dinsdag 26 november 2013

En de bedrijfsarts ......


Merkwaardig toch, die terugkerende discussie over de onafhankelijkheid en financiering van de bedrijfsarts.

In 2010-2011 werd uitgebreid onderzoek naar de positie van de bedrijfsarts verricht. Het onderzoeksbureau Astri leverde een genuanceerd en gedegen rapport af met een ruime voldoende als eindcijfer voor de bedrijfsarts. Eindconclusie: ja, er zijn knelpunten, maar die zijn ook goed oplosbaar mits in samenhang bekeken en aangepakt.

Het idee was dat de discussie hiermee afgesloten kon worden en iedereen weer 'fris en vrolijk 'aan het eigen werk zou gaan. Maar dat was buiten de waard gedacht.

Recent gooide de FNV weer eens een steen in deze overvolle vijver middels het rapport Verzuimbegeleiding is corrupt.

Ook onder bedrijfsartsen woedt de discussie verder. Dat moge blijken  uit de twee onderstaande recente artikelen in het Financieel Dagblad.

Lees en maak zelf uw mind op. Wat zijn de plussen, wat de minnen. En de eindscore is: ...

Bron: FD  za 9 nov 13 opinie blz 10 - Pim Berkhout over bedrijfsarts

Pleidooi van vakbeweging voor onafhankelijke financiering bedrijfsarts onnodig en onzinnig
Geschreven door: Pim Berkhout
Veel bedrijven hebben een preventiebeleid, het ziekteverzuim is laag en er zijn weinig bedrijfsongevallen

De discussie over het ziekteverzuim in Nederland is weer in alle hevigheid opgelaaid. Niet omdat het zo hoog is, want het is historisch laag met gemiddeld minder dan 4%. Wel omdat het tv-programma Zembla en een FNV-meldpunt een aantal misstanden aan het licht hebben gebracht. Misstanden die inmiddels door de betrokken vakbonden, werkgeversorganisaties en beroepsverenigingen worden aangepakt.

Dat neemt niet weg dat de verzuimbegeleiding in Nederland in het algemeen prima functioneert. En het systeem is zeker niet corrupt, zoals de FNV beweert.

Het is eerder eenzijdig, omdat bijna alle activiteiten én kosten bij de werkgever terechtgekomen zijn. Het is juist die eenzijdigheid van de nieuwe sociale wetgeving die maakt dat sommige werkgevers naar andere communicatievormen met verzuimende werknemers zoeken. Enkele dubieuze verzuimbureaus en onbevoegde deskundigen hebben vervolgens voor zeer slechte beeldvorming gezorgd.

We hebben kennelijk niet goed door dat het sociale stelsel in Nederland behoorlijk is veranderd. Tot de jaren 80 van de vorige eeuw was het betrekkelijk simpel: werknemers en werkgevers betaalden premie voor de ziektewet (ingevoerd in 1929!) en dat geld werd via de bedrijfsverenigingen uitgekeerd aan de zieke werknemer.
De werkgever miste zijn werknemer natuurlijk wel, maar hij hoefde geen loon te betalen, dat nam de bedrijfsvereniging over. Omdat deze collectiviteit te weinig prikkels bood om het verzuim te beperken, liep het ziekteverzuim in Nederland eind jaren 80 zo hoog op dat premier Lubbers uitriep: ‘Nederland is ziek.’
Dat werd het startsein van een serie opeenvolgende wetten (in 1994 de Wet Terugdringing ziekteverzuim, in 1996 de Wet Uitbreiding- en vervolgens de Wet Verlenging Loondoorbetalingverplichting bij ziekte, 2004), die vooral de kosten van het verzuim bij de werkgever neerlegden. Het loon van de zieke werknemer wordt twee jaar doorbetaald, de werkgever betaalt de re-integratiekosten, en als de arbeidsongeschiktheid langer duurt betaalt de werkgever tot 12 jaar lang mee aan de arbeidsongeschiktheidsuitkering, zelfs als de betrokken werknemer allang uit dienst is gegaan.

Nederland is overigens het enige land ter wereld waar een werkgever zo’n verplichting heeft.

Niemand zal bestrijden dat het arbo- en verzuimbeleid in het algemeen succesvol is: veel bedrijven hebben een preventiebeleid, het ziekteverzuim is laag en er zijn weinig bedrijfsongevallen.

Het UWV houdt toezicht en legt sancties op als de werkgever en/of de werknemer te weinig aan re-integratie doet. En waar verschil van mening ontstaat biedt het UWV alle werknemers altijd toegang tot een volledig onafhankelijke, deskundige verzekeringsarts voor een zogenaamd deskundigenoordeel.

Het pleidooi van de FNV voor een onafhankelijke financiering van de bedrijfsarts is onnodig en onzinnig. Een geregistreerde bedrijfsarts is een volstrekt onafhankelijke deskundige. Dat is geborgd in de certificatie van zijn (arbo) dienst en in de gedragsregels van zijn BIG- en beroepsregister. Een loondienstverhouding met arbodienst of ander bedrijf verandert daar niets aan. Los van de afgelegde eed denkt elke arts na 12 jaar studeren wel na alvorens hij de professionele en ethische regels overtreedt.

Iedereen, en dus ook de FNV, is vrij om tegen een bedrijfsarts die zich niet aan de beroepsregels houdt een klacht in te dienen bij officiële instanties.

Voor gecertificeerde arbodiensten geldt een nog strakker toezichtsysteem.

Om gecertificeerd te worden en te blijven, dient een gecertificeerde arbodienst te beschikken over klachten- en beroepsregelingen die ongewenst gedrag van bedrijfsartsen effectief kunnen corrigeren en sanctioneren. Daarnaast is er een privacyprotocol.

Natuurlijk is er ruimte voor verbetering.

Eén daarvan lijkt mij de aanpak van beroepsziekten en -ongevallen.

Werkgevers en werknemers kunnen hier beiden vaak geen kant op, omdat de WA-verzekeraar van bedrijven de neiging heeft via langdurige procedures partijen aan het lijntje te houden, om maar niet uit te hoeven betalen. Een goede regeling voor het risque professionel ontbreekt in Nederland. Daarvoor dienen speciale centra te komen met specialisten die werknemers, werkgevers én verzekeraars kunnen helpen de vaak complexe dossiers vlot en goed af te handelen.

Pim Berkhout is directeur en geregistreerd bedrijfsarts van De Arbodienst.

Los van de afgelegde eed denkt elke arts na 12 jaar studeren wel na alvorens de regels te overtreden

Fd: di 26 nov 13 - pg 10 opinie - Harry Bolhuis

De onafhankelijke bedrijfsarts is onmisbaar
Geschreven door: Harry van Bolhuis
Werkgever loopt waardevolle adviezen mis als bedrijfsarts zich in handelen beperkt voelt

Pim Berkhout, directeur van de Arbodienst, vindt onafhankelijke financiering van de bedrijfsarts onnodig en onzinnig (Fd 9 november).

Bedrijfsartsen zijn volgens hem volstrekt onafhankelijk, gewaarborgd door de certificering van de arbodiensten en een onafhankelijk UWV en vastgelegd in de gedragsregels van zijn BIG- en beroepsregister. de bedrijfsarts wordt nu betaald door de werkgever en dat levert afhankelijkheid op. Iedere bedrijfsarts weet hoe moeilijk het is om te sturen tussen de belangen van de werknemer en die van de werkgever. de druk op de bedrijfsarts om de zieke werknemer snel weer aan het werk te krijgen is groot. Wanneer een bedrijfsarts zich houdt aan zijn professionele gedragsregels en zieke medewerkers even uit de wind houdt, leidt dat bij de werkgever gemakkelijk tot ontevredenheid over de bedrijfsarts. de kans is groot dat de bedrijfsarts vervangen wordt door een collega die ‘beter’ naar de werkgever luistert.

Komt de werknemer aan het eind van de twee jaar wachttijd in de WIA, dan betaalt de werkgever daar tot tien jaar lang de rekening voor. Het is dus goed te begrijpen dat werkgevers hun werknemers niet willen zien verzuimen of in de WIA zien belanden, want dat is een zeer kostbare zaak. Echter, door de bedrijfsarts financieel afhankelijk te houden worden deze problemen niet opgelost. Een onafhankelijk en adequaat advies aan de werkgever blijft juist uit. Het advies om de werknemer een periode niet of aangepast te laten werken en ondertussen middels interventies aan de beperkingen door ziekte te werken, al dan niet betaald door de werkgever, hoort deze laatste partij niet graag. de bedrijfsarts zal dat advies dus niet gemakkelijk geven, terwijl dat de werkgever uiteindelijk honderdduizenden euro’s kan opleveren.

Ook zijn werkgevers zuinig waar het gaat om het inhuren van bedrijfsartsen en arbodiensten. Sommige bedrijfsartsen gaan voor € 70 per uur over de toonbank.

Contracten zijn vaak zo beperkt, dat de bedrijfsarts pas na zes weken ingeschakeld wordt. Een slecht scenario, want de werknemer is gewend geraakt aan niet-werken en er is meestal geen adequaat behandeltraject opgestart. de financiële afhankelijkheid van bedrijfsartsen is geen goed idee. Financiële onafhankelijkheid daarentegen geeft veel kansen. Werkgevers kunnen betere adviezen verwachten van hun bedrijfsartsen, die dan bovendien meer aandacht kunnen geven aan preventieve zorg. de meeste bedrijfsartsen komen nu te weinig aan preventie toe, omdat de contracten daar geen ruimte voor laten.

Alle focus ligt op verzuimbegeleiding, die door de negatieve financiële druk ontoereikend is. Het door Berkhout genoemde ‘risque professionel’ kan bij financiële onafhankelijkheid veel beter geregeld worden, omdat dit dan wordt betaald uit per branche georganiseerde collectieve middelen.

Financiële onafhankelijkheid van de bedrijfsarts is niet onzinnig maar juist in het voordeel van alle partijen: werknemers, werkgevers en bedrijfsartsen.

Harry van Bolhuis werkt als bedrijfsarts bij Arbo Unie en is mede-eigenaar van Poli Werkt.

De druk op de bedrijfsarts om de zieke werknemer snel aan het werk te sturen is groot

Geen opmerkingen:

Een reactie posten