dinsdag 18 oktober 2011

Wat doen we eigenlijk én waarom?





Wat doen wij eigenlijk ?

Raar eigenlijk, zo uit mijn hoofd zou ik niet direct weten wat de meest voorkomende beroepen/functies in Nederland zouden zijn, terwijl ik toch al gauw 30 jaar in organisaties en bedrijven rond loop


Dus op zoek gegaan naar de meest voorkomende beroepen in Nederland



  1. Winkelbediende 280.000
  2. Docent basisonderwijs 168.000 (onder wie 132.000 vrouwen)
  3. Glazenwasser/interieurverzorger/keukenknecht 136.000
  4. Vrachtwagenchauffeur 124.000
  5. Lader/losser/verhuizer 121.000
  6. Systeemanalist of systeemontwerper 105.000
  7. Crècheleidster/verzorgende in instelling 94.000
  8. Ziekenverzorgende 90.000
  9. Detailhandelaar 86.000
  10. Boekhouder 84.000

Bron: CBS, 2007.




Waarom werken wij?

Het CBS deed in 1995 onderzoek naar deze vraag:
in volgorde van belangrijkheid was toen de volgorde:
1. inkomen verwerven
2. tijdstructurering
3. sociale contacten
4. maatschappelijke integratie
5. persoonlijke ontwikkeling en welbevinden

Opvallende uitslag eigenlijk, vooral als je naar 2 en 3 kijkt; maar toch ook weer niet zo vreemd.









Recent is nader onderzoek verricht onder andere door Frank van Luijk.

Onderstaand de boekbespreking van het onderzoek

Titel: Erst komt das Fressen dann die Moral

door Ronald Buitenhuis - 26 september 2011

Bron: management boek

Werk wordt - hoewel we er dagelijks veel tijd aan besteden - steeds minder het centrale middelpunt in ons bestaan. Geld verdienen (met werk) is steeds vaker de primaire drijfveer. En dat lijdt tot verschraling en verarming. Dat blijkt uit het Meaning of Working onderzoek dat ten grondslag ligt aan het boek Waarom werken wij? van Frank van Luijk.

Dat goede boeken niet dik hoeven zijn bewijst Waarom werken wij?. In amper honderd pagina’s slaagt de auteur erin een historische schets te geven rond het belang van werken, analyseert hij gedaan onderzoek en vertelt Van Luijk hoe werken ervaren wordt in een wereld die net een financiële en economische crisis achter de rug heeft. Zo laat hij in de openingshoofdstukken zien dat werken in het stenen tijdperk onderdeel was van het dagelijks leven, de Grieken werk eigenlijk maar minderwaardig vonden, en dat in het tijd van het Christendom werk als een morele plicht werd beschouwd: een straf voor de zondeval. Adam Smith liet ons zien dat werk vooral de motor is achter vooruitgang. En nu…. Lees en huiver.

Basis van het boek is het onderzoek ‘Meaning of Working’ dat zowel in 1983 als 2008 is uitgevoerd. Inclusief een update om de jaren na de meest recente crisis te duiden. Voor managers die denken dat het personeel met ziel en zaligheid aan het werk is, dat medewerkers in werk een vorm van zingeving vinden, is het boek een kleine (of misschien wel grote) ontluistering. Steeds meer mensen stellen werk niet centraal in hun leven omdat ze dat graag willen, nee ze doen het vooral om er geld mee te verdienen. De beroemde loterijvraag (‘wat zou je doen met een miljoen’) is veelzeggend in deze.

Mensen willen wel blijven werken, maar minder of anders. Een grote minderheid stopt dus acuut met het voortzetten van het oude arbeidspatroon. Zoals elk goed onderzoek betaamt, kent ook dit onderzoek de nodige nuances. Natuurlijk vinden mensen het fijn om op hun werk andere mensen tegen te komen. En ja, werk laat je (vaak) stijgen op de carrièreladder. Rijke mensen vinden hun werk ook zinvoller dan de populatie aan de onderkant van de arbeidsmarkt.

De goed oplettende lezer prikt die nuances echter snel door en zal concluderen dat menig onderzoek naar medewerkerbetrokkenheid met een flinke korrel zout genomen moet worden. Zeker als die redelijk tot goed scoren. Grote kans namelijk dat het sociaal wenselijke antwoorden geweest zijn. Geld is namelijk meer en meer de primaire drijfveer. De crisis maakt die correlatie alleen maar sterker. Zingeving gaat even naar een tweede plan en het overlevingsmechanisme manifesteert zich door geld. Dat leidt tot ‘verschraling en verarming’, zo concludeert Van Luijk.

Frank van Luijk doet aan het einde nog een kleine poging om ook positieve kanten in deze trend te zien. Minder focus op werk en meer vrije tijd is natuurlijk ook prima. Toch krijgt de HR-populatie die het vooral over boeien en binden heeft en zogenaamde ‘engagementprogramma’s’ koestert, een flinke draai om de oren. Eerst geld, dan pas zingeving. De organisatie belangrijk vinden staat zelfs nog lager op de ranglijst. Au!

We zijn dus minder en minder ‘geboeid en gebonden’, en meer en meer ‘money driven’. Het boek gaat niet direct over die achterliggende vraag. Het is namelijk onderzoek en trekt conclusies. Die conclusies zijn echter dermate interessant dat iedereen die met mens en arbeid bezig is, er kennis van zou moeten nemen. Charlie Chaplin siert de cover van ‘Waarom werken wij’. Zijn ‘modern times’ worden in dit boek in een ander daglicht geplaatst. We denken wel dat we wat arbeid betreft in onze eigen ‘modern times’ leven (nieuw werken, boeien/binden/ engagement), maar dit onderzoek leert dat geld uiteindelijk de drijvende kracht is, de kurk waarop zingeving drijft. Ontluisterend.

waarom werken wij ?

de hitlijstjes – altijd leuk
het lijstje met hoofdkenmerken

1. inkomen verwerven

2. ik hou van werken

3. contact met mensen, ergens bijhoren

4. zelfstandigheid, eigen baas zijn

5. geeft betekenis, een doel hebben in het leven

6. iets presteren, creatief zijn

7. zelfontplooiing, groei

8. werken als morele plicht

9. anderen een dienst bewijzen

10. status, erkenning, door tr werken ben je iemand

11. houdt me bezig. druk

12. iets doen wat in de lijn van mijn capaciteiten is

13. uitdaging

wat vind ik belangrijk in het werk ?

in volgorde van belangrijkheid- kenmerken van het werk

  1. interessant werk , werk dat ik graag doe
  2. goede contacten - met collega's en chef
  3. goede beloning
  4. prettige werktijden
  5. veel zelfstandigheid
  6. veel afwisseling
  7. goede overeenstemming tussen capaciteiten en wat gevraagd wordt
  8. goede werkzekerheid
  9. goede werkomstandigheden
  10. veel mogelijkheden om nieuwe dingen te leren

Inspiratiebronnen en eye opener - deel 2: de recente jaren

Inspiratiebronnen en eye opener - deel 2: de recente jaren

Johan Cruijff


Het boekje ‘Je moet schieten, anders kun je niet scoren' was voor mij een echte eye opener. Henk Davidse verzamelde honderden citaten van ons nationale voetbal icoon Johan Cruijff. Het grappige is: als je de bal nu eens vervangt door de ziekmelding dan blijken er grote overeenkomsten te bestaan tussen het voetbalspel en het ‘spelletje’ verzuimbeheersing.

Zo orakelt Cruijff ‘om te beginnen er is maar één bal en die moet je dus hebben, maar waar het dus omgaat is: wat doe je met die bal ?’. Dat geldt even zo goed voor een ziekmelding. Vaak is trainen op de balcontrole bij een leidinggevende een absolute must en/of kan de passing (van de ziekmelding) in de organisatie sterk verbeterd worden.

Nog zo’n mooie uitspraak: ‘In het voetbal zijn er bepaalde wetten. Één wet is: het middenveld is de weegschaal van je elftal’. Het middenveld in de organisatie wordt gevormd door het midden management, de leidinggevenden. Daar draait de organisatie op. En die spelen ook bij verzuimbeheersing een cruciale rol.

Of neem deze: ‘over een wedstrijd genomen ben ik twee en half à drie minuten aan de bal. Het komt erop aan wat je daarnaast doet. Om het initiatief, waar sta je,wat doe je, wat kan er gebeuren. Dat werken zonder bal( lees ziekmelding) gebeurt veel te weinig’. Prachtig.

Ik heb een elftal uitspraken van Cruijff becommentarieert naar verzuimbeheersing op een A4tje gezet en gebruik deze nog steeds zeer frequent in mijn workshops over verzuimbeheersing. Steeds weer blijkt hoe ijzersterk de metafoor is.

Over Cruijff en leiderschap schreef Pieter Winsemius schreef in 2004 het aardige boek: "Je gaat het pas zien als je het doorhebt. Ook van harte aan bevolen.


Strategisch Coachen

De beste cursus die ik ooit volgde was Strategisch Coachen van psychotherapeut en management consultant Maarten Kouwenhoven. Kouwenhoven borduurt voort op de principes van de Transactionele Analyse (TA), systeemdenken en ethologie. Zijn coachingsmatrix ( feiten, probleem, doel, actie) combineert alles wat een echte werkzaam model moet hebben: het is eenvoudig, doch doordacht; het simplificeert, maar maakt inzichtelijk; het structureert het denken en biedt daardoor oplossingen. Zeer sterk denkgereedschap dus. Zijn handboek ligt daarom altijd onder handbereik om steeds weer even in te neuzen. Verplichte stuff voor elke bedrijfsarts. Ik gebruik de coachingsmatrix regelmatig in smt’s om ingewikkelde casussen door de leidinggevenden te laten analyseren. Dat werkt buitengewoon verhelderend.



Ratten in het organisatie riool

‘Hoe wordt ik een rat? - over de kunst van konkelen en samen zweren - van Joep Schrijvers maakte me blij. Eindelijk iemand die opschreef ( in grappige stijl) wat we allemaal wel weten, maar toch liever niet willen zien: een organisatie is soms gewoon een riool. Een riool met ratten.

Vaak moet ik aan vrienden en/of bekenden uitleggen wat het vak van bedrijfsarts nou eigenlijk inhoud. Mijn kortste samenvatting: de bedrijfsarts is het doucheputje van de organisatie. Want: aan de achterkant van de organisatie – de natuurlijke habitat van de bedrijfsarts – komt alle derrie van de club ooit bij de bedrijfsarts langs. Daarom is een nieuwsjaarsreceptie is dus niet altijd een pretje om te zijn. Je ziet teveel en je weet teveel – zaken die je eigenlijk misschien toch liever niet had geweten of gezien.

Joep Schrijvers boek is een stevig antidotum tegen de de opgeblazen positivo cultuur. Tjakka !



Over onze binnenkamer

De mensenkenners. Dat was tot voor een paar jaar geleden de zakelijke one liner van de Arbo Unie. Ik heb me daar altijd verschrikkelijk aangestoord. Wat een hoogmoed. Iemand die iets van psychologie begrepen heeft weet dat mensen buitengewoon ingewikkeld in elkaar zitten. Weinigen hebben dat mooier beschreven als Irvin D Yalom, Amerikaans west coast psychiater. Mijn favorieten van hem zijn De Therapeut en vooral Therapie als geschenk. In dit laatste boek geeft hij zo’n honderd adviezen aan de hand van kwesties uit de dagelijkse therapeutische praktijk. zoals: hoe obstakels voor groei weg te nemen, de rol van empathie. waarom het werken in het hier-en-nu van belang is, over de risico’s én de zonnige zijden van het vak. Mooie denkstof voor de bedrijfsarts én wat een wijsheid.


Modellenbouwen

Ik heb vroeger altijd graag modelvliegtuigjes uit de Tweede Wereldoorlog in elkaar gezet: Spitfires, Avro Lancasters, en B17 Vliegende Forten. Ik heb iets met modellen. Zo ook met management modellen. Hoe kan je een complexe situatie op hoofdlijn schetsen, hoofd en bijzaken scheiden en toch het inzicht behouden. Intrigrerend vind ik dat. Sommigen modellen spreken me erg aan ( de coachingsmatrix), anderen zeggen mij weinig (de swot analyse).


Mooie overzichtsboeken zijn de laatste jaren verschenen, met name van Berenschot. Maar 75 Management modellen van Marijn Mulders en Models, businessmodellen met body – bedrijfskundige denken en kijken naar organisaties vind ik de prettigste. Deze kunnen de basis vormen voor denkgereedschap voor de organisatie gerichte bedrijfsarts. Met welke modellen kan de bedrijfsarts in de dagelijkse praktijk uit de voeten ? Een terra incognita ligt klaar ter ontsluiting voor de nieuwsgierige bedrijfsarts.


Werkplezier

Bij toeval (?) liep ik tegen het boek De zeven bronnen van arbeidsvreugde op. Toch niet weer zo’n onuitstaanbaar ( als je maar wil – dat is het verschil ) positivo boek schoot door mijn hoofd. Ik bleef hangen op de voorplaat. Verrassend ! Korter en beeldender heb ik de omkering van mijn eigen werk/vak niet vaak gezien. Let op het tegenovergestelde is een oude psychologische wijsheid. En inderdaad vul maar in: Ziekte vs fysiek welbevinden; samenwerkingsproblemen vs collegaliteit; niet gezien worden vs waardering; dysfunctioneren vs goede prestaties, vastlopen vs groei, uitgeblust vs werken met passie en eentonig en stom werk vs hogere zingeving. De bedrijfsarts is meestal gericht op wat niet goed gaat, het pathogene, het negatieve, het probleem of knelpunt. De zeven bronnen van arbeidsvreugde van Kees Kouwenhoven geeft de positieve kant van de arbeidsmedaille weer. Basisboek voor de positieve bedrijfsgezondheidszorg.

Inspiratie bronnen en eye openers - in den beginne..

Inspiratie bronnen en eye openers
de vroege jaren van een beginnende bedrijfsarts
In den beginne…
Twee boeken waren mijn leidraad in het begin van mijn carrière ( 1980) als bedrijfsarts. Achteraf bekeken geven die mijn eigen - nog steeds bestaande - spagaat tussen de praktijk en de theorie mooi weer.

Ik kan me eigenlijk niet meer herinneren welke ik het eerst heb gelezen: Werk van Martin Schouten of Arbeids en bedrijfsgeneeskunde van Burger. De eerste kostte fl 34.50 en de tweede was beduidend goedkoper, want slechts fl 12.50 bij de Slegte. Het eerste is een journalistieke rondgang (sappig en puntig geschreven) met veel human interest, de laatste het eerste echte handboek op mijn vakgebied – 735 pagina’s dik. Alle auteurs – grootheden uit de jaren zestig - zijn reeds gaan hemelen.




In Werk (uitgegeven in1978) interviewt de Haagse Post journalist Martin Schouten 50 mensen over wat ze nou eigenlijk doen voor de kost en hoe ze daarover denken. Een jaar lang heeft Schouten geluisterd naar mensen die over hun werk vertelden: over vak, hun baas, hun collega's, hun leven - wat ze zich van hadden voorgesteld en hoe het geworden is. Van de binnenschipper ( 'de romantiek is er vanaf gevaren') tot de makelaar ('je privé leven raakt een beetje in het geding, drie jaar geleden ben ik gescheiden'). Hij heeft over een golfterrein gewandeld met de man die het gras groen moest houden (greenkeeper), heeft pils zitten hijsen met een postbode (‘ze denken wel eens dat het een of ander imbiciel beroepie is’) en is doorgezakt met de uitsmijter van een nachtcafé. Kortom: het alledaagse werkleven. Prachtig.


Het Handboek Arbeids en Bedrijfsgeneeskunde van de grondlegger van de Nederlandse Bedrijfsgezondheidszorg Prof dr GCE Burger (!974) tikte ik bij de Slegte op de kop ( 1980). Gefascineerd heb ik het doorgebladerd en later grondig bestudeerd. Het geeft een mooi inkijkje in de klassieke bedrijfsgezondheidszorg. En nog steeds kijk ik er af en toe even in. Elke keer valt me weer op hoe breed én toch diepgaand het handboek is samengesteld, én hoe pijnlijk ver het huidige werk van de bedrijfsarts van de grondbeginselen van de sociale geneeskunde is afgedreven. Een monumentaal boek - type old school.












Vlak daarna:
De boeken Overspanning van de Arnhemse psychiater Kraft (geschreven in 1972, en gevonden in de Slegte 1982) en Verlaag het Ziekteverzuim van Verbaan (1991) zorgden vervolgens voor de broodnodige verdieping voor mijn werk en waren echte eye openers. Alle twee de boekjes zijn nauwelijks meer dan 150 pagina’s dik, maar absolute briljantjes.





Overspanning van Kraft is –naar mij weten - het eerste (nederlandstalige) boek dat over het begrip overspanning is geschreven. Hoe alledaagser, hoe minder erover bekend is, lijkt het wel. Omdat het veel patiënten casussen bevat is het na bijna dertig jaar nog steeds de moeite waard om door te neuzen. Vooral het oude begrippengebruik ( managers ziekte, geldingsbehoeftigen, geringe frustratie tolerantie, zondagsneurose, aggraverende beelden, deviantie) roepen de sfeer van jaren zestig en zeventig weer geheel op. Aangezien de mensch an sich niet veel veranderd is, is het boek nog steeds het lezen waard.









Verzuim omlaag is het verslag van Daan Verbaan als HR projectleider bij Philips in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Baanbrekend in zijn praktische toepassingen. Ik las erover in de krant; het boekje was met allerlei toeters en bellen,waaronder het beroemde communicerende vat in een verzuimkoffertje te bestellen voor - even uit mijn hoofd - fl.125.=. Dat ging mijn toenmalige budget helaas te boven. Ik heb er nu nog spijt van, want het was een absolute klassieker.


De charismatische Verbaan - klein van stuk - was een buitengewoon begenadigd spreker en ging als een moderne management goeroe avant la lettre het gehele land om zijn kunsten te vertonen. Hij is de grondlegger van het latere Falke en Verbaan Groep en dé one liner: ziekte overkomt je, verzuim is een keuze. Briljant ook in de oplossingsgerichte strategie en in de kern nog steeds actueel: gedrag staat centraal en niet de medische klacht of claim op ziekteverlof gecombineerd met een uiterst praktische onderhandelingstechniek. Weinigen zullen meer invloed in Hrm land hebben gehad als Verbaan. Baanbrekend eigenlijk. Later is het boek geupdated en uitgegeven onder de titel Effectieve Verzuimbeheersing.






Diepe indruk maakte ook in die tijd het boek ‘A fortunate man’ van de Engelse schrijver John Berger en de fotograaf Jean Mohr over de Engelse plattelands dokter John Sassall. Korte zinnen en prachtige zwart wit foto’s. Hoe kun je een werkleven mooier beschrijven en ‘pakken’- in de beste tradities van de VPRO documentaires als het Gat van Nederland ( Cherry Duyns en Hans Keller). Door sommigen gezien als het mooiste boek over de ‘general practice’.: “he never seperates an illnes from the total personality of the patient; in this sense he is the opposite of the specialist; he does not believe in maintaining his imaginative distance – he must come close enough to recognize the patient fully”. Recent herdrukt en nog steeds verkrijgbaar. Het boek krijgt nog meer lading als ik – een paar jaar geleden later te verneem - dat Sassall (na meerdere depressies) zelfmoord heeft gepleegd.











En later:

In 1991 verscheen het eerste serieuze corporate biografie: Kortsluiting van Marcel Metze over de bijna ondergang van Philips en Jan Timmer en de grote schoonmaak ( Operatie Centurion). Voor het eerst kijken in de diepste krochten van een grote organisatie en de achterkant van een bedrijf, de plek waar de bedrijfsarts zich meestal ophoudt. Ronduit fascinerend dus. Later volgden een lange rij van dit soort beschrijvingen met als recente klappers: het drama Ahold en de Prooi van Jeroen Smit.








Even indrukwekkend, maar van een geheel andere orde, was het boek Ver Heen – verslag van een depressie van de Amsterdamse pyschiater en hoogleraar PC Kuiper ( de schrijver van het even beroemde als in de anti psychiatrie jaren zeventig beruchte boek Neurosenleer). Het is een dramatisch en persoonlijk verslag van een dokter/psychiater die te maken krijgt met een ernstige depressie die hij vroeger zelf bij vele patiënten behandeld had. Het is indringend en fascinerend verslag door de doolhof van de menselijke geest, aldus de recensent van de Limburger op de achterflap van het boek. Niets minder is waar. Ik werd pijnlijk dichtbij geraakt, zo dichtbij de diepten van een depressie






De Aartsvaders van Wim Wennekes ( ‘de man met het gele koffertje’) ging erbij mij ook in als koek. Wennekes – een begenadigd schrijver en verteller - beschrijft de grondleggers van het Nederlandse bedrijfsleven (Philips, Unilever, Mees Pierson, Shell, KLM, Fokker, Gist Brocades. Verplichte literatuur voor iedereen die geïnteresseerd is in het Nederlandse bedrijfsleven. Dus verplichte kost voor alle bedrijfsartsen. Wennekes overtreft zich zelf later met zijn prachtige beschrijving van de Gouden Eeuw en het ontstaan van de VOC ( de eerste multinational ter wereld) in Gouden Handel- de eerste Nederlanders overzee, en wat zij daar haalden. Eén van de eerste boeken over de VOC ( nog voor de grote hausse)

Uit het leven van een zzp-er

One CFO, and two senior consultants.....

Het leven van een zpp-er - ook op hoog consultant niveau gaat niet altijd over rozen !
zo blijkt uit deze prachtige parodie te zien op you tube onder de naam: the job

kopieer en link in op:
http://www.youtube.com/watch?v=3XGJq8wrw5I

BGZ, wat nu ?

Interessante analyse: Bedrijfsgezondheidszorg :

De Toekomst is Nu


Recent is een interessante analyse verschenen over de bgz en arbomarkt, die zeker lezenswaardig is. Daarin wordt een waardeketen beschreven die uit een achttal elementen bestaat, te weten:

1. Strategisch HR beleid

2. Risicomanagement

3.Preventie

4. Verzuimbegeleiding

5. Case management

6.(Medische) Interventie

7. Reïntegratie

8. Outplacement


Het zal helder zijn dat de meeste bedrijfsartsen en arbodiensten zich ophouden in elmenent 4,5 en 6.


Toelichting bij het rapport:

Adviesbureau: IG&H Consulting & Interim
Rapport: Bedrijfsgezondheidszorg – De Toekomst is Nu

IG&H Consulting & Interim heeft een marktanalyse uitgebracht van de bedrijfsgezondheidszorg. Uit de analyse blijkt dat er steeds meer bedrijven de markt betreden. Daarnaast zal de markt in de komende jaren niet groeien, met als gevolg dat concurrentie zal toenemen en de druk op marges verder zal toenemen.

Bedrijfsgezondheidszorg is een krimpende markt
Uit het onderzoekt blijkt dat de strategie van bedrijven zich primair richt op de problematiek van de krimpende markt. Dat komt omdat de markt in zijn geheel weinig groei zal realiseren. Zowel aan de dienstenkant als aan de verzekeringskant zal er in de komende jaren geen sprake zijn van groei en zullen marges krap blijven.

Hoge concurrentie
Het wordt almaar drukker op de markt voor bedrijfsgezondheidszorg. Steeds meer organisaties richten hun pijlen op deze sector. Arbodiensten, zorgverzekeraars, inkomensverzekeraars en vele anderen hebben plannen om ‘iets’ te doen in deze markt. Daarnaast zijn er al veel partijen die jarenlang actief zijn in de branche. Met veel spelers op de markt en weinig ruimte voor groei zal de markt te maken krijgen met hoge concurrentie. Als gevolg hiervan verwacht IG&H dat er een consolidatieslag zal plaatsvinden.

3 stappenplan voor concurrentievoordeel
Bedrijven die zich in de komende jaren de partner kunnen noemen van klanten zullen de concurrentieslag winnen. Maar hoe word je dus de partner? Volgens de consultants van IG&H moeten bedrijven drie stappen nemen om successvol te worden.

Verzuim beheersing is als voetbal - een elftal Cruijffiaanse uitspraken


Verzuim, voetbal en een elftal Cruijffiaanse uitspraken

Verzuimbeheersing blijkt verrassend veel overeenkomsten te vertonen met het voetbalspel. Zoals alom bekend heeft Johan Cruijff een heldere visie én vaak een bijzondere kijk op het voetbal. Dat blijkt uit zijn vele uitspraken. Ter lering én de vermaeck een elftal uitspraken van Cruijff als leidraad voor verzuimbeheersing.

  1. ‘Om te beginnen is er maar één bal en die moet je dus hebben; maar waar het in wezen omgaat is: wat doe je met die bal !’ De ziekmelding is de bal, de leidinggevende de voetballer. Maar wát doe je, als leidinggevende, met een korte, lange, frequente,of problematische ziekmelding ?
  1. ‘In het voetbal zijn bepaalde wetten – wet nummer één is: het middenveld is de weegschaal van je elftal’.In het bedrijf is het management - zijn de leidinggevenden - het middenveld; zij zijn de probleemhouder en voeren de regie ten aanzien van verzuim. Hamvraag is: hoe gaan zij met verzuim om ? hoe hoog staat het op hun agenda ? hoe goed getraind zijn ze? hoeveel ervaring hebben ze ? wat zit erin hun gereedschapskistje ?
  1. ‘Alles is al uitgevonden in het voetbal - alleen de omstandigheden veranderen’.Er zijn boekenplanken vol over verzuim geschreven, maar: elk bedrijf heeft cq krijgt het verzuim wat zij verdient- ook daar treffen we alle varianten aan: van pupillenvoetbal tot eredivisieteams.
  1. ‘De organisatie binnen een ploeg, de taakverdeling, het weten wat je moet doen als je op een andere positie op het veld terecht komt - dat is de basis van het voetbal’ – De leidinggevende moet (als regisseur van het verzuim) goed en adequaat kunnen afstemmen én samenwerken met zijn sparringpartners bij problematische verzuim en reïntegratiezaken: pz, bmw en de bedrijfsarts
  1. ‘Het verschil tussen goed en slecht spelen is zó klein – het belangrijkste is hard werken’ Elke ziekmelding is een trainingsmoment – er valt dus elke dag te trainen,trainen,én te trainen. Maak onderscheid tussen makkelijke en moeilijke ballen:tussen gewoon en problematisch verzuim
  1. ‘Wat vaak vergeten wordt is dat voetbal 87 minuten lang routine is; er zijn in de wedstrijd maar drie minuten waar het op aan komt- in die drie minuten win of verlies je’ Variant van de 80/20 regel ( het Pareto principe)-geldt ook voor verzuimbeheersing. Besteedt vooral aandacht aan de problematisch( frequent, te lang, conflicten, vastgelopen) verzuim
  1. ‘Inzicht is het belangrijkste- ik beheers een heleboel onderdelen perfect – 90% van het voetbal vak beheers ik – maar een balletje trappen is het minst belangrijke’. 0p basis van cijfers, prioriteitstelling én afspraken sturing geven aan verzuimbeheersing binnen de organisatie.
  1. ‘Tactiek is niet de man uitschakelen of zo – nee, het is weten waar mee je bezig bent’ Toon leiderschap: stel doelen en besluit het verzuim binnen uw organisatie aan te pakken.
  1. ‘Je moet schieten – anders kun je niet scoren !’ Te vaak komt verzuimbeheersing neer op het rond spelen van de bal. Gekenmerkt door een reactieve aanpak ,en een laissez faire instelling, afschuiven en doorschuiven van het probleem met als resultaat:slechte werksfeer en onopgeloste probleemgevallen
  1. ‘Voetbal is een spel van fouten – de ploeg die de minste fouten maakt is de beste’ Er zijn bedrijven die het heel goed doen - van die ‘good practice’ bedrijven valt veel te leren
  1. ‘Je gaat het pas zien, als je het door hebt’ En zo is het maar net!

communicatie is het toverwoord - spreken wij elkaars taal eigenlijk wel ?

Communicatie is het toverwoord, de schakelbak het antwoord

Communicatie vaardigheid is essentieel voor de bedrijfsarts.
Maarten Kouwenhoven - grondlegger van het strategisch coachen- bedacht daarvoor de zgn schakelbak:

Eenvoudiger kan het eigenlijk niet
maar toch wordt er vaak tegen gezondigd

De schakelbak bestaat uit vier versnellingen:
1. positief aansluiten
2. vragen stellen
3. samenvatten
4. eigen mening geven

het lijkt op een combinatie van de management en communicatie one liners als
lsd (luisteren, samenvatten en doorvragen) en
enter, join lead

het mooiste voorbeeld van miscommunicatie is het filmpje van The German Coast Guard
mayday, mayday
we are sinking !

here the german coast guard:
what's are you thinking about ?

kopieer en link in op you tube:
http://www.youtube.com/watch?v=8vBn2_ia8zM

De toekomst van de professional: Neem bijvoorbeeld de bedrijfsarts


De toekomst van de professional; neem bijvoorbeeld de bedrijfsarts

Het schuurt en kraakt tussen de professional en zijn/haar management. Niets teveel gezegd daarover in arbo land.

Ook de arbowereld is net als de wereld van de advocatuur, notariaat, accountants, organisatie adviseurs, makelaars, it consultants, bankiers een wereld van professionals.

Hoe ontwikkelt die wereld zich ?

De laatste jaren wordt ook daar veel onderzoek naar verricht.
Interessant voor de bedrijfsarts- zowel vanuit eigen perspectief als die voor zijn klanten cq organisaties.

Een bekende onderzoeker is Frank Kwakman ( Nyenrode)

Frank Kwakman schreef zijn eerste boekje voor professionals al in 2005. Het ging over de volgende zeven marketingwetten:
1. vraag je af hoe onderscheidend je bent
2. claim je eigen plek in het weiland
3. bepaal de juiste acquisitie strategie
4. investeer in klanten die waarde creeëren
5. lever meer dan alleen goed werk
6. maak jezelf uniek en gevraagd
7. doe vooral waar je goed in bent

kortom: doe vooral ook aan personal branding

Kwakman onderscheid eigenlijk een vijftal competenties voor de nieuwe professional:
1. bovenvakinhoudelijke competenties: competenties waarmee het initiele vakgebeid beter tot zijn recht komt, zoals adviesvaardigheid, projectmanagement en persoonlijke presentatie
2. klant - en branche gerichtheid: ontwikkelen van echte interesse voor klanten en branches om gesprekspartner te kunnen zijn bij voor klanten essentiële business issues
3. personal branding: keuzes maken in je professionele loopbaan om zichtbaarder te zijn op de markt en tegelijk je professionele ontwikkeling een gerichte impuls te geven
4. commerciële affiniteit: ondernemerschap, vermogen om te netwerken en ambitie om een bijdrage te leveren aan de commerciële inspanning van het bedrijf waar je als professional (voor) werkt
5. stijlflexibiliteit:kunnen werken in steeds wisselende combinaties van teams, coallities en belangen, zowel extern als intern gericht en in verschillende rollen



Lees verder:
Professional Services Firms - van Frank Kwakman, waarin hij een model beschrijft op welke negen punten een professionele organisatie kan worden aangestuurd. Erg handig omdat model eens los te laten op de arbodienst.

het negen punten model ziet er als volgt uit:
de basis is
1. positionering
deze is afhankelijk van
2. service aanbod
3. marktbenadering en
4. professionals
samenkomend in nummer 5: opdrachtuitvoering
versterkt door
6. kennispositie
7. reputatie
8. winstgevendheid
levert: nummer negen: groeiperspectief

google: inaugurele rede professional service firms frank kwakman
http://www.google.nl/search?q=inaugurele+rede+professional+services+firms+frank+kwakman&ie=utf-8&oe=utf-8&aq=t&rls=org.mozilla:nl:official&client=firefox-a

Verandering - gemakkelijker gezegd dan gedaan

'Toen ik nog gelukkig was en ongedocumenteerd'
Deze uitspraak van Gabriel Garcia Marquez doet opgelding voor veel vakgebieden
Zo ook de veranderkunde, aldus organisatie en management consultant Leon de Caluwé

Hij schreef samen met Hans Vermaak het boek Leren Veranderen, welke ook voor de bedrijfsarts van groot belang is. Het boek beschrijft een vijftal fundamenteel verschillende manieren waarop men tegen verandering kan aankijken; vijf families van opvattingen en theorieën aangeduid met kleuren: geeldruk, blauwdruk, rooddruk, groendruk en witdruk denken.

Neem een aantal sleutelfiguren uit de praktijk in gedachten en probeer erachter te komen in welk vakje ze passen.

Onderstaand het kleuren overzicht in de kern weergegeven
google verder voor meer informatie
of lees: Leren Veranderen - Leon de Caluwé en Hans Vermaak

Veronderstellingen achter de vijf manieren van denken

Dingen/mensen zullen veranderen, als je.....

Geeldruk

belangen bij elkaar kunt brengen

ze kunt dwingen tot het innemen van (bepaalde) standpunten/meningen

win-win situaties kunt creëren/coalities kunt vormen

de voordelen kunt laten zien van bepaalde opvattingen (macht, status, invloed)

de neuzen kunt richten

Blauwdruk

van tevoren een duidelijk resultaat/doel formuleert

een goed stappenplan maakt van A naar B

de stappen goed monitort en op basis daarvan bijstuurt

alles zoveel mogelijk stabiel houdt en beheerst

de complexiteit zoveel mogelijk reduceert

Rooddruk

mensen op de juiste manier prikkelt, bijvoorbeeld door straf- of lokmiddelen

geavanceerde HRM-instrumenten inzet voor belonen, motiveren, promoveren, status

mensen iets teruggeeft voor wat zij jou geven

Groendruk

ze bewust maakt van nieuwe zienswijzen/eigen tekortkomingen (bewust onbekwaam)

ze kunt motiveren om nieuwe dingen te zien/te leren/te kunnen

geschikte gezamenlijke leersituaties kunt creëren

Witdruk

uitgaat van de wil en wens en de ‘natuurlijke weg’ van de mens zelf, betekenis toevoegt

de eigen energie van mensen laat komen

dynamiek/complexiteit wilt zien

eventuele blokkades wegneemt

symbolen en rituelen gebruikt

Het roer om - journalist laat zich omscholen tot kok


Veel mensen lopen vast in hun loopbaan, dan toch maar het roer omgegooid ?

Lees het verhaal van Tom Kellerhuis

Topjournalist laat zich omscholen tot chefkok

In 2008 besloot de bekende journalist Tom Kellerhuis (46) zijn goedbetaalde baan als chef Kunst en Cultuur (de machtigste functie ‘achter het nietje’ in de Amsterdamse Grachtengordel) van het destijds zeer roemruchte opinieweekblad HP/De Tijd op te offeren.

Hij meldde zich aan voor de koksopleiding aan het ROC van Amsterdam, en ging tussen de pubers als leerling-kok werken in tal van beroemde restaurants in binnen- en buitenland. Deze ingrijpende beslissing veranderde zijn leven drastisch; de eens zo machtige en geziene journalist die moeiteloos andere carrières maakte én brak, kwam terecht in het rauwe en donkere bestaan van de professionele keuken, waar hij als jongste bediende zelf met minder respect werd behandeld dan een stuk vuil.

Hij was geen koning meer maar een keukenslaaf. Zijn droom veranderde langzaam in een nachtmerrie. En toch zette hij door. Het roer om is niet alleen een hilarisch verslag van Kellerhuis’ pogingen om met vallen en opstaan een chef-kok te worden.

Het leest ook als een ijzingwekkende thriller over het werkelijke wel en wee onder aan de ladder van de voedselindustrie. Maar bovenal is Het roer om het relaas van iemand die op het hoogtepunt van een glansrijke carrière al zijn schepen achter zich verbrandt en besluit zijn hart te volgen.

interview met Tom Kellerhuis - bron:mbo back stage - tekst: Luuk Obbink

Het was keihard werken, als nulletje niks onderaan beginnen, maar
nu krijgt Tom Kellerhuis (46) het koksvak een beetje in de vingers.
De voormalig chef kunst en cultuur van HP/De Tijd had binnen vier
maanden niveau 2 van de koksopleiding te pakken. Cum laude.
Maar de praktijk bleek wat lastiger.

“Ik was al jaren een goeie hobbykok en droomde ervan hier ooit
m’n beroep van te maken. Twee jaar geleden vond de zoveelste
reorganisatie plaats bij HP/De Tijd en kreeg ik de kans om met
een zakje geld te vertrekken. Ik had het geluk dat ik via een
omscholingstraject naar het ROC van Amsterdam kon, voor de
opleiding tot kok, niveau 2. Ik kwam in een klas met 25 studenten:
puistige pubers, maar ook mensen van mijn leeftijd die nog nooit
hadden gewerkt. Ik vond het fantastisch! Mijn huiskamer lag vol
met boeken en ik zoog alle kennis op. In die eerste vier maanden
heb ik theoretisch meer geleerd dan bij de twee voorgaande
studies samen: journalistiek en Nederlands.


Voor mijn eerste stage kon ik terecht bij toprestaurant Halvemaan
in Amsterdam-Buitenveldert. Dat was wennen: ik voelde me
blind, melaats en kreupel tegelijk. Ik had de handigheid nog niet
en werkte te langzaam en te slordig. Maar ik was natuurlijk wel
gratis. En ik kon het goed vinden met de chef, ben er bevriend
mee geraakt. Na deze stage had ik tijd over en heb nog drie
maanden in München gewerkt, bij Tantris, het grootste tweesterrenrestaurant
van Europa. Daar werd ik afgebeuld, zestien
uur per dag. En afgesnauwd als iets niet goed was. Raar: eerder
had ik zelf journalisten huilend aan m’n bureau omdat ik hun
verhalen had afgekeurd. Keihard, maar ik kwam wel met grote
handigheid terug.


Nu doe ik volwassenenonderwijs niveau 3, in juni studeer ik af
als zelfstandig werkend kok. Dat wil niet zeggen dat ik het vak
in al zijn facetten beheers. Heel simpel: een ui snipperen kun je
pas goed als je er duizend hebt gedaan. Dat heb ik wel. Maar een
biefstuk of visje bakken heb ik nog geen duizend keer gedaan. En
wanneer is iets gaar? De kok zegt: als het gaar is. Tja. Je moet dus
eindeloos proeven. De opleiding is belangrijk, je hebt het papiertje
nodig. Maar je leert het in de praktijk.


Over de opleiding ben ik heel tevreden. Docenten hebben passie
voor het vak. Wel loopt de opleiding per definitie achter bij de
praktijk, want een topkok ontwikkelt zich 24 uur per dag. Maar
bedenk ook: het gros van de studenten gaat in een gemiddeld
restaurant werken of bijvoorbeeld in een bejaardentehuis. De
praktijk is wel een knelpunt. Op stageplekken moet je vaardigheden
afvinken, zoals een vis fileren. Daar krijg je soms de kans niet
voor, want je draait productie. Je bent het goedkope hulpje.”

't is mooi geweest - uitstervende beroepen in nederland

't Is mooi geweest

Wellicht is de bedrijfsarts de dodo onder de dokters en sterft dit beroep ook snel uit, net als de paardenslager, vuurtorenwachter, koster, rietsnijder, kolenboer, parlevinker of barometerbouwer.

'Dinsdagochtend 10 juli 2007 ging de telefoon. Het was Jan van Agteren, één van de twee laatste barometerbouwers in Nederland. In Brussel zijn ze gek geworden brieste hij.
Hij redde het niet tot aan zijn AOW .

Prachtige inkijkjes van schrijfster/journaliste Will Thijssen beschreven in het aardige boek 't is mooi geweest.

Nu overal voor een prikkie te koop ( zie bol.com of kijk bij de Slegte) - aanrader !

Het menselijke bedrijf - gravures van Jan Luiken


Het Menselijk Bedrijf

Vast ooit wel eens een afbeelding van gezien
maar ja: wie maakte die ook al weer en wanneer ?

Het boek "Het Menselyk Bedryf" werd in 1694 gepubliceerd. Het bevat een verzameling gravures van de Nederlandse kunstenaar Jan Luyken, met afbeeldingen van ambachten uit de late 17e eeuw. Bij iedere prent is een moralistisch gedicht toegevoegd. Graveren is een drukmethode waarbij de afbeelding in een metalen (meestal koperen) plaat wordt gegraveerd. De gravures waarvan enkele zoals de plaatdrukker, de bakker en de apotheker wereldfaam genieten, zijn van unieke kwaliteit.

Jan Luyken

De Amsterdamse kunstenaar en dichter Jan Luyken (1649-1712) was een van de belangrijkste etsers in de periode na Rembrandt. Zijn werk onderscheidt zich door raffinement en detail. Luyken verkreeg de meeste bekendheid door zijn prentenboek "Het Menselyk Bedryf". Zijn zoon Casper (1672-1708) assisteerde bij de productie van het boek.

de gravures zijn nu allemaal te bewonderen op : http://www.janluyken.com/index-nl.htm

maandag 17 oktober 2011

Glazenwasser -Muziek over werken - te over ! zoals deze swingende van Van Morrison over cleaning windows








Muziek over werken
Te over !

bijvoorbeeld over de glazenwasser van Van - The Man - Morrison: Cleaning Windows
number 36 !

let it swing

kijk naar deze you tube link - de originele versie:
http://www.youtube.com/watch?v=LBLZfvPQ2lA&feature=related

and I have been working like a dog !






It's been a hard day's night
and I have been working like a dog !

het oude beatle nummer prachtig 'verteld' door Peter Sellars - ook al weer erg oude versie
maar kijk en geniet:
you tube :http://www.youtube.com/watch?v=zLEMncv140s




Out of the box - noodzaak voor bedrijfsarts oude TBV column 2010

Out of the box

Wat maakt een goede bedrijfsarts ? Deze vraag kwam aan de orde bij onze laatste intervisiebespreking. Intrigerende vraag. Want, wat zijn nu eigenlijk dé basisingrediënten voor het meesterschap ?

Collega’s passeerden virtueel de revue. Een onderscheid tussen goed, gaat en ‘die-heeft-het –echt- niet (in de vingers)’ bleek toch verrassend snel te maken. Maar op basis waarvan eigenlijk?

De goede bedrijfsarts, zo fabriceerden we, kan vooral goed luisteren, heeft oprechte interesse in mens, werk en organisatie, is ruimte latend, coachend ingesteld en oplossingsgericht. Allemaal slecht meetbaar, en nauwelijks passend in functiebeschrijvingen en competentiemodellen.

Op de weg terug naar huis - laat die avond - mijmerde ik in de auto nog wat na over dit vraagstuk. Is meesterschap wel leer en/of trainbaar? Of is het een kwestie van dat je ‘het’ wel of niet hebt ? en: zou er een soort onderscheid te maken zijn in goedwillende amateurs, eerste divisie- en eredivisie spelers?

Maar ook: hoe groot zou de afdeling ‘brandhout’ - zoals oud McKinsey topman Mickey Huybregtsen dat altijd zo plastisch noemde - onder de bedrijfsartsen zijn ? 5 of 10 %, dus in grootte: 100-200 collega’s ?

Tja, en zou er ook zo iets zijn als een ‘goede’ wetenschappelijke beroepsvereniging ? is de NVAB te typeren als een goedwillende amateur, een middenmoter of eredivisiespeler ? Maar in welke divisie speelt de NVAB eigenlijk ? en op welke speelveld ?

Zeker, de NVAB speelt aardig haar deuntje mee in de KNMG League en solliciteert al een tijdje naar een basisplek in de Z(zorgsector) Divisie. Maar de arbodienstverlening speelt zich af in een andere, de PSF(Professionele Service Firm) divisie. En in de zakelijke dienst verlening gelden nu eenmaal andere regels, en andere waarden. Dus: verkeerde divisie, verkeerde speelveld ?

Ik kom daarop naar aanleiding van het recente rapport over de adviesfunctie van de bedrijfsarts. Het ‘dokters zijn’ wordt (wederom) benadrukt als unique selling point: ‘de bedrijfsarts is primair dokter; adviseren is een ‘tweede’ kwaliteit’.Tja: als achtergrond belangrijker is dan prestatie en/of resultaat krijg je dit soort stellingnamen. Niet dat de klant daar iets mee opschiet, maar dat schijnt er minder toe te doen. Wijst het op een dieper liggende identiteitsproblematiek ? Is de NVAB bedrijfsarts zo onzeker over haar adviesrol dat zij daarom graag terugwil naar de warme moederschoot van de zorg ?

Ander voorbeeld: Case managers blijken maar wat aan te prutsen. KNMG Consult schrijft in opdracht van NVAB een boos rapport. ‘Bedrijfsarts kan wettelijke taak niet vervullen’ luidt de kop. NVAB voorzitter Rodenburg betreedt het speelveld en schiet hard de bal in: ‘Je kunt niet instaan voor verzuimbegeleiding als je niet als bedrijfsarts de regie hebt !’ en ‘Als er geen einde komt aan het niet of te laat inschakelen van de bedrijfsarts bij verzuim zien de Nederlandse bedrijfsartsen geen ander mogelijkheid dan in voorkomende gevallen geen verantwoordelijkheid bij verzuimbegeleiding te nemen’.

Prachtige goal in de ogen van de eigen fans. Maar: doelpunt, op het verkeerde speelveld, in de verkeerde league en dus: afgekeurd ? Want: als je als bedrijfsarts cq arbodienst dat contract niet vindt deugen, is er niemand die je belet dat contract niet aan te gaan of het gewoon op te zeggen. Dat is namelijk de kern van de geliberaliseerde zakelijke arbodienstverlening. Bovendien: opzeggen, daar dreig je niet mee, dat doe je (of niet)

Mijn hulpmiddel bij dit soort vragen: blijf niet in de (medische) box, maar denk en handel out of the box !


Verbind deze negen punten

door vier rechte lijnen te trekken

zonder je pen van het papier te halen




Dat kan op deze manier


Meest voorkomende beroepen - verdeeld naar mannen en vrouwenberoepen - bron cbs




Vrouwen vaak verkoopster, mannen vaak vrachtwagenchauffeur

bron: webmagazine CBS, woe 24 nov 2010

Het meest voorkomende beroep bij vrouwen was in 2009 verkoopster of winkelbediende. Bij mannen was dat vrachtwagenchauffeur. Vergeleken met 1993 is het meest voorkomende beroep voor zowel mannen als vrouwen hetzelfde gebleven.

Gestegen arbeidsdeelname vrouwen leidt niet tot verschuiving in beroepen

De arbeidsdeelname van vrouwen is in de afgelopen jaren toegenomen. In 1993 hoorde 42 procent van de vrouwen tot de werkzame beroepsbevolking. Dat was in 2009 gestegen naar 60 procent. Deze ontwikkeling heeft echter nauwelijks invloed gehad op de beroepen van vrouwen. In de top 10 staan de winkelbedienden en andere verkopers zowel in 2009 als in 1993 op de eerste plaats. Ongeveer 1 op de 16 werkende vrouwen oefende in 2009 dit beroep uit. Op de tweede en derde plaats staan lerares basisonderwijs en medewerkster huishoudelijke dienst.

Top 10 beroepen bij vrouwen, 2009

Top 10 beroepen bij vrouwen, 2009

Mannen werken vaak als vrachtwagenchauffeur

Vrachtwagenchauffeurs staan in de top 10 van mannenberoepen zowel in 2009 als in 1993 op nummer 1. In 2009 was ongeveer 1 op de 33 werkende mannen vrachtwagenchauffeur. Systeemanalisten/programmeurs staan op de tweede plaats, gevolgd door mannen met als beroep lader, losser of verhuizer

Top 10 beroepen bij mannen, 2009

Top 10 beroepen bij mannen, 2009

Nieuwkomers in de top10

Vergeleken met 1993 zijn nieuwkomers in de top 10 van vrouwenberoepen receptionisten en baliemedewerkers, en maatschappelijke of sociaalculturele werkers. In de top 10 van mannenberoepen stonden in 2009 programmeurs, acquisiteurs van zakelijke diensten en productieplanners, terwijl die in 1993 nog ontbraken.

Meer variatie in mannen- dan in vrouwenberoepen

Er bestaat meer variatie in mannenberoepen dan in vrouwenberoepen. In de 10 meest voorkomende vrouwenberoepen werkte in 2009 ruim 28 procent van alle vrouwen. In de top 10 van mannenberoepen werkte bijna 18 procent van alle mannen.

Boukje Janssen

Bron: Top tien beroepen 1993 en 2009


wat doen wij eigenlijk ? de 10 meest voorkomende beroepen in Nederland

Wat doen wij eigenlijk ?

Raar eigenlijk, zo uit mijn hoofd zou ik niet direct weten wat de meest voorkomende beroepen/functies in Nederland zouden zijn, terwijl ik toch al gauw 30 jaar in organisaties en bedrijven rond loop

Dus op zoek gegaan naar de meest voorkomende beroepen in Nederland

  1. Winkelbediende 280.000
  2. Docent basisonderwijs 168.000 (onder wie 132.000 vrouwen)
  3. Glazenwasser/interieurverzorger/keukenknecht 136.000
  4. Vrachtwagenchauffeur 124.000
  5. Lader/losser/verhuizer 121.000
  6. Systeemanalist of systeemontwerper 105.000
  7. Crècheleidster/verzorgende in instelling 94.000
  8. Ziekenverzorgende 90.000
  9. Detailhandelaar 86.000
  10. Boekhouder 84.000

Bron: CBS, 2007.

bedrijfsarts 2.0 - voorloper/prototype van De Nieuwe Bedrijfsarts

Bedrijfsarts 2.0 - klaar om te kiezen ?

Crises ?! welke crises ?

De wereld om ons heen verandert dramatisch snel, maar de bedrijfsarts én NVAB bewegen niet mee. Vastgeklonken aan oude vertrouwde, maar overleefde paradigma’s en versleten, uitgewoonde denkschema’s. Het is hoog tijd om wakker te worden. Want de klant (de werkgemeenschap)verdient beter.

Bedrijfsarts, quo vadis ?

In de traditionele arbodienstverlening is de bedrijfsarts ‘omgevormd’ tot een schadelastadviseur. Een Wvp dokter met de spreekkamer op de arbodienst als zijn natuurlijke habitat. Werkend en denkend vanuit een verzekeringsconcept ingebed in een Wvp traject. De klant krijgt wel een antwoord, maar geen oplossing. Maar ja wat, als zo meteen de Wvp wordt afgeschaft ? Dan is deze arbo-arts out of business.

De bedrijfsarts nieuwe stijl à la de NVAB is een ‘dokter als alle dokters’, want het probleem wordt medisch gedefinieerd en dus is de bedrijfsdokter dé oplossing. Sociaal medische begeleiding – is volgens deze gefabuleerde redenering – ook behandeling én dus zorg. Maar sinds Copernicus is al bekend dat de wereld niet om de dokter, maar om de zon (lees: de klant) draait. De arbodienst wordt ingewisseld voor gezondheidscentrum, maar daarmee is de bedrijfsarts à la de NVAB nog steeds niet óp de werkvloer en ín het bedrijf te vinden !

Bedrijfsarts 2.0

Het betere alternatief is de organisatiegerichte bedrijfsarts: de bedrijfsarts 2.0. De bedrijfsarts is in dit concept een sociaal-geneeskundige die het wel en wee van de werkgemeenschap kent en bovenal een vaardig bedrijfsadviseur is. Het domein van de bedrijfsarts is het werk, het bedrijf, de organisatie (niet de spreekkamer). Haar natuurlijke counterpart is dus niet de gezondheidszorg, huisarts of medisch specialist, maar het management van het bedrijf, de OR, de afdeling human resource management, de organisatieadviseur.

De bijsluiter: De specificaties van de bedrijfsarts 2.0 zijn even simpel als voor de hand liggend:

1. Werken op locatie: Zonder goede input( informatie, communicatie) geen output ( werkzaam advies). Werken op locatie bij elke klant ( juist ook in het MKB) is een niet alleen een vanzelfsprekendheid, maar bovenal een noodzakelijke randvoorwaarde.

2. Eigen regie voorop: het bedrijf, de werkgemeenschap is zélf portefeuillehouder en dus is het verhogen van het eigen oplossingsvermogen het doel van advisering.

  1. Maatwerk: geen bedrijf, geen organisatie is hetzelfde. Bij elk bedrijf moet (steeds opnieuw) ontdekt worden wat de sleutel tot succes is. Zonder maatwerk werkt het niet. Dus er is een per definitie een groot verschil in aanpak tussen bijvoorbeeld MKB en groot bedrijf,en tussen branches als bouw,onderwijs, metaal of zorg.

4. Interventiegericht van A naar Beter: De vraag en behoefte van het bedrijf(de klant) is leidend en sturend. Raadgevend, coachend, adviserend wordt interventiegericht van A naar Beter gewerkt. Of om het met Cruijff te zeggen: als je wilt scoren, moet je schieten. Dus er is geen plaats voor het veelvertoonde arbo-circulatie-voetbal.

5. Systeem benadering: advies op alle niveaus: de bedrijfsarts adviseert niet alleen de individuele medewerker ( tijdens spreekuur)of afdeling ( tijdens smt) maar legt juist de verbanden tussen alle de drie niveaus, individueel, functie/afdeling/team én management/organisatie.

6. Slim: geen standaard antwoorden/formulieren ( zoals fml), maar slimme concrete praktische oplossingen moet het resultaat zijn.

Voor de goede orde: het concept bedrijfsarts 2.0 is niet overal toepasbaar, want het vereist een sterke ambitie tot permanente verbetering, een pro actieve aanpak en een systeembenadering ,bij zowel het bedrijf, als bij de bedrijfsarts. Anders gesteld: het is niet voor elk bedrijf hét geschikte antwoord, noch is elke bedrijfsarts ( ook niet à la de NVAB !) geschikt om in dit concept te denken en te werken.

Tja, dokter was je al (want dat overkwam je), maar bedrijfsarts 2.0 is een keuze !