurs hun tanden al op hebben kapot gebeten.

Leon Lodewick bijvoorbeeld. Ervaren oude rot in de ziekenhuiswereld. Hij schreef er een interessant boek over  - Ziekenhuizen veranderen - (2008), waarin hij uitgebreid op deze complexe problematiek ingaat (aanrader).

Of neem Marcel Wanrooij. Wanrooij is gespecialiseerd in de professionals /medische specialisten. Lees het aardige artikel : Tijdig de bakens verzetten - over professionalsering van de medische maatschap)

Ook Jan Moen is een bekende in zorgwereld en schreef het inzicht gevende  'Kleur Bekennen- kleedkamergesprekken over leiderschap( ook al zo'n aanrader) . Neem meteen dan ook Leiden of lijden - het handelingsrepertoire van de manager ( in de zorg) mee. Over hoe je als manager/directeur  kunt' levelen of snorkelen'.

Lange reeks in Medisch Contact
De laatste tijd komen opspelende problemen steeds vaker in het nieuws. Men denke aan het Ruwaard van Putte, het Maasstad of het Slotervaart ziekenhuis. Maar met gemak kan het rijtje aanzienlijk langer gemaakt worden. Bijna maandelijks bericht het Medisch Contact over al weer een 'uit de hand gelopen situatie'. Tot groot ongenoegen van zowel directies/bestuurders als medisch specialisten.

Een kort overzichtje is te vinden in de archieven van Zorgvisie


En nu: VUmc - een tussenstand

Dit weekend 'verblijdde' het IGZ ons met een hard rapport over het VUmc.  De bedrijfsartsen van het Vumc ( het is een interne arbodienst) zullen hun handen meer dan vol aan hebben gehad.


De nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur Wouter Bos kan aan de bak en wordt meteen geconfronteerd met de hamvraag of het plan om samen te gaan/fuseren met het AMC wel zo'n verstandige zet/idee is.

Ach: de vraag oproepen is hem beantwoorden. Bos kan te rade gaan bij Hans Schenk - hoogleraar economie van de Universiteit van Utrecht, die uitgebreid onderzoek deed naar de succes (weinig) en faalfactoren (heel veel) bij dergelijke mega fusies. Lees ook bijvoorbeeld: vijf visies over fusies

Voor de goede orde: onderstaand het bericht over het VUmc zoals gepubliceerd door Zorgvisie


IGZ over macht en conflicten in VUmc
     
              
Voor de vorige raad van bestuur en een aantal medisch specialisten van het VUmc waren macht, eigenbelang en conflicten belangrijker dan de veiligheid van patiënten. Dat staat in het IGZ-rapport over het verscherpte toezicht op VUmc.
IGZ over macht en conflicten in VUmc
Foto: IGZ

De Inspectie voor de Gezondheidszorg wil met de publicatie van het rapport 'Met de patiënt voor ogen' bereiken dat andere zorginstellingen soortgelijke situaties als bij het VUmc leren herkennen, voorkomen en/of herstellen.

Afstand bestuur tot werkvloer

In het VUmc konden conflicten tussen medisch specialisten voortwoekeren, omdat de raad van bestuur niet ingreep. De afstand tot de werkvloer was te groot, waardoor het bestuur vaak niet op de hoogte was van wat er werkelijk speelde op afdelingen. Als het bestuur wel wist van problemen, werd er niet ingegrepen. Er was een gebrek aan leiderschap van hoog tot laag. Het bestuur tolereerde onder meer onduidelijkheid rond het hoofdbehandelaarschap en het niet houden van multidisciplinair overleg.

Patiëntveiligheid

Het oplossen van de problemen van VUmc gaat volgens de IGZ veel verder dan het aanpakken van het conflict tussen medisch specialisten. 'Patiëntveiligheid moet veel meer centraal staan in plaats van de eigen organisatie en de nadruk op eigen kunnen. Van verdedigen van het eigen handelen bij klachten naar een professioneel systeem dat verbeteringen mogelijk maakt door belang te hechten aan feedback en reflectie.'

Cultuuromslag VUmc

Volgens de IGZ is er een cultuuromslag nodig in het VUmc. De inspectie heeft tijdens het verscherpte toezicht - van augustus 2012 tot maart 2013 - geconstateerd dat medisch specialisten zich niet met elkaars werk bemoeien en elkaar onvoldoende  aanspreken. 'Medewerkers gaan vriendelijk met elkaar om en tonen conflictmijdend gedrag. Dat biedt "stevige ego's" de ruimte om te gedijen, met als gevolg animositeit en conflicten.'

Cultuur van veilig melden

In de ogen van de IGZ is het VUmc op de goede weg, maar het ziekenhuis is er nog lang niet. De inspectie blijft de uitvoering van de verbetermaatregelen nauwlettend volgen. Speciale aandacht gaat onder meer uit naar het melden en behandelen van calamiteiten. Het was de IGZ niet duidelijk met welke maatregelen VUmc de cultuur wil aanpassen zodat medewerkers zich vrij voelen om incidenten, calamiteiten en ongerustheid te melden. De inspectie benadrukt dat een cultuur van veilig melden cruciaal is voor veilige patiëntenzorg.
 
download: rapport: IGZ_VUmc

artikel: Zorgvisie - zo 28 juli 2013
zie     : rapport IGZ - over Vumc

zaterdag 27 juli 2013

Meest voorkomende beroep van mannen: vrachtwagenchauffeur

 
Zomaar een weet vraagje: wat is het meest voorkomende beroep onder mannen ?