donderdag 9 februari 2012

Wat maakt een goede bedrijfsarts ?

Out of the box

Wat maakt een goede bedrijfsarts ? Deze vraag kwam aan de orde bij onze laatste intervisiebespreking. Intrigerende vraag. Want, wat zijn nu eigenlijk dé basisingrediënten voor het meesterschap ?

Collega’s passeerden virtueel de revue. Een onderscheid tussen goed, gaat en ‘die-heeft-het –echt- niet (in de vingers)’ bleek toch verrassend snel te maken. Maar op basis waarvan eigenlijk?

De goede bedrijfsarts, zo fabriceerden we, kan vooral goed luisteren, heeft oprechte interesse in mens, werk en organisatie, is ruimte latend, coachend ingesteld en oplossingsgericht. Allemaal slecht meetbaar, en nauwelijks passend in functiebeschrijvingen en competentiemodellen.

Op de weg terug naar huis - laat die avond - mijmerde ik in de auto nog wat na over dit vraagstuk. Is meesterschap wel leer en/of trainbaar? Of is het een kwestie van dat je ‘het’ wel of niet hebt ? en: zou er een soort onderscheid te maken zijn in goedwillende amateurs, eerste divisie- en eredivisie spelers?

Maar ook: hoe groot zou de afdeling ‘brandhout’ - zoals oud McKinsey topman Mickey Huybregtsen dat altijd zo plastisch noemde - onder de bedrijfsartsen zijn ? 5 of 10 %, dus in grootte: 100-200 collega’s ?

Tja, en zou er ook zo iets zijn als een ‘goede’ wetenschappelijke beroepsvereniging ? is de NVAB te typeren als een goedwillende amateur, een middenmoter of eredivisiespeler ? Maar in welke divisie speelt de NVAB eigenlijk ? en op welke speelveld ?

Zeker, de NVAB speelt aardig haar deuntje mee in de KNMG League en solliciteert al een tijdje naar een basisplek in de Z(zorgsector) Divisie. Maar de arbodienstverlening speelt zich af in een andere, de PSF(Professionele Service Firm) divisie. En in de zakelijke dienst verlening gelden nu eenmaal andere regels, en andere waarden. Dus: verkeerde divisie, verkeerde speelveld ?

Ik kom daarop naar aanleiding van het rapport over de adviesfunctie van de bedrijfsarts. Het ‘dokters zijn’ wordt (wederom) benadrukt als unique selling point: ‘de bedrijfsarts is primair dokter; adviseren is een ‘tweede’ kwaliteit’.Tja: als achtergrond belangrijker is dan prestatie en/of resultaat krijg je dit soort stellingnamen. Niet dat de klant daar iets mee opschiet, maar dat schijnt er minder toe te doen. Wijst het op een dieper liggende identiteitsproblematiek ? Is de NVAB bedrijfsarts zo onzeker over haar adviesrol dat zij daarom graag terugwil naar de warme moederschoot van de zorg ?

Ander voorbeeld: Case managers blijken maar wat aan te prutsen. KNMG Consult schrijft in opdracht van NVAB een boos rapport. ‘Bedrijfsarts kan wettelijke taak niet vervullen’ luidt de kop. NVAB voorzitter Rodenburg betreedt het speelveld en schiet hard de bal in: ‘Je kunt niet instaan voor verzuimbegeleiding als je niet als bedrijfsarts de regie hebt !’ en ‘Als er geen einde komt aan het niet of te laat inschakelen van de bedrijfsarts bij verzuim zien de Nederlandse bedrijfsartsen geen ander mogelijkheid dan in voorkomende gevallen geen verantwoordelijkheid bij verzuimbegeleiding te nemen’.


Prachtige goal in de ogen van de eigen fans. Maar: doelpunt, op het verkeerde speelveld, in de verkeerde league en dus: afgekeurd ? Want: als je als bedrijfsarts cq arbodienst dat contract niet vindt deugen, is er niemand die je belet dat contract niet aan te gaan of het gewoon op te zeggen. Dat is namelijk de kern van de geliberaliseerde zakelijke arbodienstverlening. Bovendien: opzeggen, daar dreig je niet mee, dat doe je (of niet)




Mijn hulpmiddel bij dit soort vragen: blijf niet in de (medische) box, maar denk en handel out of the box !


Verbind deze negen punten

door vier rechte lijnen te trekken

zonder je pen van het papier te halen









Dat kan op deze manier:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten