maandag 27 februari 2012

Bedrijfsgezondheidszorg - de toekomst is nu - commentaar en duiding van Reijer Pille van de Falke Verbaan Groep

Bedrijfsgezondheidszorg – de toekomst is nu !

De toekomst is misschien dan wel van nu, maar de klant niet van gisteren, en dus … ?

In juli 2011 – nu zo’n negen maand geleden - bracht het adviesbureau IG&H het rapport ‘Bedrijfsgezondheidszorg – de toekomst is nu’ uit. Al eerder is op deze weblog daar aandacht aan besteed. Dit rapport kan mooi als opstapje voor de discussie over deze toekomst van de arbodienstverlening en bedrijfsgezondheidszorg worden gebruikt.


En: daar is alle reden toe, gezien recente ontwikkelingen als de overname van Achmea Vitale door Zorg-voor-de-Zaak en de intredende malaise bij de Arbo Unie.

Reden voor weblog De Nieuwe Bedrijfsarts (DNB)om Reijer Pille, directeur/eigenaar van de Falke Verbaan Groep,en een goed ingevoerde expert een zestal vragen over dit rapport voor te leggen.


Over de krimpende markt:

De constatering van IG&H is dat de arbodienstverlening een krimpende markt is vol met spelers die 'alles voor iedereen doen'bij vooral veel ongeïnteresseerde (low interest) klanten. Hoe kijk jij tegen deze werkelijkheid aan ?

Reijer Pille: ‘Doordat de grenzen tussen de klassieke arbomarkt, HR markt en de zorgmarkt vervagen kun je niet zeggen dat de markt krimpt, eerder dat deze verwaterd. In deze economische tijden zien we geen ongeïnteresseerde klanten: effectieve dienstverlening levert geld op. Wel heeft de klant bij een aantal dienstverleners onvrede over de resultaten. De grote traditionele spelers willen nog altijd het concept dat ze alles voor iedereen willen doen niet loslaten. Zij weigeren zich te specialiseren en verliezen op dit moment ook marktaandeel’.

Over de winnende bedrijfsstrategie:

Inzetbaarheid is hét thema waar veel aanbieders op in zetten, aldus de analyse van IG&H.In de visie van IG&H komt/is deze focus te vroeg. Aanbieders richten zich te veel op de lange termijn problemen in de arbeidsmarkt en te weinig op de korte termijnproblematiek. Dit is naar de visie van IG&H geen winnende bedrijfsstrategie. Hun stelling is: arbodiensten kampen met een verouderd model en zoeken massaal de uitweg in 'inzetbaarheid'.

Reijer Pille:’ De arbomarkt kenmerkt zich door het gebruik van containerbegrippen waaraan bovendien door verschillende partijen verschillende betekenissen worden gekoppeld. Dit leidt tot miscommunicatie en verschil in verwachtingen. Dat aanbieders zich te veel richten op de lange termijn problematiek herken ik niet. Ondanks het gebruik van termen als inzetbaarheid is de focus in de praktijk bij veel aanbieders nog altijd gericht op de korte termijn, al is hier bij de klant wel een kentering in te zien’.

Over de waardeketen:

IG&H beschrijft een waardeketen bestaande uit 8 elementen, te weten:strategisch HRM beleid(1),risico management(2),preventie(3),verzuim melding(4),case management(5),(medische)interventie(6),reïntegratie(7)en out placement(8).Is dit een bruikbare praktische beschrijving van de waarde keten ?

Reijer Pille: ‘Deze acht elementen zie ik niet als een waardeketen. Het zijn wel allemaal belangrijke onderwerpen in het kader van inzetbaarheid. De elementen zijn wellicht in een keten te plaatsen, maar de vraag is of je dit moet willen. Risico bestaat op situaties zoals 'integrale arbozorg'. Dit type elementen plaatsen in een waardeketen heeft meestal geen positief effect en is meestal geen goede basis voor een duurzaam verdienmodel’

Over marktherstel:

De inschatting van IG&H is dat marktherstel voorlopig niet in zicht is en beschrijven daarop vijf factoren die de toekomst van de markt gaan bepalen: de wetgever(1),de arbeidsmarkt(2),de economische ontwikkelingen(3),de maatschappelijke opinie(4)en het gedrag van aanbieders(5).Dat lijkt op het eerste gezicht allemaal navolgbaar,maar ook weinig stuurbaar.Want wie heeft wat nu in de hand of anders gesteld: wat kun je zelf naar je hand zetten ? Dus een mooie analyse, maar niet bruikbaar ?

Reijer Pille: ‘De oude arbomarkt zal niet meer terugkomen, dat is wel zeker. Er zijn echter ook partijen die floreren in de huidige markt. De markt is in beweging en de markt zal altijd in beweging blijven. Oude tijden herleven niet. Dienstverleners die zich kunnen en willen aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen zullen zich goed kunnen handhaven in de markt’.

Over de scenario’s:

IG&H beschrijven een drietal elkaar uitsluitende scenario's: scenario 1: de grote groei, scenario 2: de tweedeling en scenario 3:de aflopende zaak. De inschatting van IG&H neigt sterk naar het aflopende zaak scenario. Deel jij hun inschatting ? en wat zie jij als mogelijke 'drivers ?

Reijer Pille: ‘Ik zie dit niet als uitsluitende scenario's. Er zullen verschillende scenario's zijn. De twee belangrijkste zullen naar mijn verwachtingen zijn diversificatie en specialisatie. De netwerkorganisatie is een voorbeeld dat beide kenmerken in zich heeft. Het is daarnaast een feit dat casemanagement bedrijven naast eigen regie dienstverleners in de markt kunnen staan en dat voor beide type dienstverleners een markt is.

Over de aanbieders:

IG&H beschrijven een zestal aanbieders: arbodiensten(1),verzuimverzekeraars(2), netwerkorganisaties(3), zorgverzekeraars(4), volmachtkantoren(5)en specialisten(6). Allemaal met hun natuurlijke domeinen. Deel jij deze indeling, wie zijn de belangrijkste spelers en wie zijn de (komende ) dalers en stijgers ?

Reijer Pille: ‘Alle bovengenoemde type organisaties zullen blijven bestaan.

* de klassieke arbodiensten zijn dalers

* verzuimverzekeraars zijn stijgers

* netwerkorganisaties zijn stijgers

* zorgverzekeraars zijn stijgers

* volmachtkantoren zijn stijgers

* specialisten zijn stijgers

De verzuimverzekeraars en volmachtkantoren krijgen meer markt omdat de WIA steeds meer privaat wordt. Van netwerkorganisaties zijn er eigenlijk twee varianten hierin: de verkapte arbodiensten en de echte netwerkorganisaties waarbij meerdere aandeelhouders betrokken zijn. Met name de laatste variant zal stijgen in marktaandeel. Door de verwatering in de markt krijgen zorgverzekeraars meer ruimte. Veel activiteiten van een arbodienst vallen tenslotte onder de zorgverzekeringswet. Tot slot is er een behoefte aan duidelijk herkenbare en gespecialiseerde diensten’.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten