donderdag 11 juli 2013

Yalom - weergave van een recent interview in dagblad Trouw

 

Yalom - een bericht van de westkust
Het is al weer enige tijd geleden dat er in de Nederlandse media iets over Irvin D Yalom, de bekende Amerikaanse psychiater/schrijver verscheen. Maar recent publiceerde dagblad Trouw -  misschien wel de beste krant van Nederland - een interview van Monic Slingerland met Yalom, vanuit de tuin van zijn huis.
 
Tijd voor een kort moment van reflectie.
 
 
 


 

'Goed dat Spinoza niet online was'

 
De Amerikaanse psychiater Irvin Yalom behandelt mensen die aan doodsangst lijden met filosofische argumenten. 'Als het niet werkt, stuur ik ze door.'
   
De fiets van Irvan Yalom staat vooraan bij de open garagedeur. De nu 82-jarige psychiater en schrijver gebruikt hem elke dag voor tochtjes rond zijn huis in Palo Alto in Californië. Maar over de Golden Gatebrug in San Francisco fietst hij niet meer. "Dat is me tegenwoordig te steil."

Yalom blijft werken, al nam hij al jaren geleden afscheid als hoogleraar psychiatrie aan Stanford University. Elke middag ontvangt hij twee of drie patiënten, die doorgaans geobsedeerd zijn door de dood, of onmachtig om liefde te geven of te ontvangen. Yalom zet de levensvisie van filosofen als Epicurus, Spinoza of Nietzsche in om zijn patiënten weer vol in het leven te laten staan. Met boeken als 'Tegen de zon in kijken' of 'Scherprechter van de liefde' geeft hij zijn lezers de kans om mee te kijken.

Terwijl we door de tuin met oude bomen naar zijn werkruimte lopen, vertelt hij dat hij hier elke ochtend een paar uur schrijft. "Deze ochtend dus niet." Het interview verstoort zijn schema. Zelf gaat hij in zijn vaste stoel zitten waarin hij therapeutische gesprekken voert. Uitnodigend wijst hij naar de stoel van de patiënt. Na vijftig minuten - de standaardtijd van een therapeutisch gesprek - zal hij vragen of dit voldoende materiaal heeft opgeleverd.

In deze kamer schreef hij eindelijk over Baruch Spinoza (1632-1677), de Joodse filosoof die Yalom al jaren fascineert. Pas na een bezoek in Nederland aan Rijnsburg, het huis waar Spinoza leefde nadat hij uit de Joodse gemeenschap gestoten was, lukte het Yalom om zijn bevlogenheid in een roman te vertalen. Het grootste deel ervan berust op historische feiten, een enkele bijfiguur is door Yalom bedacht. In 'Het raadsel Spinoza', vorig jaar uitgekomen, beschrijft Yalom hoe de Duitse nazi Alfred Rosenberg een deel van de manuscripten van Spinoza redt van de vernietiging. Vlak voor het interview hoort Yalom dat 400 pagina's van de dagboeken van Rosenberg gevonden zijn.

Wat fascineert u zo in Spinoza?
"Hij was een outsider, uit de Joodse gemeenschap gestoten. Hij leidde een geïsoleerd bestaan. Het fascineert me ook dat hij boeken geschreven heeft die de wereld hebben veranderd. Ik gebruik in mijn boek 'Tegen de zon in kijken', waarin ik schrijf over mensen die doodsangst hebben, het woord rimpelingen. Dat beeld dat je door een steen in de vijver te gooien, golfjes veroorzaakt die ver doorgaan, dat helpt mensen om zich te verzoenen met de eindigheid, ook hun eigen dood. Met zijn boeken heeft Spinoza zulke rimpelingen voortgebracht, die ons nu nog bereiken."

Was dat isolement een voorwaarde voor Spinoza om te kunnen schrijven?
"Godzijdank was er geen internet in zijn tijd. Ik merk het zelf ook: steeds blijf je je mail checken. Ik heb vanochtend maar kort kunnen schrijven. Toen ik 'Nietzsches tranen' schreef zat ik op de Seychellen. Je hebt afzondering nodig."

In 'Tegen de zon in kijken' beschrijft u hoe u met de filosofie van Spinoza, en ook Epicurus, de doodsangst van uw patiënten probeert te bezweren. Is zo'n irrationele angst niet veel te sterk voor zo'n rationele benadering?
"Elk mens wil in leven blijven en we weten zeker dat we doodgaan. Doodsangst is dus reëel en niet uit te bannen. In mijn boek spreek ik over mensen die geobsedeerd zijn door de dood, die bij elk pijntje denken dat ze doodgaan, die in paniek raken als ze bloed moeten laten prikken. Zo'n angst verhindert mensen om echt te leven. Het paradoxale is dat het spreken over de dood, het omgaan met de dood en het onder ogen zien van de dood, mensen leert volledig te leven. Dat is tenminste mijn ervaring met terminale kankerpatiënten. Ik gebruik daarbij Epicurus, die schrijft dat de periode voor we begonnen te leven, net zo is als de periode na onze dood. Als we niet bang zijn voor die periode ervoor, waarom zouden we dat dan wel zijn voor wat erna komt?"

Werkt dat altijd? "Ik kies mijn patiënten zo uit, dat het bij hen werkt. Als ik na twee of drie sessies merk dat mijn aanpak niet aanslaat, verwijs ik door naar een collega."

Hebben religieuze mensen meer doodsangst?

"Dat hangt er vanaf hoe ze met religie omgaan. Wat mij betreft hebben we geen religie nodig om volledig te leven, zonder buitensporige angst voor de dood. We hebben ook geen religie nodig om ons verbonden te voelen, een essentiële voorwaarde voor levensgeluk. "

U schrijft dat sommige patiënten zich vastklampen aan religieuze voorstellingen, om vragen over de dood uit de weg te gaan. In uw boeken lijkt religie vooral over het leven ná de dood te gaan. Voor de meeste religieuze mensen die ik ken, gaat religie vooral over het leven vóór de dood. Hoe zit dat?

 "Ik ben, daar ben ik heel duidelijk in, een overtuigd atheïstische Jood. Atheïstisch sinds mijn dertiende. Anders dan bij Spinoza maakte mij dat niet tot buitenstaander. Mijn ouders hadden een kruidenierszaak in Washington, in wat nu een slechte buurt is. Ze waren te arm om de winkel op sabbat te kunnen sluiten. Je zou ze cultuurjoden kunnen noemen. Mijn vader zei dat hij niet meer in God kon geloven sinds de Holocaust.

"Ik krijg hier patiënten voor wie het geloof veel betekent. Pas nog een non, die het bidden miste. Mijn inzet is mensen te helpen. Als dat betekent dat ze iets aan hun geloof hebben, dan help ik ze daarbij. Mijn mening is daarbij niet van belang. Maar ik moet zeggen, die vraag die je me nu voorlegt, komt eigenlijk zelden aan de orde tijdens therapiesessies. Ik denk ook niet dat mensen die veel naar de kerk gaan mij opzoeken als ze problemen hebben.

"De opvatting dat het vasthouden aan een leven na de dood ons geen dienst bewijst, is al duizenden jaren oud. Je komt hem tegen bij Plato, de Stoïcijnen. Ik denk dat het gegeven dat er in de VS zo'n enorm sterke evangelisch-christelijke groepering is, de vooruitgang van ons denken wat dit betreft in de weg staat."

Bij het afscheid lopen we door het huis. Op de grond liggen stapels nog ingepakte exemplaren van een van de boeken van zijn vrouw Marilyn. Irvin Yalom en zij zijn al 67 jaar bij elkaar. "We kennen elkaar sinds we vijftien zijn."

Wat is het geheim van zo'n lang, goed huwelijk?

Even is hij stil. "We mogen elkaar. We respecteren elkaar. I like her."

Hij biedt een lift aan naar het station. In de auto ligt op de passagiersstoel een gesproken cursus confucianisme. Yalom draait die als hij naar San Francisco rijdt, een wekelijks ritje.

"Duizend jaar oosterse filosofie. Heel interessant."


bron: Dagblad Trouw - misschien wel de beste krant van Nederland

datum: 25/06/13, 00:00

interview: Monic Slingerland

plaats: PALO ALTO (CALIFORNIË)                            


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten